[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Overzicht informatievoorziening tussen regering en Kamer over EU-zaken

Bijlage

Nummer: 2009D52093, datum: 2009-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z19691:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Overzicht informatievoorziening tussen regering en Kamer over EU-zaken

Dit overzicht is opgesteld mede ten behoeve van het thematisch Algemeen
Overleg op 4 november a.s., over informatievoorziening over
EU-besluitvorming. Tussen teksthaken zijn suggesties ingevoegd voor
eventuele verbetering / aanpassing van de staande praktijk. 

Geannoteerde Agenda – Algemeen Overleg – Verslag:

De praktijk van schriftelijke informatie en mondeling overleg
voorafgaand aan iedere raadsvergadering en een schriftelijk verslag na
afloop wordt goed nageleefd. Enige onduidelijkheid heerst soms over
bijeenkomsten van de Europese Raad, met name vanwege het informele
karakter van deze, desondanks steeds belangrijker wordende,
raadsformatie. Geen aanleiding voor aanpassing van de staande praktijk.

Appreciatie van de regering van belangrijke commissierapporten:

Praktijk verloopt goed. Appreciatie van bijvoorbeeld rapporten over
recente toetreders of in het kader van EU-uitbreiding vormt over het
algemeen een uitstekende basis voor debat met de Kamer. 

Correspondentie op ad hoc-basis:

Zodra daar aanleiding voor is informeert de regering de Kamer, zowel
gevraagd als ongevraagd, over actuele ontwikkelingen op EU-gebied. Op
initiatief van de Kamer vinden af en toe thematische debatten over
bepaalde Europese onderwerpen plaats, zoals bijvoorbeeld EU-uitbreiding.

Jaarlijkse debatten: Staat van de Unie en Werkprogramma Commissie:

Deze twee jaarlijkse richtinggevende EU-debatten zijn steeds meer
ingeburgerd. Hoewel het budget voor EU-aangelegeheden valt onder de
begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt het debat met
(in ieder geval) de minister-president en de staatssecretaris over de
bij Prinsjesdag gepubliceerde Staat van de Unie behandeld als deel van
de begrotingscyclus. Het debat met de staatssecretaris over het werk- en
wetgevingsprogramma (WWP) van de Europese Commissie vindt plaats in de
vorm van een nota-overleg, op basis van dit jaarlijkse document van de
Commissie.

[Het nota-overleg over het WWP zou helderder dan tot dusverre het geval
is moeten resulteren in één lijst, te gebruiken door Kamer en
regering, van prioritaire onderwerpen, waarbij tevens wordt aangegeven
of deze onderwerpen in beginsel in aanmerking zullen komen voor een
subsidiariteitstoets danwel behandelvoorbehoud] 

Fiches over nieuwe commissievoorstellen (BNC-fiches):

Zoals recentelijk opnieuw is aangetoond door de Algemene Rekenkamer
(rapport d.d. 29 september ’09), lukt het de regering in de praktijk
niet om de afgesproken termijnen na te leven. Dit gaat ten koste van de
meerwaarde van de BNC-fiches voor de standpuntbepaling van de Kamer en
het debat daarover met de regering. Bij spoed wijkt de regering, tegen
de afspraken met de Kamer in, regelmatig uit naar het opnemen van een
passage over een onderwerp in een Geanoteerde Agenda, in plaats van het
sturen van een fiche. De brief van 29 juni jl., met een evaluatie van de
BNC-fiches en procedure, kan dienen als vertrekpunt, maar biedt
onvoldoende aanknopingspunten om tot een daadwerkelijke oplossing van
dit probleem te komen. 

[De procedure rondom BNC-fiches dient ingrijpend gestroomlijnd te
worden, met als uitgangpunt dat snelheid en aandacht voor de politieke
prioriteiten boven volledigheid gaan: dus streven naar een
‘lichtere’ en snellere opzet en werkwijze voor de departementen.
Geen vervanging meer van fiches door passages in een Geannoteerde
Agenda. Tijdens het AO zou afgesproken kunnen worden dat hiervoor een
voorstel wordt uitgewerkt in gezamenlijk overleg door ambtelijke
vertegenwoordigers van Kamer en regering.]

Kwartaaloverzichten over implementatie van Europese wetgeving:

Doorwrochte rapportage, die geheel volgens afspraak wordt geleverd. Uit
de aard der zaak een erg bureaucratisch traject, dat zich nauwelijks
leent voor politiek debat.

Comitologie:

Democratische controle ten aanzien van hetgeen omgaat in de zgn.
comitologiecomités, waarin wordt besloten over de implementatie van
commissiebesluiten, met vaak verrijkende gevolgen, blijft een punt van
aandacht. Sinds 2006 zijn er ervaringen opgedaan met een nieuw systeem
van toezicht en controle voor de Raad en het Europees Parlement.

[De regering zou de Kamer beter kunnen betrekken bij, of in ieder geval
informeren over, de wijze waarop zij via de Raad toezicht en controle
uitoefent op de comitologie.] 

Aanvullende beleidsnotities:

Ondanks eerdere toezeggingen van de regering, onder meer in het kader
van de aanbevelingen van de commissie Van Voorst tot Voorst uit 2005
(Kamerstuk  29362 nr 61) is tot dusverre nog geen enkele notitie van
deze aard, met een strategische vooruitblik op de contouren van de
Nederlandse positie t.a.v. een bepaald dossier (ook wel:
‘standpuntverkennende notitie’), gedeeld met de Kamer.

[Op dit vlak zou het tijd kunnen zijn voor een frisse start,
bijvoorbeeld op basis van hernieuwde afspraken]

Technische briefings door (ambteljke) experts:

Van deze vorm van informatievoorziening wordt slechts mondjesmaat
gebruik gemaakt. Overigens betreft het naast ambtenaren van
regeringszijde ook vaak ambtenaren of experts van de Europese Commissie.

Informatieuitwisseling over subsidiariteitstoets en behandelvoorbehoud:

Dit zijn twee relatief nieuwe terreinen, waarop met name informatie
vanuit de Kamer naar de regering geboden is. Ten aanzien van de
susidiariteitstoets loopt dit reeds naar tevredenheid. Zodra het Verdrag
van Lissabon geïmplementeerd kan worden zal e.e.a. verder
geformaliseerd moeten worden (gele en oranje kaart systeem). Ten aanzien
van het behandelvoorbehoud hoopt de Kamer op korte termijn van start te
kunnen gaan met de nieuwe werkwijze, als uitvloeisel van art. 4 van de
Rijkswet op de Goedkeuring van het Verdrag van Lissabon. Medewerking van
de regering, en dus goede onderlinge communicatie, is met name vereist
voor het namens Nederland plaatsen en weer intrekken van het formele
parlementaire voorbehoud (‘Parliamentary reserve’), en voor het
separate, speciaal aan het behandelvoorbehoud op een bepaald voorstel
gewijde, Algemeen Overleg in de betreffende vakcommissie.