Preview document (🔗 origineel)

---

No.W12.09.0429/III	's-Gravenhage, 5 november 2009

Bij Kabinetsmissive van 23 oktober 2009, no.09.002951, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt
het voorstel van wet tot aanpassing van de Wet investeren in jongeren en
enkele andere wetten ter verduidelijking en verbetering van enige
punten, met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Raad van State geen aanleiding tot het
maken van inhoudelijke opmerkingen. 

Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies
behorende bijlage.

De Raad geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op
de Raad van State, is het college van oordeel dat openbaarmaking van dit
advies achterwege dient te blijven. 

De Vice-President van de Raad van State,Bijlage bij het advies van de
Raad van State betreffende no.W12.09.0429/III met redactionele
kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

Het in artikel I, onder A, opgenomen artikel 3, zesde lid, van de Wet
investeren in jongeren (WIJ), in een apart artikel opnemen, nu de daarin
opgenomen definitie een verdergaande strekking heeft (begrip woning) dan
die in de andere leden van artikel 3 van de WIJ (gelijkstelling van
niet-gehuwden met gehuwden) (zie bijvoorbeeld artikel 32 van de WIJ en
het in dit voorstel voorgestelde artikel 42a van de WIJ). 

In de in artikel I, onder D, opgenomen bepaling inzake het per 1 januari
2011 weer laten vervallen van artikel 7, tweede lid, van de WIJ, niet in
datzelfde artikellid opnemen, maar in een aparte bepaling in de
wijzigingswet. 

In artikel II, onder B, in artikel 60 van de WIJ, na "algemene bijstand,
een uitkering" invoegen: of een inkomensvoorziening. 

In artikel IX bepalen aan welke artikelen terugwerkende kracht wordt
verleend en voor welke periode (blijkens de toelichting is dit al
bekend).

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........