Voorstel voor Toekomstonderzoek 'beschikbaarheid Defensiepersoneel'
Brief lid / fractie
Nummer: 2009D54224, datum: 2009-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.M.C. Eijsink, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z20565:
- Indiener: A.M.C. Eijsink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2009-11-05 10:00: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
4 november 2009 Betreft : Voorstel voor Toekomstonderzoek “Beschikbaarheid Defensiepersoneel” Van : Angelien Eijsink, PvdA-fractie Aan : Vaste commissie voor Defensie, in Extra PV 5/11 concept Voorstel van de vaste commissie voor Defensie voor een “toekomstonderzoek” naar de knelpunten bij de (toekomstige) beschikbaarheid van Defensiepersoneel zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin. Ter toelichting dienen de volgende overwegingen.. Diverse aspecten van de probleemstelling: Binnen enkele jaren is er sprake geweest van een overgang van bijna 12.000 overtollige functies naar 7.000 vacatures bij het militaire Defensiepersoneelsbestand. Zwakste schakel bij Defensie bij het net kunnen realiseren van het politieke ambitieniveau is het gebrek aan beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd personeel. Bovendien leidt het groot aantal vacatures en het daardoor niet (volledig) kunnen waarmaken van dat ambitieniveau niet tot navenante relevante onderbesteding op de Defensiebegroting. Zelfs tijdens de ruime arbeidsmarkt op dit moment is er voorlopig geen zicht op het snel en substantieel inlopen op het aantal uitstaande vacatures. De knelpunten in het personeelsbestand bij Defensie, inclusief de reservisten, zijn niet alleen terug te leiden op onvoldoende kwalitatieve en kwantitatieve instroom, maar ook op voortijdige uitstroom. Daarbij speelt niet alleen de arbeidsmarkt een belangrijke rol, maar ook de bedrijfscultuur binnen Defensie om het eigen personeel gemotiveerd te kunnen blijven binden, de hoge uitzenddruk als gevolg van het ambitieniveau in combinatie met het groot aantal vacatures, de hoge risico’s bij uitzending op lichamelijke en geestelijke verwondingen (die ook op termijn kunnen leiden tot permanente invaliditeit), de soms nog gebrekkige nazorg na missies en het onvoldoende perspectief op een verdere carrière binnen Defensie en later elders in de maatschappij. De slecht lopende automatiseringsprojecten bij Defensie o.a. voor de personele administratie, worden als reden aangevoerd door Defensie en de ARK voor de onmogelijkheid om nu en de komende jaren over een accuraat en actueel overzicht te beschikken van de bestaande personele knelpunten bij de diverse onderdelen en diensten, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin. Voor de beoordeling van de resultaten van de nu lopende Verkenningen naar de financiering van de Defensie-inspanningen voor de langere termijn is het voor de Kamer, c.q. voor de politieke partijen bij de vormgeving van de nieuwe verkiezingsprogramma’s, van groot belang zicht te hebben op de knelpunten t.a.v. de belangrijkste randvoorwaarde voor de realisatie van het ambitieniveau: De beschikbaarheid van kwantitatief en kwalitatief voldoende defensiepersoneel. Gewijzigde opvattingen over de invulling van traditionele militaire functies door reservisten, burgerpersoneel, ingehuurde (civiele) deskundigen en/of onderhoudspersoneel al dan niet via leasecontracten met de fabrikant of andere servicebedrijven vragen om een nieuwe, heldere afbakening tussen de verschillende groepen “personeel/medewerkers” op de diverse relevante terreinen, ook om ongewenste wildgroei en misverstanden over verantwoordelijkheden etc. te voorkomen. Grotere vervlechting van interne en externe veiligheid, incl. de “rampenbestrijding”, biedt ook perspectieven op een grotere onderlinge uitwisselbaarheid van personeel en samenwerking op het brede terrein van personeelsbeleid met andere veiligheidssectoren. Toetsing aan de 3 criteria uit de brief van de voorzitter van de commissie voor de RU: Relatie met lopende Verkenningen gericht op formulering langere termijn wensen t.a.v. financiering Defensie, ook ten behoeve van de nieuwe verkiezingsprogramma’s, maken dit toekomstonderzoek maatschappelijk en politiek relevant met de urgentie om nog (ruim) vóór het eind van 2010 over de resultaten te kunnen beschikken. Juist aanvullend op de lopende Verkenningen, die betrokken worden bij de Heroverwegingsoperatie (zie ook de antwoorden op de feitelijke vragen over de Defensiebegroting 2010) biedt dit onderzoek belangrijke meerwaarde: De beschikbaarheid van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel is de belangrijkste randvoorwaarde voor alle toekomstige wensen op het terrein van Defensie. Dit voorgestelde onderzoek ontleent zijn relevantie slechts aan de beschikbaarheid van de resultaten in de loop van 2010 in samenhang met de dan beschikbare resultaten van de nu lopende Verkenningen, alles ten behoeve van een geactualiseerd beleidsprogramma van een volgend kabinet. Modaliteiten voor de uitvoering van het onderzoek: Het uit te voeren toekomstonderzoek zal zich met name moeten richten op de volgende aspecten: Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tijdens en na de recessie, met name in de relevante (technische) sectoren, in relatie tot de onderwijsuitstroom en de demografische ontwikkelingen (vergrijzing/ontgroening) voor de komende jaren; ( zie ook commissie Bakker ). Analyse van de gevolgen van mogelijke structurele, moeilijk te vervullen vacatures voor de haalbaarheid van ieder politiek te formuleren ambitieniveau. Mogelijkheden voor betere aansluiting van de militaire loopbaan op het reguliere onderwijs bij de instroom enerzijds en bij de uitstroom anderzijds op andere maatschappelijke sectoren, in het bijzonder ook de civiele veiligheidssector voor de verdere carrière ontwikkeling. De zwakste schakels bij de instroom, selectie en opleiding, zowel wat betreft de capaciteit als de kwaliteit. De motieven voor vroegtijdige verlating van de militaire dienst, zowel cultureel als materieel, en mogelijkheden om die te ondervangen. De mogelijkheden cq. belemmeringen om te komen tot een geïntegreerd carrière-aanbod in de gehele (militaire en civiele) veiligheidssector met een gezamenlijke, geïntegreerde CAO. Nadere aanduiding en gewenste afbakening (van verantwoordelijkheden, etc.) voor de vervulling van traditionele militaire functies door reservisten, burgerpersoneel en/of ingehuurde (civiele) deskundigen en/of onderhoudspersoneel al dan niet via leasecontracten met de fabrikant of andere servicebedrijven. Over meerdere van deze aspecten zijn reeds resultaten van deelonderzoeken beschikbaar, die benut kunnen worden voor het hier voorgestelde totaalonderzoek. Daarbij zal het in het bijzonder moeten gaan om de samenhang der dingen en een geïntegreerde benadering bij de presentatie van de resultaten. ----- PAGE PAGE 3