[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32215 Adv RvSt Goedkeuring en uitvoering van het op 31 oktober 2009 te Tilburg totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen (Trb. 2009, 202)

Goedkeuring en uitvoering van het op 31 oktober 2009 te Tilburg totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen (Trb. 2009, 202)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2009D56653, datum: 2009-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z21494:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.09.0462/II	's-Gravenhage, 11 november 2009

Bij Kabinetsmissive van 3 november 2009, no.09.003091, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Justitie, bij de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende goedkeuring
en uitvoering van het op 31 oktober 2009 te Tilburg totstandgekomen
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België
over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire inrichting in
Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische
veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen, met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Raad van State geen aanleiding tot het
maken van inhoudelijke opmerkingen. Hij geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op
de Raad van State, is het college van oordeel dat openbaarmaking van dit
advies achterwege dient te blijven. 

De Vice-President van de Raad van State,

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........