[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32269, bijgewerkt t/m nr. 5 (NvV d.d. 7 januari ’10)

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met onder meer een discretionaire bevoegdheid van de minister ten aanzien van kwalitatief goede scholen met minder dan 23 leerlingen met perspectief op hoger aantal leerlingen

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2010D02999, datum: 2010-01-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z25115:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 5 (NvV d.d. 7 januari ’10)



32 269	Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met
onder meer een discretionaire bevoegdheid van de minister ten aanzien
van kwalitatief goede scholen met minder dan 23 leerlingen met
perspectief op hoger aantal leerlingen



	Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet
op het primair onderwijs de mogelijkheid op te nemen dat Onze minister
kan besluiten dat een kwalitatief goede openbare school of bijzondere
school met minder dan 23 leerlingen, doch met perspectief op een hoger
aantal leerlingen niet wordt opgeheven respectievelijk de bekostiging
niet wordt beëindigd en dat het tevens wenselijk is de mogelijkheid
voor het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst te verruimen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op het primair onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

	In artikel 157 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In het derde lid wordt “Behoudens het bepaalde in het vierde lid
zijn het eerste en tweede lid” vervangen door “Het eerste en tweede
lid zijn” en in onderdeel b vervalt: is langer dan 1 jaar voor het
niet meer voldoen van een der scholen aan de voor die school geldende
opheffingsnorm gesloten en.

	2. Het vierde lid vervalt en het vijfde, zesde en zevende lid worden
vernummerd tot het vierde, vijfde en zesde lid.

B

	Na artikel 157 wordt ingevoegd artikel 157a, luidend:

Artikel 157a. Discretionaire bevoegdheid minister

	1. Het bevoegd gezag van een school die op grond van de gemiddelde
schoolgrootte, bedoeld in artikel 157, eerste, tweede of derde lid, in
stand wordt gehouden dan wel wordt bekostigd, en die vervolgens op de
teldatum 1 oktober minder dan 23 leerlingen telt, kan Onze minister
verzoeken in afwijking van artikel 153, eerste, tweede en derde lid, die
bijzondere school te blijven bekostigen of die openbare school in stand
te houden voor een door Onze minister te bepalen termijn. Een besluit
tot instandhouding wordt in elk geval niet genomen indien de kwaliteit
van het onderwijs op de school, bedoeld in de Wet op het
onderwijstoezicht, onvoldoende is of geen perspectief bestaat op
structurele toename van het aantal leerlingen van de school tot het
aantal van ten minste 23 op 1 oktober voorafgaand aan de datum waarop de
door Onze minister te bepalen termijn eindigt. Het al dan niet aanwezig
zijn van basisscholen in de omgeving van de school kan Onze minister
eveneens betrekken bij zijn besluit.

	2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid moet voor 1 februari
voorafgaand aan de datum van de beëindiging van de bekostiging
onderscheidenlijk de opheffing schriftelijk worden ingediend bij Onze
minister. Het verzoek gaat vergezeld van gegevens ter onderbouwing van
het perspectief, bedoeld in het eerste lid, een beredeneerde
leerlingprognose en gegevens over de ligging van de school ten opzichte
van de dichtstbijzijnde basisscholen.

	3. Onze minister besluit voor 1 mei, volgend op het verzoek, bedoeld in
het tweede lid, dat:

	a. met ingang van 1 augustus van het volgende schooljaar de bekostiging
van de bijzondere school wordt beëindigd dan wel de openbare school
wordt opgeheven, of

	b. met ingang van 1 augustus van het volgende schooljaar de bekostiging
van de bijzondere school wordt voortgezet of de openbare school in stand
wordt gehouden.

	4. Onze minister kan de termijn, bedoeld in het eerste lid, op verzoek
van het bevoegd gezag eenmalig verlengen met maximaal de duur van de
termijn die op grond van het eerste lid ten aanzien van de school door
hem was bepaald. De tweede en derde volzin van het eerste lid zijn van
overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II OVERGANGSARTIKEL

	1. Artikel 157a, eerste lid en tweede lid, tweede volzin, van de Wet op
het primair onderwijs, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van
openbare en bijzondere basisscholen die:

	a. op of na 1 augustus 2008 zijn opgeheven of waarvan de bekostiging is
beëindigd vanwege het feit dat het aantal leerlingen van de school na
toepassing van artikel 157 van de Wet op het primair onderwijs  minder
dan 23 is geworden en

	b. die sinds de opheffing of de beëindiging van de bekostiging deel
uitmaken van een andere openbare of bijzondere basisschool, doch
gehuisvest zijn gebleven op de locatie waar zij gehuisvest waren op het
moment dat zij nog niet waren opgeheven dan wel hun bekostiging nog niet
was beëindigd en

	c. die naar het oordeel van Onze minister op de datum van
inwerkingtreding van deze wet met toepassing van artikel 157a van de Wet
op het primair onderwijs in aanmerking zouden zijn gekomen voor
inwilliging van een verzoek als bedoeld in artikel 157a, eerste lid, van
genoemde wet.

	2. Een verzoek om toepassing van het eerste lid kan voor 1 februari
volgend op de datum van inwerkingtreding van deze wet bij Onze minister
worden ingediend door het bevoegd gezag van de school waartoe de school
die is opgeheven dan wel waarvan de bekostiging is beëindigd inmiddels
behoort.

	3. Indien Onze minister besluit overeenkomstig artikel 157a, derde lid,
onderdeel b, van de Wet op het primair onderwijs wordt de school die was
opgeheven dan wel waarvan de bekostiging was beëindigd vanwege het feit
dat het aantal leerlingen van de school na toepassing van artikel 157
van de Wet op het primair onderwijs minder dan 23 is geworden, per 1
augustus volgend op de datum waarop Onze minister dat besluit heeft
genomen, in afwijking van de artikelen 74 tot en met 77 van de Wet op
het primair onderwijs, als openbare of bijzondere basisschool
aangemerkt.

	4. Artikel 157a, derde en vierde lid, van de Wet op het primair
onderwijs is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 PAGE    

 PAGE   2