[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader Rapport 32 269 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met onder meer een discretionaire bevoegdheid van de minister ten aanzien van kwalitatief goede scholen met minder dan 23 leerlingen met perspectief op hoger aantal leerlingen

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met onder meer een discretionaire bevoegdheid van de minister ten aanzien van kwalitatief goede scholen met minder dan 23 leerlingen met perspectief op hoger aantal leerlingen

Nader rapport

Nummer: 2009D65858, datum: 2009-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z25115:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 september
2009, nr. 09.002705, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 6 november 2009, nr. W05.09.0374/I, bied ik U
hierbij aan.

1a. Om twee redenen wil ik vasthouden aan de eis dat de reikwijdte van
het wetsvoorstel zich beperkt tot scholen met minder dan 23 leerlingen
in relatie tot toepassing  van het instrument van de gemiddelde
schoolgrootte. De eerste reden is dat - in lijn met de initiatiefnota
van J. J. van Dijk (CDA)  - met dit wetsvoorstel  nog een kans wordt
gegeven aan de allerkleinste scholen die anders, ondanks een perspectief
op toename van het aantal leerlingen op grond van de werking van het
instrument van de gemiddelde schoolgrootte, zonder respijt worden
opgeheven. Scholen of nevenvestigingen die niet met dit instrument in
stand worden gehouden  en onder de 23 leerlingen zakken, hebben van
rechtswege al 3 schooljaren de gelegenheid  om te zoeken naar
alternatieven. Dat geldt niet voor een school die in stand wordt
gehouden door middel van de gemiddelde schoolgrootte en onder de 23
leerlingen zakt. Die school wordt direct aan het einde van het lopende
schooljaar opgeheven.

De tweede reden is de volgende. Een aanvullende discretionaire
bevoegdheid ten opzichte van de hoofdregel dat een school 3 jaar onder
de opheffingsnorm kan voortbestaan, maakt inbreuk op de grondgedachte
van het wettelijk geobjectiveerde stelsel. De opheffingsnorm is
afhankelijk gesteld van de leerlingdichtheid zodat in dunbevolkte
gebieden kleine scholen 

kunnen voortbestaan. Als scholen die al 3 jaar onder de opheffingsnorm
van 23 kunnen voortbestaan nogmaals een kans krijgen om boven die norm
uit te stijgen, zouden, om oneigenlijk onderscheid en daarmee een
ongelijke behandeling te voorkomen, ook scholen met een opheffingsnorm
van 24 of hoger in aanmerking moeten komen voor die extra termijn. Het
hele geobjectiveerde systeem van stichting en instandhouding wordt
daarmee onder druk gezet. 

De toelichting is op dit punt aangevuld.

1b. De termijn wordt in lijn met de initiatiefnota van J. J. van Dijk
niet op voorhand vastgelegd in de wet zodat flexibel kan worden omgegaan
met het specifieke geval. De minister zal uiteraard goed moeten
motiveren waarom in dat specifieke geval de desbetreffende termijn wordt
verleend. De duur van de termijn zal door toepassing van de
discretionaire bevoegdheid in de uitvoeringspraktijk gaandeweg een
nadere invulling krijgen. In de toekomst kan dan op basis van de
inzichten en ervaringen hiermee, worden bezien of het wel of juist niet
wenselijk is om een maximum aan die termijn te verbinden. 

De toelichting is op dit punt aangevuld.

2. De tekst van de memorie van toelichting is in overeenstemming
gebracht met de tekst van het voorstel.

De redactionele opmerkingen zijn verwerkt.

 

Ik moge U  verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, 

Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma

 PAGE    

	W2685.nader rapport 30-11-09	  PAGE  2 

	MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Nr.	175385 (2685)



	(Hoofd) Afdeling



DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN





Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op
het primair onderwijs in verband met onder meer een discretionaire
bevoegdheid van de minister ten aanzien van kwalitatief goede scholen
met minder dan 23 leerlingen met perspectief op hoger aantal leerlingen

Den Haag, 15 december 2009