Preview document (🔗 origineel)

---

Samenvatting advies regulering prostitutie en bestrijding misstanden
seksbranche

De Raad van State heeft op 11 september 2009 advies uitgebracht over het
wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden
seksbranche. 

Het wetsvoorstel introduceert de volgende maatregelen;

een landelijke vergunningplicht voor prostitutiebedrijven;

een registratieplicht voor de prostituee en een landelijk register van
prostituees;

een landelijk register van escortbedrijven;

strafbaarstelling van de klant die gebruik maakt van illegaal aanbod van
prostitutie.

De Raad komt tot de conclusie dat het wetsvoorstel voornamelijk gericht
is op het verkrijgen van meer zicht en greep op het legale deel van de
prostitutiebranche; het illegale deel blijft buiten het bereik van het
voorstel. De voorgestelde maatregelen bezorgen de gemeenten wel extra
werk, maar maken de controle op misstanden niet effectiever of
gemakkelijker. De Raad benadrukt dat er maar één ding echt van belang
is: het bestrijden van misstanden, zoals daar zijn: vrouwenhandel,
gedwongen prostitutie en prostitutie van minderjarigen. Daar moet het
beleid op gericht zijn. De Raad constateert dat het wetsvoorstel geen
effectieve bijdrage zal leveren aan het bestrijden van deze misstanden.

Het wetsvoorstel zet in op het versterken van de bestuurlijke aanpak
door gemeenten. Hiermee wordt het al gereguleerde deel van de
prostitutiebranche nader gereguleerd. 

Dit betekent meer administratieve verplichtingen voor de gemeenten én
meer administratieve verplichtingen voor het vergunde deel van de
branche.

De verwachting van het kabinet is dat deze maatregelen een bijdrage
leveren aan het bestrijden van misstanden. Hoe dat met de voorgestelde
maatregelen moet gaan lukken wordt in de toelichting volstrekt niet
inzichtelijk gemaakt. De Raad is van oordeel dat niet alleen de
middel-doel redeneringen niet overtuigend zijn, maar dat het voorstel
getuigt van weinig besef van de onbedoelde en averechtse effecten die
het zal genereren. Zo wijst de Raad op de volgende verbanden:

hoe meer verplichtingen er worden opgelegd aan prostituees en
exploitanten, hoe eerder zij zullen kiezen voor de illegaliteit; 

hoe meer de gemeenten zich bezig moeten houden met de papierwinkel van
het vergunde deel (registreren, verlenen van vergunningen enz.), hoe
minder tijd en middelen beschikbaar zijn voor controle op het niet
vergunde deel; en daar is nu al te weinig capaciteit voor beschikbaar
(een probleem dat in dit voorstel buiten beschouwing blijft);

de bestuurlijke controles van gemeenten richten zich vooral op het
controleren van de papieren (paspoorten en vergunningen), maar uit
onderzoek blijkt dat het hebben van de juiste papieren niet betekent dat
er zich geen misstanden zouden voordoen. Bovendien blijkt dat het voor
criminelen heel gemakkelijk om aan "de juiste papieren" te komen. Met
dit voorstel worden nog meer administratieve verplichtingen opgelegd,
maar daarmee worden misstanden niet opgespoord laat staan aangepakt.

De Raad concludeert dat een papieren tijger wordt opgetuigd die
uiteindelijk te weinig zal doen aan de misstanden.

De Raad heeft daarnaast ernstige kritiek op de afzonderlijke maatregelen
die het kabinet voorstelt. Zo adviseert de Raad om de registratieplicht
voor prostituees uit het wetsvoorstel te halen, omdat er bezwaren aan
kleven van zowel juridische als beleidsmatige aard. Ook adviseert hij om
niet te voorzien in een registratieplicht voor escortbedrijven, maar in
plaats daarvan landelijke uniforme eisen te stellen aan escortbedrijven,
alsmede aan internetbedrijven. Ten slotte is de Raad van oordeel dat het
uitdrukkelijk toestaan van de gemeentelijke nuloptie haaks staat op het
nastreven van landelijk uniform beleid.

Klik   HYPERLINK
"http://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken_in_adviezen/zoekresultaat/?a
dvicepub_id=8843"  hier  voor de tekst van het volledige advies onder
nummer W04.09.0150/I.