32256 NR Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224)
Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224)
Nader rapport
Nummer: 2009D63079, datum: 2009-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
Onderdeel van zaak 2009Z23983:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Medeindiener: J.C. Huizinga-Heringa, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- Medeindiener: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: E. van Middelkoop, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2009-12-10 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-12-16 14:30: Procedurevergadering Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2010-01-28 14:00: Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224) - 32256-(R1906) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2010-03-02 15:30: Extra procedurevergadering commissie Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2010-03-10 16:00: Procedurevergadering commissie Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2010-09-15 14:30: Procedurevergadering commissie Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2010-09-30 13:59: Hamerstuk: Goedkeuring protocollen inzake veiligheid zeevaart en platforms (32256) + Uitvoering protocollen inzake veiligheid zeevaart en platforms (32259) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-896/09 AAN DE KONINGIN Nader rapport inzake het voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224) ’s-Gravenhage, 30 november 2009 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 oktober 2009, nr. 09.002946, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 5 november 2009, nr. W03.09.0422/II/K, bied ik U hierbij aan. Ingevolge het advies van de Raad is de memorie van toelichting onder paragraaf III op het onderdeel Koninkrijkspositie aangevuld. Daarin is opgenomen dat de Arubaanse regering het ook wenselijk acht dat de Protocollen mede voor haar land zullen gelden. Ik moge U, mede namens de Minister van Justitie, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Defensie, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba te zenden. DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,