Herijking informatiebehoefte groot project vervanging F-16
Brief commissie
Nummer: 2009D52267, datum: 2009-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. van Miltenburg, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z19758:
- Indiener: A. van Miltenburg, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie
- Volgcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
Onderdeel van zaak 2009Z20128:
- Gericht aan: J.G. de Vries, staatssecretaris van Defensie
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Indiener: A. van Miltenburg, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
Commissie Defensie Aan: de staatssecretaris van Defensie de minister van Economische Zaken in afschrift aan: de minister van Financiën de Algemene Rekenkamer Plaats en datum: Den Haag, 27 oktober 2009 Betreft: Herijking informatiebehoefte groot project vervanging F-16 Ons kenmerk: 2009Z19758/2009D52267 Namens de vaste commissie voor Defensie leg ik u hierbij een herijking van de informatiebehoefte inzake groot project vervanging F-16 voor. Op 17 juni 1999 heeft de Tweede Kamer besloten om het project ‘Vervanging F-16’ aan te wijzen als ‘groot project’ op basis van de toen geldende procedureregeling grote projecten. De vaste commissie voor Defensie heeft toen middels een brief (kenmerk 34-DEF-99, d.d. 23 september 1999) uiteengezet dat zij een jaarlijkse rapportage verlangde over dit project. In de brief was ook in grote lijnen uiteengezet welke informatie de jaarrapportage moest bevatten. Inmiddels is gebleken dat de toen door de commissie gevraagde opzet van de jaarrapportage niet meer volledig tegemoet komt aan de informatiebehoefte van de Kamer. De commissie heeft besloten om de voortgangsrapportage over het jaar 2008 terug te zenden, omdat de commissie de geleverde informatie ontoereikend, c.q. de kwaliteit van de geleverde informatie onvoldoende, achtte. Op 15 april 2009 ontving de Kamer eenmalig een losstaand addendum op de jaarrapportage 2008 met aanvullende informatie. De vaste commissie voor Defensie heeft in dit licht besloten om de inhoud van de voortgangsrapportage daarom ook blijvend op een aantal punten aan te passen, op grond van artikel 11 van de ‘Regeling grote projecten’. Ook eerdere adviezen in deze richting van de auditdiensten en de Algemene Rekenkamer hebben bij dit besluit een rol gespeeld. Als uitgangspunt voor de toekomstige jaarrapportages wordt qua opzet en opbouw de hoofdstructuur van de tot nu toe verschenen rapportages gehandhaafd. In aanvulling daarop wil de commissie, met ingang van de jaarrapportage over het jaar 2009, welke voor 1 april 2010 is voorzien, in ieder geval graag standaard de elementen terugzien waar ze bij het terugzenden van de rapportage over 2008 om heeft gevraagd, te weten: De totale kosten van het JSF-programma (inclusief exploitatiekosten en buiten de huidige definitie vallende maar gerelateerde kosten); een financieel overzicht van de totale meerjarenplanning; alternatieven en eventuele uitstap- en uitstelkosten. Hierbij geldt dat alle kosten steeds worden weergegeven in het meest actuele prijspeil. Voorts ziet de commissie in het vervolg in de jaarrapportages graag standaard informatie opgenomen over: geluidsaspecten die samenhangen met de keuze van de opvolging van de F-16; een overzicht en uiteenzetting van de bevindingen uit de audits die het ministerie heeft laten uitvoeren in het kader van het groot project vervanging F-16; een overzicht en uiteenzetting van de bevindingen uit de voor het groot project vervanging F-16 relevante rapporten en studies uit binnen- en buitenland, waaronder in ieder geval de rapporten van de GAO (General Accounting Office), de JET (Joint Estimate Team) en het CBO (Congressional Budget Office). een overzicht van de meest actuele planning van het groot project inclusief de voorziene besluitvormingsprocedure en de voorziene betrokkenheid van de Tweede Kamer. Tot slot ziet de commissie de criteria uit de motie Hamer c.s. (26 488 nr.178) graag terug in de jaarrapportages, zolang er nog geen definitief verwervingsbesluit is genomen. Dit zijn: De prijs (LRIP-4 (Low Rate Initial Production) en verder); de geluidscontouren; de uitkomst van de arbitrage van de businesscase. Wat dit laatste punt betreft wordt verzocht in te gaan op de reden van elke vertraging die is opgetreden in dit proces. In een bijlage bij deze brief zijn enkele van de hiervoor genoemde punten nader toegelicht. De commissie wenst te benadrukken dat de hier genoemde aanvullende informatie-eisen niet zijn bedoeld als uitputtende en limitatieve opsomming, maar als een aantal aspecten waaraan -in aanvulling op de bestaande rapportagepraktijk - voortaan in ieder geval ook aandacht dient te worden besteed. Dit doet niets af aan de algemene eis zoals verwoord in artikel 12, lid 1 onder h. van de Regeling Grote Projecten dat een voortgangsrapportage gericht is op “alle informatie die het project raakt, middellijk en onmiddellijk en waarvan redelijkerwijs kan worden verondersteld dat deze informatie noodzakelijk is voor de uitoefening van de controlerende taak van de Tweede Kamer”. Gezien het dynamische karakter van dit groot project behoudt de commissie zich uiteraard het recht voor om in de toekomst de informatie-eisen zo nodig weer bij te stellen. Een afschrift van deze brief stuurt de commissie aan de minister van Financiën en aan de Algemene Rekenkamer opdat zij ook op de hoogte zijn van de aanvullende informatie-eisen en daar in hun toetsen, werkzaamheden en rapportages rekening mee kunnen houden. Hoogachtend, De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Anouchka van Miltenburg BIJLAGE Toelichting op de gevraagde aanvullende informatie Totale kosten In de jaarrapportage 2008 wordt uitsluitend ingegaan op het verwervingsbudget (van € 6,1 mld.). De exploitatiekosten worden niet vermeld, net zo min als kosten die buiten de projectdefinitie vallen maar wel gerelateerd zijn aan de verwerving van de JSF. In dit verband zij ook verwezen naar de aanbevelingen in het rapport ‘Monitoring verwerving Joint Strike Fighter’ dat de Algemene Rekenkamer aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Een kostenoverzicht zoals opgenomen in bijlage 2 van het Rekenkamerrapport zou net als in het addendum bij de jaarrapportage 2008 vanaf de jaarrapportage 2009 moeten worden opgenomen. Verwervingsbudget in interne investeringsplanning In de jaarrapportage wordt uitsluitend ingegaan op de financiële mutaties die zich in 2008 hebben voorgedaan op het verwervingsbudget. Hoewel dit op zich logisch is voor een jaarrapportage over 2008, neemt dit niet weg dat het voor een goede afweging van groot belang is dat in de jaarrapportage duidelijk wordt aangegeven welke budgetten samenhangend met de vervanging van de F-16 meerjarig gereserveerd zijn, en hoe deze budgetten zich verhouden tot andere geplande investeringen. Alternatieven en uitstel-/uitstapkosten In het eerder genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer wordt geconstateerd dat het kabinet geen inzicht in uitstapkosten geeft aangezien dat, gegeven het regeerakkoord, niet in de rede ligt. De Algemene Rekenkamer stelt evenwel: “Wij zijn echter van mening dat de gevolgen van het afzien van een keuze voor de JSF duidelijk moeten zijn, zodat de Tweede Kamer voldoende informatie heeft om een afgewogen besluit te nemen over de opvolger van de F-16”. Om die reden heeft de Algemene Rekenkamer zelf een berekening gemaakt en in haar rapport opgenomen. Daarom zou wat de commissie betreft in de jaarrapportages vanaf 2009 standaard inzicht geboden moeten worden in de (financiële) gevolgen van verder uitstel van de besluitvorming, alsmede een overzicht van de kosten van alle alternatieve toestellen (JSF, Advanced F-16, Saab Gripen, Rafale, Eurofighter) en het langer doorvliegen met de huidige F-16’s. Prijs Eén van de criteria waarop de Kamer al dan niet zal besluiten tot aanschaf van de F-35/JSF zal de stuksprijs zijn. In de jaarrapportage zal een inschatting gemaakt moeten worden van de te verwachten stuksprijs, zowel LRIP-4 als Full Rate Production (FRP): serieproductie die aanvangt nadat de SDD-fase succesvol is afgesloten, aangezien deze in de afgelopen jaren diffuus is gebleken. Het verschil tussen de “kale stuksprijs” en de totale kosten dient daarbij ook inzichtelijk gemaakt te worden. Geluid In de jaarrapportage 2008 wordt het maximale geluidsniveau van de F-35 en de Gripen NG gesteld op respectievelijk 110 dB(A) en 109 dB(A) zonder naverbrander en respectievelijk 115 dB(A) en 114 dB(A) met naverbrander. Aangezien zowel de F-35 als de Gripen NG nog in de ontwikkelingsfase zitten, is het niet ondenkbaar dat hierin nog verandering komt. Wanneer de genoemde getallen veranderen, wenst de commissie hierover geïnformeerd te worden. Meer in het algemeen wil de Tweede Kamer in de jaarrapportages voortaan geïnformeerd te worden over de geluidsaspecten de F-16 en van de kandidaten voor de opvolging van de F-16. De auditdiensten van de ministeries van Defensie en Economische Zaken schrijven in hun assurancerapport bij de jaarrapportage 2008 dat het project zich op het grensvlak van de voorbereiding van de besluitvorming naar het besluit tot aanschaf en de uitvoering daarvan bevindt, wat een andere informatiebehoefte met zich meebrengt. Zij adviseren de Kamer haar informatiebehoefte te herijken. De Algemene Rekenkamer noemt in de conclusies van haar jaarlijkse rapport ‘Monitoring verwerving Joint Strike Fighter’ vier concrete punten waarover de staatsecretaris de Kamer meer duidelijkheid zou kunnen verschaffen (31 330, nr. 7, p.6). Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag T. 070-3182211 E. cie.def@tweedekamer.nl