[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32291 NR Voorstel van wet tot het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

Voorstel van wet tot het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

Nader rapport

Nummer: 2010D03650, datum: 2010-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z01314:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum  	18 januari 2010 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Betreft 	  DOCPROPERTY 
iOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Nader rapport inzake voorstel van wet 

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 30 oktober
2009, nr. 09.002952, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 23 december, nr. W12.09.0428/III, bied ik U
hierbij aan.

1.	Doelstelling en noodzaak van het voorstel

b.	Noodzaak

Naar aanleiding van het advies van de Raad is de noodzaak van het
wetsvoorstel in de memorie van toelichting nader toegelicht. 

Het kabinet acht het wetsvoorstel noodzakelijk om de hierna genoemde
redenen. Uit het onderzoek ‘Schulden? De gemeente helpt’ blijkt dat
het niveau van de gemeentelijke schuldhulpverlening op dit moment te
laag is. Het is door middel van dit wetsvoorstel mogelijk een aantal
problemen waarmee de gemeentelijke schuldhulpverlening op dit moment
kampt op te lossen. Door middel van dit wetsvoorstel wordt een bodem in
de gemeentelijke schuldhulpverlening gelegd. Dit zal ertoe leiden dat
alle gemeenten op het door dit wetsvoorstel beoogde niveau zullen moeten
gaan functioneren. Een deel van de gemeenten zal een inhaalslag moeten
gaan maken. Overigens blijkt dat een aantal gemeenten al (bijna) op het
beoogde niveau functioneert. 

Een effectievere schuldhulpverlening, die in meer gevallen tot een voor
schuldenaren en schuldeisers aanvaardbare oplossing komt, zal er naar
het oordeel van het kabinet toe leiden dat deze groepen meer vertrouwen
krijgen in de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Naar aanleiding van een opmerking van de Raad is in de memorie van
toelichting ingegaan op de verantwoordelijkheden van andere actoren dan
de gemeenten op het terrein van de schuldhulpverlening. Ook is aandacht
besteed aan de grenzen van de rol van de gemeenten.

2.	De taak van gemeenten op het terrein van de schuldhulpverlening

a.	Omschrijving en afbakening taak

1	Begrip verantwoordelijkheid

Naar aanleiding van het advies van de Raad is het wetsvoorstel in die
zin aangepast dat voorop wordt gesteld dat de gemeenteraad een plan
vaststelt over de integrale schuldhulpverlening aan haar inwoners.
Vervolgens is het college verantwoordelijk voor de uitvoering van dat
plan. In het opschrift van artikel 3 (nieuw) is “taak gemeente”
veranderd in: verantwoordelijkheid college. Het begrip
‘verantwoordelijkheid” impliceert de verplichting om schuldhulp te
verlenen binnen de kaders van het plan maar houdt geen aanspraak op
schuldhulpverlening in van hen die daarbij een belang hebben. 

a.2 Afbakening integrale schuldhulpverlening 

Naar aanleiding van deze opmerking van de Raad is in de memorie van
toelichting opgenomen dat een onderdeel van de integrale
schuldhulpverlening ook het verlenen van nazorg is op zowel individueel
- als op collectief niveau. Tevens is in het wetsvoorstel in de
definitie van schuldhulpverlening opgenomen dat deze mede de nazorg
omvat.

a.3 Afbakening groep schuldenaren

Het advies van de Raad op dit punt is opgevolgd door de memorie van
toelichting aan te passen in de door de Raad voorgestelde zin. 

b.   Regierol gemeenten

Naar aanleiding van het advies van de Raad is de memorie van toelichting
aangepast. In de memorie van toelichting is niet meer opgenomen dat de
gemeenten de regierol bij de integrale schuldhulpverlening hebben, maar
is opgenomen dat de regering het wenselijk vindt dat de gemeenten deze
regierol op zich nemen.

c.	Vaststelling plan

c.1  Omschrijving plan

Het advies van de Raad om artikel 3, vierde lid, te schrappen is niet
opgevolgd. De onderwerpen waarvan in (nu) artikel 2, vierde lid, is
geregeld dat zij onderdeel moeten uitmaken van het door de gemeenteraad
vast te stellen plan zijn essentieel voor het leggen van de beoogde
bodem in de gemeentelijke schuldhulpverlening. 

c.2  Financiële gevolgen planverplichting

In vervolg op dit advies van de Raad is in het hoofdstuk van de memorie
van toelichting dat handelt over de financiële gevolgen voor de
gemeenten aandacht besteed aan artikel 110, vijfde lid, van de
Gemeentewet. De conclusie van de regering is dat er geen reden is om de
gemeenten financieel te compenseren. 

3.	Financiële gevolgen voor de gemeenten

a.	Overleg over financiële gevolgen

Vanwege de wens van zowel de regering als de Tweede Kamer der
Staten-Generaal om het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening op
korte termijn in te dienen bij de Staten-Generaal is besloten om,
ondanks dat op dat moment nog geen definitief inzicht bestond in de
financiële gevolgen van het wetsvoorstel voor de gemeenten, het
wetsvoorstel al wel voor advies voor de te leggen aan de Raad van State.
Zodra de financiële gevolgen voor de gemeenten duidelijk waren zijn
deze ter kennis van de Raad gebracht, zodat deze betrokken konden worden
bij de advisering door de Raad. 

b.  Onderbouwing financiële gevolgen

In vervolg op het advies van de Raad is in de memorie van toelichting
nader ingegaan op de verhouding tussen het standpunt dat gemeenten over
voldoende middelen beschikken om de geringe kostenstijging als gevolg
van dit wetsvoorstel te financieren en het beschikbaar stellen van extra
middelen in de periode 2009 tot en met 2011 en het feit dat aan
gemeenten extra taken worden opgelegd. 

4.	Rechtsbescherming

In de memorie van toelichting is thans aangegeven dat tegen een
beslissing van het college inhoudende een aanbod tot schuldhulpverlening
of weigering van schuldhulpverlening bezwaar en beroep openstaat op
grond van de Algemene wet bestuursrecht. 

5.	Informatievoorziening

De adviezen van de Raad voor herformulering van het artikel zijn in die
zin overgenomen, dat het artikel nu op dezelfde wijze is geformuleerd
als in de andere wetten op het terrein van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid die door de colleges worden uitgevoerd, zoals de Wet
werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening. Uitgangspunt in alle
wetgeving op het terrein van sociale zekerheid is, dat het verstrekken
van informatie aan de minister kosteloos plaats vindt. Voor het overige
rekening is gehouden met het kader dat artikel 119 van de Gemeentewet
biedt. De regeling in dit wetsvoorstel impliceert, dat hier gekozen is
voor de benadering in dit artikel 119 om bij wet en niet bij algemene
maatregel van bestuur de systematische informatievoorziening aan de
minister te regelen en daarnaast bij ministeriële regeling nadere
regels te stellen voor de uitvoering van de informatievoorziening.

6.	Inwerkingstredingsdatum

In het wetsvoorstel is nu geregeld dat het college van B en W
verantwoordelijk is voor de uitvoering van het plan. De
verantwoordelijkheid van het college van B en W begint daarmee ook vanaf
het moment dat er een plan is. Daardoor kan het gehele wetsvoorstel
gelijktijdig in werking treden. 

 

7.	Ondertekening

De algemene maatregel van bestuur houdende regels inzake een tijdelijke
specifieke uitkering schuldhulpverlening is uitsluitend gebaseerd op
artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet. Het betreft
een tijdelijke specifieke uitkering, waarvoor de regeling bij of
krachtens een (specifieke) wet ontbreekt. Om die reden is bij die
algemene maatregel van bestuur er voor gekozen de medebetrokkenheid van
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de
voordracht tot uitdrukking te laten komen. Er is overigens geen sprake
van medeondertekening. Dit wetsvoorstel voorziet in regeling van een
taak, die op het beleidsterrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
ligt. Voor het opdragen bij wet van deze taak is het niet noodzakelijk,
dat de medebetrokkenheid van de Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
in de memorie van toelichting of door medeondertekening tot uitdrukking
wordt gebracht.

8.	Advisering

Over de inhoud van het wetsvoorstel is in de conceptfase op ambtelijk
niveau overleg gevoerd met o.a. de VNG. Aspecten van het wetsvoorstel
zijn ook in bestuurlijk overleg met de VNG aan de orde geweest.
Daarnaast is het wetsvoorstel ook voor advies voorgelegd aan het
uitvoeringspanel gemeenten. 

Het kabinet is van mening daarmee gehandeld te hebben in de geest van de
‘Checklist voor rijksregelgeving en beleid’ van de Code. 

9.	Redactionele kanttekeningen

Naar aanleiding van de redactionele kanttekeningen is het wetsvoorstel
op een aantal punten aangepast. De volgende redactionele kanttekeningen
zijn evenwel niet overgenomen. 

De opschriften bij de artikelen zijn niet geschrapt omdat opschriften de
toegankelijkheid van het wetsvoorstel ten goede komen.

De opsomming in artikel 1 wordt niet van een letter voorzien, omdat een
opsomming in een begripsbepaling bij voorkeur in een alfabetische
volgorde zonder opsommingstekens wordt geplaatst (Ar. 100, tweede lid).

In artikel 4, tweede lid, is niet het beginpunt van de wachttijd
opgenomen omdat dit redelijkerwijs al voldoende uit artikel 4 blijkt. 

In artikel 6 is de zinsnede “voor de uitvoering van deze wet” niet
gewijzigd in: voor de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening.
De zinsnede “voor de uitvoering van deze wet” is ruimer dan de
zinsnede “voor de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening”
en maakt het bijvoorbeeld ook mogelijk om de verzoeker te verplichten
zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van gegevens indien het
niet gaat om de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening.
Daarbij wordt aangesloten bij de gegevensverstrekking door andere
bestuursorganen en instanties, waarop artikel 7 betrekking heeft. Dit
artikel is overigens geherformuleerd, omdat het van overeenkomstige
toepassing verklaren van de bepalingen van de Wet werk en bijstand niet
sluitend is voor de gegevensuitwisseling voor de uitvoering van de
gemeentelijke schuldhulpverlening. 

De passages over beleidsregels en het hanteren van de recofa-methode en
de andere door de raad genoemde onderwerpen zijn in toelichting
gehandhaafd. Over de inhoud van het wetsvoorstel heeft namelijk op
hoofdlijnen overleg met de Tweede Kamer der Staten-Generaal
plaatsgevonden. In vervolg op dit overleg heeft de regering besloten in
de memorie van toelichting een aantal beleidsuitgangspunten op te nemen
die strikt genomen niet uit de wettekst voortvloeien. Daarbij is geen
sprake van het stellen van nadere regels in de memorie van toelichting,
zoals de Raad stelt, waarbij de beleidsvrijheid van gemeenten zou worden
aangetast. Het gaat hierbij om opvattingen, die een toelichting geven op
een wenselijke invulling van de schuldhulpverlening.  

Tevens is het wetsvoorstel op een aantal punten geactualiseerd en
aangevuld. 

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden. 

De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

Jetta Klijnsma

 PAGE   4 

		  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \*
MERGEFORMAT  2    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4 

Aan de Koningin		  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE 
 \* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4 

Ministerie van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid

Postbus 90801

2509 LV  Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

T	070 333 44 44

F	070 333 40 33

www.szw.nl

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  R&P/RSA/2010/115 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 

  DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  R&P/RSA/2010/115