[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Raad van State (W09.09.0290/IV)

Regels voor het in rekening brengen van een gebruiksafhankelijke prijs voor het rijden met een motorrijtuig (Wet kilometerprijs)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2009D56791, datum: 2009-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z21561:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W09.09.0290/IV	's-Gravenhage, 24 september 2009

Bij Kabinetsmissive van 16 juli 2009, no.09.001955, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van
State ter overweging aanhangig gemaakt een voorstel van wet houdende
regels voor het in rekening brengen van een gebruiksafhankelijke prijs
voor het rijden met een motorrijtuig (Wet kilometerprijs), met memorie
van toelichting.

Het voorstel heeft betrekking op nieuwe basistarieven voor de
kilometerprijs. Omdat de basistarieven die zijn opgenomen in het
voorstel van Wet kilometerprijs, nadat daarover door de Raad advies op 6
maart 2009, no.W09.08.0515/IV, was uitgebracht, voor de indiening
ingrijpend zijn gewijzigd en deze wijziging niet het gevolg is van het
advies van de Raad, is de Raad overeenkomstig Aanwijzing 277, eerste
lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, over deze wijziging
gehoord. 

De Raad brengt in dit advies enkel advies uit over de gewijzigde
tarieven. Andere wijzigingen worden niet in dit advies betrokken.

1.	Tabel artikel 3.2, tweede lid, van de Wet kilometerprijs

De Raad merkt op, dat de tekst boven de kolommen III en IV van de in
artikel 3.2, tweede lid, van de Wet kilometerprijs (WKP) opgenomen tabel
kennelijk onvolledig is. Hierdoor is de berekening van het basistarief
onbegrijpelijk.

Teneinde een begrijpelijke berekening van het bij het motorrijtuig
behorende bedrag te verkrijgen, leest de Raad voor het vervolg van dit
advies de tekst boven de kolommen III en IV als volgt:

“bedraagt het bedrag voor een motorrijtuig het in kolom III vermelde
bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom
IV vermelde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal grammen uitstoot
van koolstofdioxide dat de in kolom I vermelde uitstoot te boven
gaat”.

De Raad adviseert de tekst boven de kolommen III en IV van de tabel aan
te vullen.

2.	Essentialia kilometerprijs

Aan het rekenmodel waarvan de uitkomsten de in het voorstel opgenomen
tarieven vormen, liggen, naar uit de Algemene toelichting en de
artikelsgewijze toelichting op de verschillende tarieven is af te
leiden, waarschijnlijk vele invoergegevens ten grondslag. Ook voor een
bestemmingsheffing geldt, dat de essentialia van het tarief in de wet
moeten worden opgenomen, zodat duidelijk is welke variabelen
(invoergegevens) het tarief bepalen en welke weging de onderscheiden
variabelen bij de tariefbepaling hebben gekregen. Dit brengt in dit
geval mee, dat het rekenmodel in de WKP dient te worden opgenomen,
waarbij bij lagere wetgeving de wijze waarop de invoergegevens worden
bepaald, kan worden geregeld. Deze wijze van omschrijven van het
wettelijk tarief voorkomt tevens, dat bij elke wijziging van een
invoergegeven de WKP moet worden gewijzigd. 

De Raad adviseert het rekenmodel in het voorstel op te nemen en het
voorstel ten aanzien van de bepaling van de invoergegevens aan te
vullen.

3.	Lastenneutraliteit

In het advies van 6 maart 2009 heeft de Raad ten aanzien van de
lastenneutraliteit geadviseerd in de toelichting ten aanzien van de in
het voorstel opgenomen basistarieven de geschatte opbrengsten per tarief
(aantal motorrijtuigen x gemiddeld kilometrage x tarief) en het totaal
aan te geven ter illustratie van de lastenneutrale omzetting.

In het voorstel is ten aanzien van de nieuw voorgestelde tarieven aan
dit advies voorbijgegaan. 

De Raad adviseert in de toelichting alsnog de lastenneutraliteit ten
opzichte van de gehanteerde MRB en BPM-tarieven aan te geven.

4.	Brandstoftoeslag

In artikel 3.2, vierde lid, WKP is de brandstoftoeslag opgenomen. De
brandstoftoeslag dient ter compensatie van het accijnsverschil tussen
benzine en diesel of LPG, zoals is af te leiden uit onderdeel 2.1, ad 5,
en 2.2 van de Algemene toelichting. Uit dien hoofde ligt het niet voor
de hand ook de brandstoftoeslag te differentiëren naar CO2-uitstoot
(milieudifferentiatie); de differentiatie zou enkel op het
accijnsverschil gebaseerd dienen te zijn. In de toelichting is de
milieudifferentiatie niet toegelicht.

Dit dient alsnog te gebeuren en daarbij dient aan de hand van
cijfermatige voorbeelden aannemelijk te worden gemaakt dat de
brandstoftoeslag op redelijke wijze het accijnsverschil compenseert.

De Raad adviseert de toelichting op deze punten aan te vullen.

5.	Minimumtarief

Op grond van het voorgestelde minimumtarief dat is gebaseerd op een
CO2-uitstoot van 80 gr/km, worden ook elektrische auto's en auto's op
waterstof aan de heffing onderworpen, om hen te laten meebetalen voor
het weggebruik. De productie van elektra en waterstof is
milieubelastend. In de toelichting is geen aandacht aan deze
omstandigheid gegeven. Om consequent de CO2 uitstoot als grondslag toe
te passen, zou ook de gemiddelde netto-uitstoot voor de productie van
elektriciteit op basis van gas, ruwe olie, kolen en andere verbranding
moeten worden geschat en in de kilometerprijs worden opgenomen, waarbij
het gebruik van niet-fossiele energie bij elektriciteitsopwekking (zoals
wind en nucleair) wordt afgetrokken, en tevens de CO2 uitstoot benodigd
voor het kraken van ruwe olie om benzine en diesel te maken wordt
verrekend. De Raad adviseert hier in de toelichting op in te gaan en aan
te geven welke weging de netto-milieubelasting van
elektriciteitsopwekking in het tarief voor elektrische auto's heeft
gekregen.

6.	CO2-uitstootforfait

Voor personenauto’s en bestelauto’s van particulieren waarvan de
CO2-uitstoot niet blijkt uit het kentekenregister is in artikel 3.1,
tweede en derde lid, WKP een niet voor tegenbewijs vatbare forfaitaire
bepaling van de CO2-uitstoot opgenomen.

In de toelichting is niet gemotiveerd waarom geen tegenbewijs tegen dit
forfait mogelijk is indien bijvoorbeeld uit een keuringsrapport de
werkelijke CO2-uitstoot van de desbetreffende auto is af te leiden.

De Raad adviseert artikel 3.1, tweede en derde lid, WKP aan te vullen
met een tegenbewijsregeling.

Tevens adviseert de Raad de in onderdeel 2.2 van de Algemene toelichting
opgenomen opmerking inzake 'de perverse effecten van de alternatieve
bepaling van de CO2-uitstoot' toe te lichten.

7.	Bestelauto’s

Het basistarief voor bestelauto’s van particulieren verschilt van het
basistarief voor bestelauto’s van ondernemers (artikel 3.3, vijfde en
zesde lid, WKP. Het tarief voor bestelauto’s van ondernemers wordt
enkel bepaald door het voertuiggewicht; voor bestelauto's van
particulieren wordt deze mede bepaald door de CO2-uitstoot. Evenmin
gelden voor bestelauto’s van ondernemers de brandstoftoeslag en de
fijnstoftoeslag. Dit wordt gemotiveerd door te stellen dat voor nieuwe
bestelauto’s de CO2-uitstoot op dit moment niet wordt geregistreerd,
alsmede dat op termijn kan worden overwogen om ook voor bestelauto’s
van ondernemers het tarief te baseren op de CO2-uitstoot. De Raad acht
deze motivering niet overtuigend, aangezien voor bestelauto’s van
particulieren niet anders geldt en voor deze bestelauto’s op grond van
artikel 3.1, tweede en derde lid, WKP een CO2-uitstoot wordt bepaald.
Niet valt in te zien waarom een overeenkomstige CO2-uitstootbepaling
voor bestelauto’s van ondernemers niet mogelijk is.

Hetzelfde geldt voor bestelauto's die zijn ingericht voor
gehandicaptenvervoer.

De Raad adviseert het basistarief van bestelauto’s van ondernemers en
bestelauto's die zijn ingericht voor gehandicaptenvervoer, met
betrekking tot de CO2-uitstoot opnieuw te bezien.

8.	Belastingplan 2010

De Raad merkt op, dat in het Belastingplan 2010 maatregelen zijn
opgenomen, die betrekking hebben op de MRB- en BPM-tarieven en
vrijstellingen. Onder meer is er op te wijzen dat met ingang van 2013
voor bestelauto’s van ondernemers een volledig op CO2-uitstoot
bepaalde BPM zal gaan gelden.

De Raad adviseert in de toelichting aandacht te geven aan deze
maatregelen en daarbij aan te duiden of en in hoeverre deze maatregelen
van betekenis zijn voor de basistarieven van de WKP.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande
rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

  PAGE  3 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........