[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beantwoording vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de behandeling van het Wetsvoorstel vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (32 123 XIV) en van het Diergezondheidsfonds (32 123-F) voor het jaar 2010

Brief regering

Nummer: 2009D61325, datum: 2009-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2009Z23327:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


SP

1

Wat betekent afschaffing dierrechten voor productie en ondernemers?

In de Meststoffenwet is 1 januari 2015 als expiratiedatum voor het
stelsel van dierrechten opgenomen. Uitgangspunt is en blijft echter dat
veehouders produceren binnen de geldende milieugebruiksruimte en de
daarop betrekking hebbende wet- en regelgeving. Het is de vraag of een
aanvullend instrument hierbij nodig is. Of dit noodzakelijk is, laat ik
momenteel onderzoeken. In dit onderzoek wordt voortzetting van het
stelsel van dierrechten, mogelijk in gewijzigde vorm, expliciet
meegenomen als variant. Over de resultaten informeer ik uw Kamer komend
voorjaar.

2

ā€œMeer melk mag, minder mest moetā€. Door dit onduidelijke
overheidsbeleid weten de ondernemende boeren niet meer wat zij moeten
doen. Hoe kunnen we aan de Nitraatrichtlijn voldoen?

De hoeveelheid meststoffen die gebruikt wordt, bepaalt in belangrijke
mate de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, niet de productie van
dierlijke mest. Met het vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de
periode 2010-2013 wordt een belangrijke stap gezet in realisatie van de
doelen. Ondernemers die hun mestproductie niet op eigen grond kunnen
aanwenden moeten alternatieve afzetkanalen zoeken. Te denken valt aan
export en mestverwerking. Daarnaast kunnen ondernemers maatregelen nemen
om de mestproductie te verlagen, bijvoorbeeld door het nemen van
voermaatregelen.

3

Oormerkweigeraars zijn witte raven, die de overheid moet koesteren.

Ik pas de Europese regelgeving toe en zoals ik ook al in eerdere
antwoorden heb aangegeven is het niet mogelijk om binnen deze Europese
regels een alternatieve voorziening te creƫren voor oormerkweigeraars. 

De Europese regelgeving inzake de identificatie en registratie van
runderen vereist de identificatie van runderen door middel van twee
oormerken. De desbetreffende normen behoren tot de randvoorwaarden
waaraan landbouwers dienen te voldoen, indien zij in aanmerking willen
komen voor GLB-subsidies, zoals de bedrijfstoeslag.

4

De SP is tegen speculatie met eerste levensbehoeften zoals voedsel.
Prijspolitiek (o.a. interventies) moet mogelijk blijven. Hoe neemt de
minister de regie?

De EU heeft in het kader van de hervorming van het GLB een beleid
ingezet gericht op een sterkere marktwerking en op een vermindering van
het prijs- en interventiebeleid. 

In de WTO Doha ronde, in het kader van verdere handelsliberalisering,
wordt op mondiaal niveau gewerkt aan de vermindering van
prijssteunmechanismen. 

Zoals mijn collega Heemskerk onlangs al aangaf in de WTO Ministeriƫle
bijeenkomst in GenĆØve, heeft Nederland, en in het bijzonder het
agrocluster, veel te winnen met zo min mogelijk handelsverstoring.
Nederland is wereldwijd de tweede exporteur van agrarische producten. Ik
ben het eens met collega Heemskerk om verder te onderzoeken hoe tarieven
voor duurzame producten en diensten kunnen worden verlaagd binnen de
regels van de WTO. Ook non trade concerns zijn van belang, zoals ik
reeds vaker aan uw Kamer heb gemeld. Daarbij dient wel rekening gehouden
te worden met de bijzondere positie van de ontwikkelingslanden. Hun
markttoegang mag daardoor niet verslechteren.

5

In hoeverre wordt bij de huidige financiering van de banken rekening
gehouden met aspecten van duurzaamheid en dierenwelzijn?

De financiering van agrarische ondernemers door banken is een
verantwoordelijkheid van de banken zelf. De aspecten die zij hierin
meenemen, zijn dan ook aan hen. Banken houden bij de beoordeling van
financieringsaanvragen natuurlijk rekening met het toekomstperspectief
van de betreffende bedrijven. Het spreekt voor zich dat
duurzaamheidsaspecten hierbij worden meegenomen.

Op het gebied van het stimuleren van kredietverstrekking door
garantstelling speelt de overheid nadrukkelijk een rol. Hier zet ik
expliciet in op het meewegen van duurzaamheidsaspecten bij de
financiering van bedrijven. Ik doe dit door middel van de
ā€œplus-faciliteitā€ van de Garantstelling Landbouwondernemingen (de
opvolger van het Borgstellingsfonds). Hieraan heb ik bovenwettelijke
duurzaamheidseisen verbonden in de vorm van Groen Label en de integrale
maatlat veehouderij. Ik heb de maximale garantie in het kader van deze
faciliteit per 1 juli 2009 verhoogd van ā‚¬ 1,2 mln. naar ā‚¬ 2,5 mln.
per aanvraag.

6

Er zijn te lage prijzen in land- en tuinbouwsector en daarnaast
prijsschommelingen. Waarom is er geen prijsbeleid? Kan in de begroting
een hoofdstuk worden opgenomen over inkomensgevolgen?

In het Gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU wordt er markt- en
prijssteun gegeven. Hiervoor zijn diverse instrumenten. In de
zuivelmarkt hebben we onlangs bewerkstelligd, door boter en magere
melkpoeder in interventie te nemen, dat de prijsdaling werd omgebogen in
een prijsstabilisatie en inmiddels trekken de zuivelprijzen weer aan.
Het gevolg hiervan is dat ook de melkveehouders weer een betere prijs
uitbetaald krijgen voor de melk.

Het WUR-LEI publiceert in opdracht van mijn ministerie jaarlijks
tweemaal actuele informatie over de inkomensontwikkeling namelijk in de
decemberpublicatie ā€œActuele Inkomenssituatie in de landbouwā€ en in
de junipublicatie ā€œLandbouw Economisch Berichtā€.

CDA

7

Is de financiering van de pilots ā€˜less favoured areasā€™ voldoende op
orde met de provincies? Kan dit worden gefinancierd uit de
modulatiegelden. 

Eind november heeft het EU-plattelandscomitƩ ingestemd met de
Nederlandse Health Check-voorstellen voor het
plattelandsontwikkelingsprogramma. In totaal is hiermee ca. ā‚¬ 150
miljoen gemoeid. Hierbij is ook opgenomen de vergoeding van de
maatschappelijk waardevolle gebieden voor de Friese Wouden en het
Groningse Westerkwartier via een LFA (Less Favoured Areas) vergoeding.
De gedeputeerden van Groningen en Friesland hebben altijd aangegeven
hier erg mee ingenomen te zijn. Ik verwijs hierbij ook naar het AO op 10
juli jl. Zoals ik toen ook al expliciet heb aangegeven zijn de
provincies Groningen en Friesland verantwoordelijk voor de nationale
cofinanciering. Sinds de voorbereiding van de Health Check-voorstellen
is het de provincies bekend dat zij de nationale cofinanciering zouden
moeten leveren. Ik ben hier altijd heel duidelijk over geweest, zowel
naar hen als naar uw Kamer. Bovendien hebben we, de gedeputeerden en ik,
dit met elkaar besloten in de vergadering van het ComitƩ van Toezicht
POP op 29 juni. Ik zie daarom geen enkele reden om daar nu op terug te
komen. Wat betreft de financiering uit de modulatiegelden, kan ik zeggen
dat de Commissie met de goedkeuring van het POP ook instemt met Europese
cofinanciering. Als hierin wijzigingen worden aangebracht, betekent dit
dat het weer opnieuw in procedure moet en niet met de uitvoering kan
worden begonnen.

8

Kan Midden-Delfland worden toegevoegd aan de pilot ā€˜less favoured
areasā€?

Midden-Delfland is in 2007 al aangewezen als LFA-gebied in het bestaande
POP2. Hiervoor is derhalve Europese financiering beschikbaar. 

9

Vooral in de glastuinbouw is er een sterke daling van het aantal
bedrijven. In andere sectoren is er een minder sterke daling. Kan de
minister onderzoeken waarom de daling van het aantal bedrijven in de ene
sector sterker is dan in andere? Wat zijn de oorzaken hiervan?

In de glastuinbouwsector is veel meer dan in andere sectoren sprake van
een (soms forse) schaalvergroting. Bedrijfseconomische redenen liggen
hieraan ten grondslag.

Daar komt in 2009 nog de economische crisis bovenop waardoor ook
meerdere bedrijven stoppen.

Echter, het totale glasareaal blijft nagenoeg gelijk, rond de 10.000 ha.

10

Oud-minister Veerman gaf aan dat 40% van de agrarische ondernemers
verbreding van bedrijfsactiviteiten realiseerde (zorg, recreatie) en
voorzag een verdubbeling van het aantal. Hoe staat het daarmee?

In de nota Kiezen voor Landbouw zijn de toen beschikbare cijfers
opgenomen voor 2003. Onduidelijk was in hoeverre de toen beschikbare
cijfers een representatief beeld gaven van de multifunctionele landbouw.
Daarom zijn deze op mijn verzoek in 2008 kritisch tegen het licht
gehouden. Het resultaat hiervan is weergegeven in het rapport ā€˜Kijk op
multifunctionele landbouwā€™ dat ik op 28 april 2009 aan uw Kamer heb
toegezonden (TK 30 252, nr. 16). Hierin wordt gemeld dat in 2007 bijna
20.000 landbouwbedrijven inkomsten heeft uit verbrede activiteiten, met
een omzet van 322 miljoen euro. Dit is inclusief agrarisch natuurbeheer.
Deze omzet vormt het uitgangspunt voor de monitoring van de
multifunctionele landbouw in de komende jaren in relatie tot de eerder
geformuleerde verdubbelingdoelstelling. Naast het monitoringonderzoek
heb ik u in dezelfde brief ook het rapport ā€˜Verbreding gevraagdā€™
toegezonden, waarin de potentie van de multifunctionele landbouw wordt
beschreven. De inschatting van de onderzoekers is dat een verdubbeling
van de omvang van de sector in tien jaar realistisch is. 

11

Sluiten in de varkens- en pluimveehouderijsector toegestane bouwblokken
aan op de wens van familiebedrijven

De omvang van de bouwblokken verschilt per gemeente en per
gebiedscategorie (o.a. wel of niet een landbouwontwikkelingsgebied). De
bouwblokken vormen veelal niet de beperking voor de omvang van de
bedrijven en sluiten daardoor in principe ook aan op de wens van
familiebedrijven.

12

Vindt de minister dat de lijn die Gelderland en Overijssel hanteren rond
de zoneringaanpak in het kader van ammoniak in relatie tot Natura
2000-gebieden niet sporen met de gewenste interpretatie van
EU-regelgeving? 

Voor zover ik weet, hanteert de provincie Gelderland tot op heden geen
zonering en de aanpak van Overijssel is nog in beweging. De
programmatische aanpak stikstof maakt maatwerk per gebied mogelijk.
Tegelijkertijd vindt er in het kader van de programmatische aanpak
regelmatig overleg met en tussen provincies plaats, juist om te
voorkomen dat er onnodige ongelijkheid tussen provincies ontstaat. De
programmatische aanpak stikstof zal uiteraard ook moeten voldoen aan de
EU-regelgeving.

13

Is de minister bereid om het totale budget voor de jonge boeren met 1
miljoen te verhogen? 

Ik deel de zorg van verschillende fracties voor de jonge boeren. Zij
zijn de ondernemers in de landbouw die de toekomst mede vorm geven en
hebben daarom ook mijn warme aandacht. Ik zie er op toe dat ook in 2010
alle passende aanvragen zullen worden gehonoreerd. 

14

Er is een project in Wijster waar pluimveeslachterijen de handen
ineengeslagen hebben in een nieuw project waarbij ook Essent-Milieu
betrokken is. Graag een inhoudelijke reactie van de minister op dit plan
en project. Hoe kan de minister het plan ondersteunen?

Het bedrijf Noblesse ProteĆÆns wil in de gemeente Wijster een fabriek
opstarten waarin zij restwarmte van de naastliggende Essentcentrale wil
gebruiken voor de productie van petfood met categorie-3
slachtbijproducten uit pluimveeslachterijen. De markt voor deze
categorie slachtbijproducten is vrij met het gebruik van een erkende
verwerkingsinstallatie. Noblesse blijkt een financiƫle bijdrage voor de
aanleg van het warmte- en waternet tussen Essent en Noblesse nodig te
hebben.

Zoals u weet, ben ik geĆÆnteresseerd in goede innovatie-ideeĆ«n. Dit
kabinet ondersteunt innovatieve projecten met diverse
subsidieregelingen. Ook bij andere overheden zijn mogelijkheden op dit
vlak. De businesscase is mij op dit moment niet in concreto bekend. Ik
kan daarom nu niet beoordelen of dit project in aanmerking zou komen
voor een subsidie uit de Rijksoverheidsprogrammaā€™s voor innovatie.

15

Kunnen gemeenten eisen om nu al aan de huisvestingseisen van varkens te
voldoen die in 2013 zullen gaan gelden?

Het betreft hier een tweetal regelingen, namelijk het
huisvestingsbesluit en het varkensbesluit.

Veehouderijen moeten in beginsel op 1 januari 2010 voldoen aan de eisen
van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij. Om mogelijk te
maken dat investeringen in ammoniak en dierenwelzijn gelijktijdig kunnen
worden gedaan, heeft Minister Cramer u begin dit jaar toegezegd om
uitstel te verlenen en hiervoor het Actieplan Ammoniak op te stellen.
Dit Actieplan heeft zij u 1 december jl. toegezonden.

Varkensbedrijven moeten op 1 januari 2013 voldoen aan de aangepaste
eisen van het Varkensbesluit. Gemeenten hebben geen formele rol bij de
uitvoering van dit besluit.

16

LTO-Akkerbouw is met een plan gekomen om interventiegewassen te
gebruiken voor biobrandstoffen. Wat vindt de minister van dit plan?

Op dit moment wordt er onderzoek gedaan naar de consequenties van het
plan. Dit plan kan bijdragen aan stabilisatie van prijsvorming van de
genoemde interventiegewassen. Echter, het kan ook instabiliteit
veroorzaken voor de marktontwikkeling van biobrandstoffen. Deze markt
staat nog in de kinderschoenen. De ontwikkeling van tweede generatie
biobrandstof, een van de speerpunten binnen de biobased economy, komt
langzaam van de grond en wordt niet geholpen met dit voorstel. Echter,
ik ben bereid om de uitkomsten van het onderzoek af te wachten en dan
een nader oordeel te vellen.

Overigens kent u mijn standpunt dat bij de keuze tussen ā€œmond of
motorā€ ik de voorrang geef aan het belang van voedsel.

17

Is de minister bereid zo nodig projecten van de Landelijke Vereniging
Kleine Kernen/Plattelandsparlement financieel te ondersteunen.

Ja, ik ondersteun deze organisaties al jaren met projectfinanciering. Ik
werk graag en constructief samen met de LVKK. Momenteel ben ik met hen
in gesprek over projecten in 2010 en ik verwacht dat de uitkomsten
positief zullen zijn.

VVD

18

Hoe gaat de minister ondernemers motiveren ten aanzien van vernieuwing
dieselolietanks? Is zij bereid om dit beleid vooruit te schuiven?

De minister van VROM is eerstverantwoordelijk voor het beleid ten
aanzien van dieselolietanks. In het Besluit landbouw milieubeheer is
vastgelegd dat dieselolietanks die zijn opgericht voor 1 juni 1996
uiterlijk 1 juni 2011 buiten gebruik moeten worden gesteld als ze niet
geĆÆnspecteerd kunnen worden.

19

Kan spoelplaatsbeleid niet ondernemersvriendelijker? Nu moet er al een
complete inrichting zijn bij aanvoer van Ć©Ć©n dier.

De verplichting voor een eenvoudige wasplaats ten behoeve van het
reinigen en ontsmetten van veewagens op het primaire bedrijf bestaat al
vele jaren en is in de herziene regeling preventie per 1 januari 2009,
mede op verzoek van het bedrijfsleven, gehandhaafd. 

Hiermee wordt beoogd de verspreiding van besmettelijke dierziekten te
voorkomen.

Per 1 januari 2010 versoepel ik de regeling wederom voor de rundvee- en
schapen- en geitenbedrijven die geen dieren aanvoeren. Daarmee geef ik
deze veehouders een keuze.

Verdere versoepeling acht ik onwenselijk vanuit het oogpunt van
preventie.

20

Is de minister bereid de betaling voor derogatie (ā‚¬ 200,-) niet door
te laten gaan?

Het doorberekenen van de monitoringskosten aan derogatiebedrijven maakt
onderdeel uit van de wijzigingen in de Meststoffenwet zoals deze door uw
Kamer, en inmiddels ook de Eerste Kamer, zijn aangenomen.

Achtergrond van het doorberekenen van monitoringskosten is dat de
derogatie een individueel toerekenbaar profijt oplevert voor
derogatiebedrijven van gemiddeld ā‚¬ 7.500,- per jaar. 

21

Wil de minister analyse laten maken van de steunmaatregelen die andere
EU-lidstaten geven? Graag een kostprijsbarometer.

Zoals ik eerder tijdens het debat over de implementatie in Nederland van
de Health Check heb toegezegd, zal ik u, zodra de betreffende informatie
beschikbaar is, een overzicht doen toekomen van de maatregelen in het
kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) en van artikel 68
die andere lidstaten toepassen. 

Een overzicht over artikel 68 is momenteel nog niet beschikbaar en ten
aanzien van de POP-maatregelen druppelen de gegevens binnen nu zo
langzamerhand van alle lidstaten de POP-programmaā€™s worden
goedgekeurd.

Ik zal u hierover op hoofdlijnen informeren zodra alle gegevens binnen
zijn.

In de afgelopen jaren zijn jaarlijks voor sectoren concurrentiemonitors
uitgebracht; zijn er zogenoemde Porter-analyses van de
concurrentieverhoudingen uitgevoerd, waarin de Nederlandse land- en
tuinbouw overigens goed scoort, en wordt er regelmatig ad hoc onderzoek
uitgezet naar de concurrentiepositie. 

Dit acht ik voldoende.

22

Waarom brengt het handhaven van de WION extra administratieve druk met
zich mee?

Is de minister bereid dit terug te draaien?

DeĀ Wet informatie-uitwisseling ondergrondse nettenĀ valt onderĀ de
verantwoordelijkheid van mijn collega van Economische Zaken. Er is de
afgelopen maanden intensief met deĀ landbouwsectorĀ overlegdĀ omĀ een
oplossing te vinden voor de administratieve lasten voor de agrariƫrs.
Dit heeft geresulteerd in een voorstelĀ tot aanpassing van de WION dat
staat geagendeerd voor plenaire behandeling door de Kamer volgende week.
Dit voorstel zal leiden tot een aanzienlijke lastenverlichting voor de
agrariƫrs.

23

Natuurbeleid rond broedvogels werkt niet. Natura 2000-gebieden halen
doelstellingen niet en grote grazers verdrijven de vogels.

Als dit beleid niet werkt, kunt u het bedrijfsleven toch niet vragen om
zich hard te blijven maken voor natuurdoelstellingen?

De doelstellingen voor Natura 2000-gebieden worden nu vastgesteld. Ik
heb geen redenen eraan te twijfelen dat via de beheerplannen deze doelen
zullen worden gerealiseerd.

Met vogels gaat het over het algemeen goed. Het aantal broedvogelsoorten
is toegenomen. Door de Oostvaardersplassen hebben we er broedvogels
zoals de zeearend en zilverreigers bij gekregen. Het klopt dat grote
grazers vogels soms verschrikken. Daar houden terreinbeheerders rekening
mee bij het inrichten van hun gebieden.

Ik zie ook, dat het bedrijfsleven soms beperkingen ondervindt van de
natuurwetgeving. Ik werk er aan om dat zo werkbaar mogelijk in te
vullen. Denk aan de programmatische aanpak voor stikstof. Maar het
bedrijfsleven zal ook gewoon een bijdrage willen en moeten leveren aan
de biodiversiteitsdoelen. Dit is ook in hun (toekomst)belang.

Overigens wijs ik daarnaast graag op een positieve ontwikkeling: het
project ā€˜natuurlijk lukt hetā€™ van LTO en LNV laat zien, dat er
steeds meer boeren zijn die natuur meenemen in hun bedrijfsvoering en
zelf natuur produceren.

24

De leeftijdsgrens voor BSE-testen wordt verhoogd. Wil de minister dit op
Europees niveau aan de orde stellen en er zich sterk voor maken dat de
termijn naar 60 maanden wordt getrokken?

De testleeftijd is pas onlangs verhoogd. Sinds 1 januari 2009 worden
alle slachtrunderen en runderkadavers getest bij een leeftijd van 48
maanden en ouder. Dat was respectievelijk 30 en 24 maanden. 

De Europese Commissie zal met een voorstel komen voor een verdere
verhoging van de testleeftijd zodra de BSE-monitoring in de EU heeft
laten zien dat dat niet ten koste gaat van het huidige
beschermingsniveau. Daartoe zal de Commissie zich baseren op een
wetenschappelijke analyse van EFSA. 

Ik wijs erop dat de EU pas minder dan Ć©Ć©n jaar de verhoogde
testleeftijd toepast. Er is in de EU geen draagvlak om nu al een
hernieuwde discussie op te starten voor een verdere verhoging.

25

Is de minister bereid om verhoging van de doorberekening van de kosten
van de VWA teniet te doen?

De opbrengsten uit retributies VWA in 2009 zullen iets lager dan
verwacht uitvallen, maar de economische situatie in 2009 heeft ook hier,
zij het in beperkte mate, sporen nagelaten.

In 2009 is een nieuwe stap naar kostendekkendheid gezet om tot volledige
kostendekkendheid te komen in 2011.

Ik had u aangekondigd per 1 januari 2010 de volgende stappen in de
richting van kostendekkendheid te zetten.

Ik heb echter besloten, vanwege de economische situatie en vanwege de nu
lopende evaluatie van het planningskader, om de verhoging van de
retributies, alsmede enkele inhoudelijke wijziging, met een half jaar
uit te stellen tot 1 juli 2010. 

Wel vindt per 1 januari 2010 de indexering plaats van die tarieven die
niet-kostendekkend zijn.

PvdA

26

Welke mogelijkheden ziet de minister met betrekking tot de sojaproductie
om in te zetten op het bevorderen van eiwitteelt in de EU, zodat we
minder hoeven te importeren?

Ik zie de lokale teelt van eiwithoudende gewassen en de inzet van
dierlijke eiwitten als mogelijke perspectieven om de ambities te
realiseren voor een gesloten voer-mest-kringloop. Deze ambities maken
onderdeel uit van de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij en de
beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen. Voor de teelt van eiwithoudende
gewassen wil ik de komende periode samen met sector en maatschappelijke
organisaties de mogelijkheden verkennen om hier vorm aan te geven. Dit
punt staat ook nadrukkelijk op de agenda in Europees verband.

27

Wat is de visie van de minister op de voortgang van en wat is haar inzet
met betrekking tot de gezamenlijke notitie LNV/OS ā€˜Landbouw, rurale
bedrijvigheid en voedselzekerheidā€™?

De uitvoering van de gezamenlijke notitie ā€˜Landbouw, rurale
bedrijvigheid en voedselzekerheidā€™ wordt voortvarend ter hand genomen.
Binnenkort zal ik samen met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking
de Kamer informeren over de voortgang van de implementatie van deze
nota.

Ook voor de komende periode ben ik in dit kader ambitieus. Ons streven
is erop gericht de komende jaren te blijven richten op innovatieve,
nieuwe initiatieven waarbij ik zowel bilaterale kanalen (via onze
landbouwraden) en multilaterale kanalen wil gebruiken.

28

Ten aanzien van de tijgermug vraagt de PvdA de minister om meer controle
en toezicht en betere handhaving van bestaande wet- en regelgeving. De
containers moeten eerst in quarantaine worden geplaatst voordat ze
gelost worden en er moet in Europa veel meer focus komen op dit soort
bedreigingen, met name in de zeehavens.

De tijgermug valt onder verantwoordelijkheid van mijn collega, de
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 

Tot januari 2009 werd gewerkt met vrijwillige convenanten maar sinds
januari 2009 is een regeling onder de Warenwet van kracht die
voorschriften stelt aan de import van Lucky Bamboo. Zo mogen de
containers pas in een besloten ruimte, zoals een kas, worden geopend,
dienen importeurs een bestrijdingsplan voor de tijgermug te hebben en
moet verplicht bestrijding plaatsvinden met een biocide. De
Plantenziektekundige Dienst houdt in opdracht van mijn collega van VWS
toezicht op de regeling. De VWA is de handhavende instantie voor de
bedoelde warenwetregeling. 

29

Waarom blijft een regeling voor het verlenen van exportkredieten
achterwege? Gezien de economische crisis en de afhankelijkheid van de
sector van de export.

Voor exportkredietverlening kan het bedrijfsleven zich in principe
wenden tot de financiƫle instellingen. Wel kunnen bedrijven
exportkredietverzekeringen afsluiten om de risicoā€™s af te dekken. Ten
aanzien van de exportkredietverzekeringen heeft het Kabinet in juli een
tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering ingevoerd. 

30

Kunt u een pilot ondersteunen voor het ontwikkelen van een natuur- en
landschapsnorm (o.a. voor biologische boeren)?

In maatschappelijk waardevolle gebieden zijn natuur en landschap
kwetsbaar. Boeren die natuur- en landschapswaarden in deze gebieden
beschermen, verdienen steun.

Inmiddels is, zoals door uw Kamer verzocht, met steun vanuit LNV een
onderzoekspilot in Twickel en Bielandse Polder met instemming van
Brussel van start gegaan om de mogelijkheden hiervoor te verkennen.

31

Graag reactie op de financiering van de Regeling Draagvlak Natuur.

Tijdens het Wetgevingsoverleg Natuur heb ik aangegeven te willen
bekijken of LNV-regelingen in elkaar kunnen worden geschoven om synergie
te behalen. Ik heb toegezegd daarover in het voorjaar 2010 met een
voorstel naar de Kamer te komen.

In de tussentijd wordt de Regeling Draagvlak Natuur in 2010 opengesteld
voor de activiteiten van maatschappelijke organisaties in 2011.

32

Graag begin februari 2010 een voortgangsrapportage over buitenplaatsen.

Ik zeg u namens het kabinet een voortgangsrapportage toe.

Ik heb u op 26 oktober een brief gestuurd over de afspraken met de
Stichting Particulier Historische Buitenplaatsen (PHB) over het afbouwen
van de subsidietaken (TK 31 253, nr. 20). De PHB is zeer tevreden. Dat
heb ik u in het wetgevingsoverleg Natuur gemeld. 

33

Wat gaat LNV doen aan het aanspoelen van zieke zeehonden? Komt er een
onderzoek?

Sinds de start van de geharmoniseerde trilaterale zeehondentellingen
zijn er nog nooit zoveel zeehonden geteld in de Waddenzee. Ik heb geen
indicatie dat er onevenredig meer zieke dieren zijn. Er is sprake van
een vitale populatie. Onze LNV-inspecteurs op de Waddenzee, die ook
toegang hebben tot de afgesloten gebieden, bevestigen dit beeld. Zij
houden scherp in de gaten of zich verontrustende ontwikkelingen
voordoen. LNV handelt volgens de Leidraad Opvang gewone en Grijze
Zeehonden en er is geen reden tot extra onderzoek.

34

Hoe staat de minister t.o.v. het maken van een oude kaart van Nederland
via een wiki-systeem: het in kaart brengen van cultuurhistorisch
landschap door de eeuwen heen via een interactief proces met burgers en
historici.

Ik beschouw dit als een ondersteuning van de actie uit de Agenda
Landschap om te komen tot een cultuurhistorische waardenkaart voor
Nederland. Het Ministerie van OCW, in het bijzonder de Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed, voert deze actie uit. Ik zal de suggestie van een
wiki-systeem doorgeven aan mijn collega.

35

Openheid landschap. Kan (een deel van) de extra miljoen gebruikt worden
om mensen en ondernemers in staat te stellen om te laten zien wat zij
doen aan openstelling?

Ik heb op korte termijn overleg met verschillende betrokken partijen om
tot een goede besteding te komen, waarbij onder meer ommetjes en
recreatieve verbindingen vanuit de stad naar dat omliggende boerenland
ondersteund kunnen worden. Ik neem uw suggestie mee om hierbij ook te
denken aan voorlichtingsactiviteiten. De mede door mij gefinancierde
activiteiten van het wandelplatform op dit punt, zoals het vernieuwen
van de website   HYPERLINK "http://www.boerenlandpad.nl" 
www.boerenlandpad.nl , draagt hier ook aan bij. Het gaat erom, de
openstelling van het boerenland nabij de grote steden te bevorderen,
omdat hier de behoefte aan extra recreatieruimte het grootst is.

36

Openheid landschap. Hoeveel kilometer schouwpad heeft de
aansporing(sbrief) richting de waterschappen tot nu toe opgeleverd.

Ik kan de inspanning van de waterschappen nu niet concreet weergeven in
kilometers, maar merk steeds meer aandacht voor recreatief medegebruik
bij waterschappen. De cultuur is sterk veranderd de afgelopen jaren.
Ieder goed gemotiveerd verzoek aan waterschappen om recreatief
medegebruik mogelijk te maken mag tegenwoordig rekenen op een welwillend
oor. Bovendien bieden sommige waterschappen pro-actief allerhande
wandel-, fiets- en soms ook ruiterroutes aan.

Er is overigens wel duidelijk meer mogelijk in oost Nederland dan in het
westen. Dit komt omdat de waterschappen in het westen veel minder grond
en vaak geen oevers in eigendom hebben. De weilanden lopen tot aan de
sloot en de grond is vaak te zacht voor paden. De waterschappen zijn dan
ook afhankelijk van boeren. En juist op dit punt vindt nu
kennisuitwisseling tussen waterschappen plaats. 

37

Op het ecoduct Crailoo is de mogelijkheid om tevens te wandelen en te
fietsen, kan de minister die optie bevorderen bij de aanleg van andere
ecoducten, bijvoorbeeld de zeven die op de Veluwe bijkomen?

Ik ben er voor om toekomstige ecoducten ook toegankelijk te maken voor
recreanten. Voorwaarde is dat dit te combineren is met de beschermde
flora en fauna. Op dit moment wordt door Alterra onderzoek uitgevoerd
naar de mogelijke effecten die het toelaten van recreanten (wandelaars
en fietsers) op ecoducten kan hebben. Dit onderzoek is begin volgend
jaar gereed en ik wil de resultaten hiervan graag afwachten. 

PVV

38

Wat gaat de minister doen aan rituele slachting. Komt er een boete?

Waar blijft het verbod op het ritueel slachten?

Vrijheid van godsdienst is een grondwettelijk recht en op grond hiervan
zal ik het ritueel slachten van dieren niet gaan verbieden. Er is een
voorstel aanhangig van mevrouw Thieme dat ertoe strekt dat dieren
slechts ritueel mogen worden gedood als ze tevoren bedwelmd zijn. Ik
wacht de verdere behandeling van dat wetsvoorstel af.

39

Wil de minister naar Brussel gaan om invoering van luchtwassers uit te
stellen? Voeren andere Europese landen de luchtwassers wel in?

Veehouderijen moeten voldoen aan de eisen van het Besluit
ammoniakemissie huisvesting veehouderij. Aangezien er verschillende
stalsystemen zijn die aan deze eisen voldoen, kunnen de veehouderijen
kiezen welk stalsysteem het best bij hen past. EĆ©n van deze
stalsystemen is de luchtwasser. In de varkenshouderij kiest men vaak
vrijwillig voor een luchtwasser. Luchtwassers verminderen de uitstoot
van ammoniak dusdanig, dat bestaande stallen dan niet aangepast hoeven
te worden.

Luchtwassers worden ook in andere Europese landen toegepast. Ook daar
hebben de veehouderijen de keuze tussen het toepassen van luchtwassers
en andere stalsystemen.

Ik stimuleer de introductie van gecombineerde luchtwassers in de
praktijk via een investeringsregeling. Deze luchtwassers verminderen de
uitstoot van ammoniak, geur en fijn stof substantieel.

ChristenUnie

40

Wat zijn nu echt de problemen rondom N2000? Is de Minister bijv. het
Planbureau voor de leefomgeving onderzoek doet naar de werkelijke
problemen rondom N2000, zodat we als Kamer actief het proces verder
kunnen helpen?

Het belangrijkste probleem bij de uitvoering van Natura-2000 is
stikstof. Het PBL is nadrukkelijk betrokken bij de uitwerking van de
programmatische aanpak stikstof.

41

Zou het geen mooi gebaar zijn als de Minister de BioVak zou bezoeken in
januari?

Ik kan de heer Cramer blij maken, want ik ga, als de Tweede Kamer dat
toelaat, naar de BioVak op 21 januari. Sterker nog, ik ga ook naar de
Biofach op 17 februari.

42

Het zou de Christenunie verheugen als de minister zich met betrekking
tot het kwekersrecht onverkort achter de kleine kwekers en veredelaars
schaart en ze bevoordeelt ten opzichte van de grote multinationals.

Ik vind goede toegankelijkheid van genetisch materiaal van groot belang
voor de plantenveredeling. Momenteel laat ik, mede in opdracht van de
Minister van EZ in verband met haar verantwoordelijkheid voor het
octrooirecht, studie verrichten naar de verhouding tussen kwekersrecht
en octrooirecht. Belangrijke onderdelen daarbij zijn de vragen of het
octrooisysteem de beschikbaarheid, gebruik en exploitatie van genetisch
materiaal voor veredeling belemmert en of dit de innovatie in de sector
in de weg staat. 

Het rapport zullen wij samen met ons standpunt aan de Tweede Kamer
toezenden. 

43

Het is van groot belang dat het geld dat we hebben voor natuur- en
landschapsbeheer, bijvoorbeeld via het POP, toegankelijk is en snel
inzetbaar. Kan dit niet beter? 

Natuurlijk is het van groot belang dat beschikbare gelden snel en
gericht ingezet kunnen worden. Met het nieuwe Subsidiestelsel natuur- en
landschapsbeheer (SNL) wordt benutten van middelen voor natuur- en
landschap al een stuk eenvoudiger. Als uit de midterm review van het POP
en het ILG volgend jaar mogelijkheden tot verbeteringen blijken, zal ik
deze zeer zeker in overweging nemen.

44

Wil de minister verduurzaming van de visserijvloot stimuleren door
ondersteuning van certificering? 

Zoals u bekend heb ik september jl. een subsidieregeling opengesteld
gericht op visserijondernemers die een certificeringtraject willen
starten.

De regeling was een (groot) succes: van de 20 ingediende projecten,
voldeden 15 en zijn er 11 gehonoreerd. Gelet op dit succes zal ik de
regeling in 2010 opnieuw openstellen.

Daarmee geef ik ook invulling aan een amendement ingediend tijdens het
recente visserijdebat (Koppejan/Jacobi) voor meer steun voor
certificering.

45

Is de minister bereid om met Europese partners de WTO te bewerken zodat
we eisen kunnen stellen aan productieomstandigheden voor kweekvis?

Zoals u weet is het kabinetsbeleid ook internationaal te werken aan
duurzaamheid in relatie tot dierenwelzijn en milieu. De inzet daarbij is
gericht op een aanbod van dierlijke producten op de EU-markt, waarbij
lokaal geproduceerde dierlijke producten en geĆÆmporteerde producten
voldoen aan een EU gelijkwaardig niveau (non trade concerns). Ook de WTO
maakt dat mogelijk, zolang dergelijke eisen geen ongerechtvaardigde
handelsbelemmering vormen.

Ook de Europese Commissie erkent het probleem rond de import. Daarom
heeft zij in de ā€˜Strategie duurzame aquacultuurā€™ van deze zomer de
verbetering van de concurrentiekracht als Ć©Ć©n van de speerpunten
benoemt. De Commissie heeft toegezegd voor het einde van het jaar te
komen met een actieplan ter uitwerking daarvan.

46

Gemeenten blijven verzoeken om ondersteuning bij publieksvoorlichting
door Staatsbosbeheer (SBB). De financiƫle ruimte van SBB neemt echter
niet toe. Is daar iets aan te doen?

Het is goed dat gemeenten publieksvoorlichting over natuur belangrijk
vinden. Het is goed dat zij hierbij samenwerken met SBB. Ik realiseer me
dat het budget beperkt is, maar ik doe ook een beroep op de gemeenten
zelf. Zij hebben hier immers ook een belangrijke verantwoordelijkheid in
de uitvoering van Natuur- en Milieueducatie.

GL

47

Wat is de toekomstvisie van LNV op de afbouw van de intensieve
veehouderij?

In de Toekomstvisie duurzame veehouderij, die ik 16 januari 2008 naar de
Tweede Kamer heb gestuurd (TK 28 973, nr. 18), heb ik aangegeven dat de
veehouderij zich binnen 15 jaar moet hebben ontwikkeld tot een in alle
opzichten duurzame veehouderij, met een breed draagvlak in de
samenleving. 

Daarbij kies ik vooral voor een aanpak van stimuleren, waarbij ik
duidelijk oog heb voor de internationale context waarin de veehouderij
opereert. 

In kader van de Uitvoeringsagenda duurzame veehouderij werk ik samen met
het primaire bedrijfsleven, ketenpartijen en maatschappelijke
organisaties aan de veehouderij van de toekomst. 

48

Welke maatregelen wil LNV nemen om het prijsverschil tussen biologische
en niet-biologische producten te verkleinen?

Ik ben niet van plan hier maatregelen voor te treffen. Mijn voorganger
heeft in 2006 een prijsexperiment laten uitvoeren. Het experiment
leverde goede inzichten op in het koopgedrag van consumenten ten aanzien
van biologische producten, waar alle schakels in de keten hun voordeel
mee kunnen doen. 

De resultaten van het experiment zijn op 20 december 2006 naar uw Kamer
gestuurd. Daarin heb ik ook aangegeven waarom ik niets zie in
maatregelen vanuit de overheid. Ten eerste leidt subsidiƫring van
biologische producten tot marktverstoring, waarbij er ook een reƫel
risico bestaat dat er omzetplafonds bereikt worden. 

Ten tweede zou voor een prijsdaling van 15% ongeveer ā‚¬ 83 miljoen per
jaar nodig zijn. Hiermee zou het marktaandeel met een 0,5% groeien.

Ten derde is de inzet van middelen via de Task Force Marktontwikkeling
Biologische landbouw, met nu ongeveer 3 miljoen per jaar, een veel
efficiƫntere manier om consumptie van biologische producten te
bevorderen. Met deze middelen wordt bijvoorbeeld ingezet op promotie,
presentatie van producten en worden ketenpartijen bijgestaan om de
resultaten van het prijsexperiment in praktijk te brengen.

49

Schoon en Zuinig gaat vooral over glastuinbouw. Wat zijn de effecten van
Schoon en Zuinig in deze sector?

Schoon en Zuinig gaat over de hele land- en tuinbouwsector en dus ook,
maar niet alleen, over de glastuinbouwsector.

In het Convenant Schone en Zuinige agrosectoren heb ik ambitieuze
doelstellingen voor 2020 afgesproken met de agrosectoren.

Ik kan met u melden dat uit de meest recente monitorcijfers van het LEI
blijkt dat de glastuinbouwsector de doelstelling voor de CO2-emissie in
2008 heeft bereikt en dat de verregaande ambitie voor 2020 daarbij
serieus in zicht komt.

Ten aanzien van de energiebesparing is het resultaat tot nu toe dat de
glastuinbouwsector in 2008 ten opzichte van 1980 maar liefst 70% energie
heeft bespaard. De sector en ik blijven streven naar nog meer besparing
tot en met 2020. Op basis van de stappen in het verleden kunt u zich
voorstellen dat ik daar een groot vertrouwen in heb.

De glastuinbouwsector is tenslotte een pionier op het gebied van het
toepassen van innovatieve duurzame energieopties in de bedrijven. Ik
geef hierbij enkele aansprekende voorbeelden als: 

de kas zonder gas, 

de kas verwarmd door aardwarmte/geothermie

kassen verwarmd door ketels op houtresten

de semi-gesloten (energieleverende) kassen

 

Het gezamenlijk Energietransitieprogramma Kas als Energiebron dat ik
zeer succesvol samen met de sector uitvoer werpt hierbij duidelijk zijn
vruchten af. 

50

Is de minister bereid, net als in andere sectoren een heffing in te
voeren op de uitstoot van CO2? 

Heffing:

De juridische, administratieve en handelstechnische bezwaren van
prijsbeleid in klassieke zin zijn groot (zie mijn Toekomstvisie op de
veehouderij (TK 28 973, nr. 18)). Heffingen zouden daarom op
internationaal niveau (interne markt) ingevoerd moeten worden. 

Ik zie derhalve meer in innovatieve maatregelen die duurzaamheid
effectief kunnen bevorderen.

Onderzoek naar de effectiviteit van prijsmaatregelen voor voeding in de
meest brede zin van het woord om gewenst gedrag te stimuleren laten op
zijn best ambivalente resultaten zien. De prijs is weliswaar een
belangrijke, maar niet de enige factor die de productkeuzes van de
consument bepaalt. Daarnaast is er weinig draagvlak voor heffingen bij
consumenten, boeren en supermarkten. 

Labelling:

Het opleggen van een CO2-heffing via labelling is bovendien een lastige
zaak. Dit veronderstelt dat criteria op het gebied van CO2-uitstoot met
betrekking tot voedsel duidelijk gemaakt kunnen worden en op
wetenschappelijke basis vastgesteld zijn.

51

Kent de minister de film over de jaarlijkse jacht op dolfijnen in Japan?
Gaat de minister actie op die jacht ondernemen?

Het is mij bekend dat op verschillende plaatsen in de wereld er
gebruiken zijn die tot de dood van dolfijnen of andere zeezoogdieren
leiden. Meerdere keren heb ik in brieven daarvoor de aandacht gevraagd
van collega ministers van andere landen en ik zal dat blijven doen.

Ik zal mijn collegaā€™s hierop in CITES-verband blijven aanspreken.

52

Wil LNV het initiatief nemen tot een publiekscampagne voor parttime
vegetarisme?

De publiekscampagnes van LNV zijn gericht op het genereren van
bewustwording bij consumenten over tot de totstandkoming van voedsel. Op
die manier krijgen consumenten de essentiƫle informatie aangeboden
waarmee ze zelf doordachte aankoopkeuzes kunnen maken. Het is niet de
bedoeling om consumenten via campagnes een bepaalde keuze op te dringen.
Dit geldt ook voor de mediacampagnes van het Voedingscentrum.

D66

53

Wat is de stand van zaken rond de motie ā€œlandbouwpolitiekā€ van
afgelopen juli?

Op 6 oktober jl. zond ik uw Kamer een overzicht van de stand van zaken
rondom openstaande moties (TK 32 123 XIV, nr. 21). Over deze motie
schreef ik in die brief: ā€œDe nieuwe Europese Commissie zal nadere
voorstellen doen over de invulling van de Budget review. Zodra deze
voorstellen bekend zijn, zal het kabinet haar standpunt bepalen.

54

Hoe gaat de Minister het gat dichten om tot 5% duurzame stallen te
komen?

Wat gaat ze doen om dit te versnellen?

In de Toekomstvisie duurzame veehouderij, die ik januari 2008 naar de
Tweede Kamer heb gestuurd (TK 28 973, nr. 18), ben ik ingegaan op het
realiseren van integraal duurzame stallen. 

Uit de monitor duurzame stallen, die ik april jl. naar de Kamer heb
gestuurd, blijkt dat de ontwikkeling op schema ligt. Wanneer de in
voorbereiding zijnde stallen allemaal worden gerealiseerd, ligt de
tussendoelstelling voor 2010 binnen bereik.

Forse inspanningen blijven nodig om het vliegwiel op voldoende snelheid
te houden. Ook de huidige economische situatie brengt enige onzekerheid
met zich mee. Naast de reeds beschikbare middelen voor fiscale en
subsidieregelingen heeft het kabinet daarom in het kader van het
Aanvullend beleidsakkoord voor 2009 en 2010 voor de ontwikkeling en
toepassing van integraal duurzame stallen ā‚¬ 20 miljoen extra
beschikbaar gesteld. Verder heb ik in het kader van artikel 68 GLB vanaf
2010 jaarlijks ā‚¬ 10 miljoen extra beschikbaar gesteld voor
investeringen in duurzame stallen. 

55

Medicinale werking van voedsel. Nederland loopt voorop in de kennis
hiervan. Op welke manier gaat LNV samen met andere departementen dit
stimuleren?

Juist in de zorg en voor ouderen is goed eten van belang. Een goede
maaltijd in een prettige ambiance is aangenaam en je blijft er gezond
bij. Dat onderzoek ik binnenkort samen met VWS in de pilot ā€˜een mooie
maaltijd in de zorg: bespaart een goede maaltijd op pillenā€™? 

LNV levert met haar land- en tuinbouw de bouwstenen voor een gezond
voedingspatroon. LNV werkt daarnaast ook mee aan kennisontwikkeling
m.b.t. medicinale werking van voedsel. Kennisontwikkeling is geborgd in
een onderzoek dat wordt verricht door het Top Institute Food en
Nutrition, een programma van Economische Zaken. LNV en VWS zijn
betrokken bij dit onderzoeksprogramma. 

Daarnaast verricht de WUR in het kader van kennisbasis onderzoek naar
bio-actieve inhoudsstoffen. 

56

Hoe gaat de minister de ervaring met landbouw rond de Randstad
internationaal als pilot voor metropolitane landbouw benutten?

In het concept van metropolitane (of peri-urbane) landbouw staat de
voedselproductie voor de grote metropolen van de wereld centraal. De
idee hierbij is dat we dat voedsel in tamelijk

grote hoeveelheden moeten produceren, het liefst in de buurt van de
steden, want steden hebben veel te bieden: logistieke knooppunten,
sterke netwerken, een hoge mate van organisatie, etc. Bovendien draagt
dit bij aan een efficiƫnt transport. Diverse steden zijn hiermee aan de
slag. Denk hierbij aan het Groene Hart, de Greenports en
Midden-Delfland. Typisch land- en tuinbouwproductiegebieden in een
grootstedelijke omgeving. Hierbij is sprake van een regionale duurzame
voedselvoorziening, naast de inzet op de relatie boer-burger. Uiteraard
kan deze ervaring ook worden benut in internationaal verband. 

57

Is de minister met betrekking tot de non trade concerns, bereid om
internationaal haar nek uit te steken door het afdwingen van rechtszaken
rond visserij en bijvoorbeeld intensieve veehouderij?

De agendering van deze onderwerpen op de internationale agenda is op
zichzelf al een teken dat ik mijn nek hiervoor uitsteek. Ik heb
herhaaldelijk aandacht gevraagd voor non trade concern, zowel in de EU
als in internationale fora, zoals WTO en OIE. Ik zal dit ook blijven
doen.

Daarbij verwijs ik naar de Kabinetsvisie ā€œNon Trade Concerns en
Handelā€. Daarin staat de Nederlandse inzet in relatie tot duurzaamheid
beschreven, onder meer dat Nederland de interpretatieruimte die de WTO
jurisprudentie biedt optimaal zal benutten. 

58

Wat vindt de minister van het opzetten van kennistransferpunten in de
grote steden in onder andere Amsterdam en Rotterdam?

Het is een goed voorstel, ik werk er al aan. Samen met het groen
onderwijs - en in het bijzonder het groene HBO - werk ik aan de
ontwikkeling van het concept School als Kenniscentrum. Hiermee zet ik in
op versterking van de verbindingen tussen onderwijs, onderzoek en
praktijk. Het gaat er om dat de beschikbare kennis via het onderwijs
doorwerkt en wordt benut door doelgroepen in de sector voedsel en groen.
Door de kennistransferpunten zijn scholen zichtbaar, docenten
aanspreekbaar en op de hoogte van nieuwste onderzoeksresultaten en zijn
studenten actief betrokken bij actualiteit en vragen vanuit de
doelgroepen. De scholen vormen een spil in regionale kennisnetwerken.

In dit kader zal ik ook de versterking van het groen onderwijs in de
Randstad ondersteunen. Momenteel wordt hiertoe door een
samenwerkingsverband van groene scholen gewerkt aan de ontwikkeling van
een concept voor drie kenniscentra voor voedsel en groen in de Randstad
(Amsteram e.o., Rotterdam e.o. en in Almere). 

Het gaat daarbij om vernieuwing van het groen onderwijs zodat het nieuwe
doelgroepen zoals de stedelijke jongeren weet te interesseren en te
binden. Duidelijk herkenbaar en aansprekende groen onderwijs in de
nabijheid van deze doelgroepen is daarbij essentieel. Maar ook de
bijdrage vanuit het groen onderwijs om mijn ambities rond gezonde
voeding en groen in de stad te realiseren.

59

Toestroom naar groen onderwijs blijft achter. Welke actie gaat de
minister ondernemen?

Ik ben het met de heer Van der Ham eens dat het groene onderwijs
gestimuleerd dient te worden. Het groen onderwijs volgt de grote trends
wat betreft de ontwikkeling van leerlingen- en studentenaantallen. De
toestroom richting het groene onderwijs vertoont een stabiel beeld. Bij
VMBO, MBO en WO is de toestroom zelfs licht gestegen. Alleen het groen
hbo blijft iets achter. Kortom, het groen onderwijs handhaaft zich goed.


Dit neemt niet weg dat bij mij en het groene onderwijs continue aandacht
is om het groene onderwijs zowel onderwijskundig als maatschappelijk
goed te positioneren. Hierin speelt de Groene Kenniscoƶperatie een
belangrijke rol. Hierin treden de groene scholen gezamenlijk op en maken
zij gezamenlijk met mij keuzen ten aanzien van onder meer de
maatschappelijke inbedding van het groene onderwijs, de aansluiting op
de arbeidsmarkt en de kennisverspreiding richting doelgroepen en burgers
en jeugd in het bijzonder. Op het gebied van jeugd gaat het daarbij om
bijvoorbeeld de inzet van studenten en docenten bij smaaklessen,
maatschappelijke stages voor scholieren in het reguliere onderwijs en
natuur- en milieueducatie.

60

Onderzoek door PBL als onderlegger voor discussie over Natura2000.

Via de natuurbalans van het Planbureau voor de Leefomgeving is al veel
bekend over Natura 2000. 

Op dit moment wordt via de beheerplannen ook steeds meer duidelijk hoe
de doelen te realiseren en welke maatregelen nodig zijn op
gebiedsniveau. 

Het belangrijkste probleem bij de uitvoering van Natura-2000 is
stikstof. 

Het PBL is nadrukkelijk betrokken bij de uitwerking van de
programmatische aanpak stikstof. 

PvdD

61

Convenanten (o.a. MSC) werken niet. Hoe gaat minister transitie
agrosector voor elkaar krijgen?

De transitie van de agrosector is van groot belang en een gezamenlijke
opgave en verantwoordelijkheid. 

Ik hecht daarom aan het maken van goede en bindende afspraken tussen
overheden, agrobedrijfsleven, ketenpartijen, maatschappelijke
organisaties en consumenten voor deze transitieprocessen. De partijen
zijn immers niet elk afzonderlijk in staat de gewenste verandering vorm
te geven. Inmiddels zijn er meerdere convenanten en
samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. Daarbij is vrijblijvendheid niet
aan de orde. We maken harde afspraken waar alle deelnemers elkaar op
aanspreken. Dit inspireert tot het tonen van daadkracht. Dat is een
absolute voorwaarde voor het goed oppakken van transitieprocessen. Ook
wet- en regelgeving kan onderdeel uit maken van dit instrumentarium maar
daarbij zijn uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid cruciale
randvoorwaarden. 

62

Kan de minister aangeven wat zij doet om de import van ganzendons
daadwerkelijk te stoppen?

Een eenzijdig nationaal importverbod op basis van het Gemeenschapsrecht
is in beginsel niet toegestaan.

Het plukken van dons van levende ganzen veroorzaakt onnodig pijn, leed
en letsel. Daarom vind ik het goed dat het plukken van dons van levende
ganzen niet is toegestaan in Europa. 

De Europese Commissie onderzoekt of het plukken van ganzen nog steeds op
Europees niveau plaatsvindt. Op basis hiervan verwacht ik dat de
lidstaten en de Europese Commissie erop toezien dat deze praktijk niet
meer voorkomt.

63

De kosten van het broeikaseffect kunnen met 50-70% omlaag door juist
dieet. Waarom doet de minister hier niets mee? 

Richting consument en samenleving wordt een actief beleid gevoerd om de
kennis en het bewustzijn te vergroten. Het kabinet respecteert daarbij
de keuzevrijheid van de burger en gaat niet voorschrijven wat mensen
moeten eten. Wel wil het kabinet de consument in staat stellen een
bewuste keuze te maken en hem daartoe in samenwerking met ketenpartijen
en maatschappelijke organisaties verleiden. De voorlichtingscampagnes
van het Voedingscentrum zijn hier een voorbeeld van. In de nota Duurzaam
Voedsel en de Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen wordt hierop nader
ingegaan.

64

Vindt de minister dat zij voldoende heeft gedaan aan terugdringen
antibiotica? Kan zij een tussenstand geven?

Op het convenant en andere acties voor de aanpak van de
antibioticaproblematiek zal ik tijdens het geplande AO op 10 december
nader ingaan.

Aanstaande vrijdag, 4 december, zullen collega Klink en ik u de
rapportage over het 'onderzoeksprogramma MRSA' met een begeleidende
brief met onze reacties toezenden.

65

Onlangs bleek uit onderzoek dat varkens met vrije uitloop gezonder zijn.
Welke consequenties verbindt de minister hieraan? Hoe verhoudt dit
gegeven zich tot de voortgaande trend om meer varkens op te sluiten en
te stapelen?

U refereert naar een recent onderzoek uitgevoerd aan de Universiteit van
Aberdeen in Schotland waar onderzoekers de ingewanden van 54 geslachte
varkens die in verschillende systemen zijn opgegroeid met elkaar zijn
vergeleken. Uit dit onderzoek blijkt dat de varkens die buiten hebben
gelopen een andere darmflora hebben dan varkens die binnen zijn
opgegroeid. Het onderzoek toont aan dat er aan verband is tussen de
darmflora van een varken en zijn fysieke gezondheid. 

Het onderzoek heeft resultaten opgeleverd die gebruikt kunnen worden in
het kader van het verduurzamen van de Nederlandse veehouderij waarin
aandacht is voor het verminderen van het gebruik van antibiotica en het
herontwerpen van houderijsystemen.

66

Waarom wordt het laatste onderzoek naar stahoogte bij diertransporten
door LNV miskend?

De Transportverordening eist dat er tijdens het vervoer voldoende ruimte
is boven de dieren zodat sprake is van een adequate ventilatie wanneer
zij in hun natuurlijke houding rechtop staan en zodat zij niet worden
gehinderd in hun natuurlijke bewegingen. Omdat de transportverordening
ā€œvoldoende stahoogteā€ eist, zonder nadere invulling, is het voor het
welzijn van het dier en de handhaving van belang dat wetenschappelijk
onderbouwd kan worden wanneer aan de eisen voldaan wordt. Deze
wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt momenteel. Ik laat daarom
onderzoek doen door WUR-Livestock research naar de minimale stahoogten,
om zo het dierenwelzijn tijdens transport te verbeteren. 

67

Wat is de stand van zaken rond de uitvoering van de motie ten aanzien
van inzet van de minister voor een Europees verbod op nertsenfokkerij?

Momenteel is het initiatiefwetsvoorstel Van Velzen/Waalkens over een
verbod op de pelsdierhouderij in behandeling bij de Eerste Kamer. Zoals
ik uw Kamer reeds in mijn brief van 6 oktober jl. heb geĆÆnformeerd (TK
32 123 XIV, nr. 21), wacht ik eerst deze behandeling af. Daarna zal ik
uw Kamer informeren over de uitvoering van deze motie. Dit past in ons
democratisch bestel en de daarbij behorende omgangsvormen.

68

Waar wacht de minister op om de motie op het (Europese) verbod op de
verrijkte kooi uit te voeren? Oneens met de interpretatie dat het zou
gaan om Europees traject voor een ander kooisysteem of dat het verbod
pas in 2012 zou moeten gaan spelen.

Zie mijn brief van 30 november jl.

69

Is de minister bereid om het gebruik van neonicotinoĆÆden te verbieden? 

Nee, ik ben thans niet bereid middelen op basis van neonicotinoĆÆden te
verbieden, omdat neonicotinoĆÆden de afgelopen jaren alle zijn geplaatst
op Annex I van de Europese richtlijn 91/414. Daarnaast zijn er vele
oorzaken van bijensterfte, die per jaar, per regio en zelfs per imker
kunnen verschillen.

De werkgroep bestuivende insecten en gewasbeschermingsmiddelen, waarin
o.a de PD, Ctgb, WUR, Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV), LTO en
gewasbeschermings-middelenproducenten zijn vertegenwoordigd, heeft
onlangs geconcludeerd dat er geen causaal verband aangetoond is tussen
het gebruik van neonicotinoĆÆden voor de behandeling van zaad en massale
bijensterfte; niet in direct onderzoek aan volken en ook niet in
correlatief onderzoek; niet in Nederland en ook niet in buitenlands
onderzoek.

Voor openveld toepassingen van deze middelen zijn risicobeperkende
maatregelen voorgeschreven, zoals geen gebruik op in bloei staande
gewassen, op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken en in de
buurt van in bloei staand onkruid.

70

Is de minister bereid tot een pilot voor jachtvrije gebieden in het
kroondomein, het gaat dan feitelijk om een beheersvorm zonder jacht. Met
een onafhankelijke monitor. Wanneer komt de minister met een plan van
aanpak hierover?

Op het Kroondomein vindt geen jacht plaats, wel beheer van edelherten,
reeƫn en wilde zwijnen. Bij het gevoerde beheer blijft de schade aan
bosverjonging in dit Natura2000-gebied binnen aanvaardbare grenzen. Dat
beheer kunnen we dus niet loslaten.

De provincie en de faunabeheereenheid in Gelderland zijn voornemens om
op andere delen van de Veluwe wel pilots uit te voeren waarbij wilde
zwijnen terughoudend beheerd worden. Een voorwaarde daarvoor is dat de
ontwikkeling van de populatie en gevolgen voor biodiversiteit,
verkeersveiligheid zeer goed gemonitord worden. Daarom heb ik een
ex-ante evaluatie ondersteund.

71

Moeten we tot 2011 wachten op verandering in het bestrijdingsbeleid van
muskusratten?

Op dit moment lopen er veldexperimenten om te onderzoeken of het
mogelijk is om de effectiviteit en efficiƫntie van de bestrijding te
verhogen.

Verder wordt er onderzoek gedaan naar alternatieven voor de
verdrinkingsval (snellere/ diervriendelijkere dodingmethode)

Aan de hand van de resultaten zullen waterschappen en provincies bezien
welke aanpassingen van het beleid nodig zijn

72

Gaat de minister regels stellen voor het houden van paarden en ponyā€™s?

Ik ben in gesprek met de Sectorraad Paarden over de uitwerking van hun
plan van aanpak en de uitvoeringsagenda. Ik constateer dat de sector
niet heeft stilgezeten, het proces is goed op gang gekomen. 

De SRP heeft afgelopen maanden vooral flinke inspanning geleverd om
brede steun en draagvlak te creƫren voor welzijn bij de leden van de 34
aangesloten organisaties. Dergelijke inspanningen zijn een onontbeerlijk
maar zeer tijdrovend onderdeel in het hele traject van zelfsturing. Door
het hele land zijn bijeenkomsten gehouden om welzijn onder de aandacht
te brengen en mensen te mobiliseren. 

Daarnaast hebben de aangesloten organisaties vooral gewerkt aan het
opstellen van welzijnsplannen per organisatie, een eis van SRP. Een
groot deel van de welzijnsplannen is nu gereed. 

Ook is veel energie gestoken in de oprichting en organisatie van het
Nederlands Hippisch Kenniscentrum (NHK), waar ik een startsubsidie voor
twee jaar aan heb verleend. Dit kenniscentrum speelt een belangrijke rol
in het bereiken van de doelen van de Sectorraad en richt zich zowel op
de georganiseerden, als de niet-georganiseerden. Het NKH is sinds 1
september operationeel en heeft samenwerking gezocht met
maatschappelijke- en belangenorganisaties zoals bijvoorbeeld het
Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) en Kennisnetwerk
Levende Have. 

Naast deze inspanningen die het draagvlak moeten vormen voor het
verbeteren van paardenwelzijn, zijn ook concrete resultaten en producten
opgeleverd.

De gesprekken en het proces geven mij tot nu toe voldoende vertrouwen
dat de sector op de goede weg is Ć©n voldoende vertrouwen om de
ingeslagen weg van zelfregulering op dit moment vast te houden. 

Ik blijf de sector echter nauwlettend volgen. Eind december moet de
sector een voortgangsrapportage opleveren. Dan zal zij duidelijk moeten
laten zien wat het concrete resultaat is van de tot dan toe geleverde
inspanningen en in hoeverre die leiden tot realisatie van de in het Plan
van aanpak en de uitvoeringsagenda gestelde streefbeelden en doelen.

Ik zal u begin volgend jaar mijn conclusies doen toekomen.

73

Uit onderzoek blijkt dat ā€œnatuurā€ meer is dan ā€œgoudā€. Neemt u
dit mee in de heroverwegingen? Graag een analyse van de kosten en baten
van natuur.

Natuur en biodiversiteit levert ons heel veel op. Natuur en
biodiversiteit zijn belangrijk voor onze gezondheid, voor onze
ontspanning, voor een goede waterhuishouding, voor een prettige
leefomgeving, voor beheersing van het klimaatprobleem, enzovoort. Natuur
rendeert ook economisch. De Veluwe genereert een omzet van ā‚¬ 1 miljard
per jaar in de recreatie. Biodiversiteit levert een basis voor onze
pharmacy. Investeren in natuur rendeert. In het Internatioonale
onderzoek The Economics of Ecology en Biodiversity wordt de waarde van
natuur ook becijferd en onderstreept. Ik heb dit onderzoek onder de
aandacht gebracht van de werkgroep heroverweging. 

74

Wil de minister zich inzetten voor een Europees importverbod op
dolfijnen?

Wil de minister zich in het IWF inzetten om het doden van dolfijnen te
verbieden?

Zie antwoord vraag 51.

SGP

75

Is de minister bereid om, in het kader van de op handen zijnde
fosfaatschaarste, extra geld uit te trekken voor mestbe- en
ā€“verwerking?

Mestbewerking en -verwerking dient meerdere doelen. EĆ©n van die doelen
is het leveren van een bijdrage aan de efficiente benutting van fosfaat.
De noodzaak van terugwinnen van fosfaat staat buiten kijf gezien de te
verwachten fosfaatschaarste. Mijn inzet op dit punt heb ik u recent
gemeld in mijn brief van 18 november, waarin ik reageer op de
aanbevelingen van de Stuurgroep Technology Assessment over de mondiale
fosfaatschaarste (TK 28 385, nr. 158). Extra middelen zijn vooralsnog
niet nodig om deze inzet vorm te geven.

76

Hoe gaat de minister zorgen voor noodzakelijke samenhang in
innovatiebeleid, specifiek op het terrein van dierenwelzijn en duurzame
stallen?

Met u deel ik het beeld dat een samenhangend innovatiebeleid van groot
belang is. Juist bij LNV met zijn veelheid aan maatschappelijke
vraagstukken bezien we dan ook jaarlijks in samenhang welke
beleidsthemaā€™s innovatieopgaven met zich meebrengen.

Ik zal volgend jaar kijken wat samengevoegd kan worden op een effectieve
manier.

Op dit moment werk ik aan uitwerking van een concept strategische
kennis- en innovatieagenda die begin volgend jaar naar uw Kamer zal
gaan. Daarbij zal ik uw verzoek betrekken.

77

Kan LNV bij de gelijkstelling van de accijns op blanke en rode diesel
een reƫel en landbouwvriendelijk geluid laten horen? Erkent de minister
dat de heffing van accijns ook gegrond is op weggebruik en
landbouwvoertuigen relatief minder gebruik maken van de openbare wegen?
Erkent de minister dat een verhoging van de belasting op rode diesel met
tien cent of meer door de agrarische sector nauwelijks omzeild kan
worden?

In de brief fiscale vergroening die de Staatssecretaris van Financiƫn 3
juni jl. aan uw Kamer heeft verzonden (TK 31 492, nr. 11) is een
onderzoek naar het gebruik van rode diesel en de mogelijkheden voor
terugsluis via groene prikkels evenals overleg met de belangrijkste
sectoren aangekondigd.