[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten

Nader rapport

Nummer: 2009D50887, datum: 2009-10-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z19284:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

12 oktober 2009

Onderwerp

Nader rapport inzake het voorstel houdende een voorstel tot Reglement
voor de Gouverneur van Sint Maarten



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 30 maart
2009, no. 09.000853, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het
Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet
rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 29 april
2009, No.W03.09.0096/II/K, bied ik U hierbij aan. 

De Raad geeft U in overweging het voorstel van rijkswet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van de Nederlandse
Antillen en aan die van Aruba, nadat met het advies van de Raad rekening
is gehouden. 

	

De opmerkingen van de Raad van State van het Koninkrijk worden in het
navolgende besproken. Daarbij worden de volgorde en nummering van het
advies van de Raad aangehouden. 

a.	De Raad merkt op dat het in de rede zou liggen dat het overleg met de
Gouverneurs over koninkrijksaangelegenheden plaatsvindt onder leiding
van de voorzitter van de Rijksministerraad, indien er een secretariaat
van het Koninkrijk zou zijn onder leiding van de voorzitter van de raad
van ministers van het Koninkrijk, zoals aanbevolen in de voorlichting
van afdeling I d.d. 18 september 2006 van de Raad inzake de hervorming
van de staatkundige hervormingen van de Antilliaanse eilanden binnen het
Koninkrijk. Er is echter op dit moment geen secretariaat van het
Koninkrijk. In het kader van de staatkundige hervorming van de
Nederlandse Antillen zullen slechts die wijzigingen op koninkrijksniveau
worden aangebracht die verband houden met deze hervorming. Dit voorkomt
dat het proces onnodig wordt belast of vertraagd.

De Raad merkt verder op dat er een onderscheid is tussen de in de raad
van ministers van het Koninkrijk te behartigen
koninkrijksaangelegenheden en de koninkrijksrelaties zoals die in de
Nederlandse ministerraad worden behartigd. Het overleg met de
Gouverneurs gaat over 'aangelegenheden waarbij het belang van het
Koninkrijk is betrokken', dus over koninkrijksaangelegenheden. De
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties behartigt de
koninkrijksrelaties in de Nederlandse ministerraad. Hiernaast behartigt
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een aantal
koninkrijksaangelegenheden die direct verband houden met de functie van
de Gouverneur als koninkrijksorgaan. 

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is binnen de
koninkrijksregering eerstverantwoordelijk voor de waarborgtaak van het
Koninkrijk. De artikelen 20 tot en met 22 van het Reglement geven ook de
Gouverneur als koninkrijksorgaan een rol bij het behartigen van deze
taak. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is
verder verantwoordelijk voor de goede uitvoering van het Reglement voor
de Gouverneur van Sint Maarten. Het is de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties die het benoemingsbesluit van de Gouverneur
contrasigneert en die de Gouverneur verlof geeft om Sint Maarten te
verlaten. Ook andere koninkrijkstaken van de Gouverneur, zoals op het
gebied van de Paspoortwet en de publicatie van rijksregelgeving, vallen
binnen de koninkrijksregering onder de verantwoordelijkheid van de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het is als
behartiger van deze koninkrijksaangelegenheden en niet als behartiger
van de koninkrijksrelaties dat de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties geregeld met de Gouverneur zal overleggen. Op dit
moment is de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties belast met deze aangelegenheden. 

Naar aanleiding van het advies van de Raad is artikel 15 en de
bijbehorende toelichting aangepast. Volgens de toelichting, die aan de
Raad ter advisering is voorgelegd, wordt het overleg door de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevoerd "vanwege de
coördinerende taak van de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties". Deze taak houdt echter verband met de relaties
tussen het land Nederland en de overige landen binnen het Koninkrijk (de
koninkrijksrelaties). Aangezien het overleg met de Gouverneurs over
koninkrijksaangelegenheden zal gaan, staat nu in de toelichting dat het
overleg tenminste tweemaal per jaar met de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties vanwege zijn verantwoordelijkheid voor de
waarborgtaak van het Koninkrijk en voor de goede uitvoering van het
Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten. Ook andere
aangelegenheden van het Koninkrijk kunnen bij het overleg aan de orde
komen, indien en voor zover de Gouverneur als koninkrijksorgaan een rol
speelt bij de behartiging van die aangelegenheden. Om deze reden is in
artikel 15 opgenomen dat de ministers wie de te bespreken onderwerpen
aangaan, aan het overleg kunnen deelnemen. De minister die binnen de
Koninkrijksregering voor de betreffende Koninkrijksaangelegenheden de
verantwoordelijkheid draagt, wordt tijdig op de hoogte gesteld. De
betreffende minister kan vervolgens deelnemen aan het overleg om met de
Gouverneurs te overleggen over de Koninkrijksaangelegenheid in kwestie
of desgewenst separaat overleg voeren. Dit separate overleg wordt
geregeld in het voorgestelde artikel 15, derde lid, waarin is opgenomen
dat de Minister-President of andere Ministers van het Koninkrijk
desgewenst overleg kunnen voeren met de Gouverneur. Tot slot is aan
artikel 15 toegevoegd dat de Minister-President aan een hierboven
bedoeld overleg kan deelnemen en in dat geval de vergadering voorzit. 

De Raad merkt op dat het binnen goede bestuurlijke samenwerking past dat
de Gouverneur en de Nederlandse bewindspersoon belast met
koninkrijksrelaties geregeld overleg voeren, maar dat deze vorm van
overleg niet in een reglement voor de Gouverneur hoeft te worden
vastgelegd, anders dan het overleg over koninkrijksaangelegenheden.
Inderdaad is het niet nodig om deze vorm van overleg over de
koninkrijksrelaties in het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten
op te nemen. 

Verder dient bedacht te worden dat bestuurlijk overleg tussen Nederland
en Sint Maarten op het terrein van landsaangelegenheden in beginsel
plaats dient te vinden tussen de betrokken ministers of
staatssecretarissen van deze landen. Volgens de Staatsregeling van Sint
Maarten zijn immers de ministers verantwoordelijk aan de Staten. 

b. 	 Om te voorkomen dat er misverstand ontstaat over de verhouding
tussen de Gouverneur en de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, wordt de term uitnodigen niet meer gebruikt.

Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel
van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van
Aruba te zenden.

De Minister van Justitie, 

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

sector staats- en bestuursrecht

Datum

12 oktober 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  DDS  5612833/09/6

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

sector staats- en bestuursrecht

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Contactpersoon

Mw. mr. L.E. Weide

Projectnaam

DW Antillengroep

Ons kenmerk

DDS 5623413/09/6Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  " " "  Pagina 1 van 3    



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Aan de Koningin