[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief aan voorzitter commissie V&W inzake Groot-project aanwijzing RAAM

Advies commissie

Nummer: 2010D04283, datum: 2010-01-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z01557:

Preview document (🔗 origineel)




	Commissie  Rijksuitgaven



Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat











Plaats en datum:	Den Haag, 26 januari 2010

Betreft:	Advies over het voornemen om de Tweede Kamer voor te stellen de
projecten Rijksbesluiten Amsterdam-Almere-Markermeer (RAAM) aan te
wijzen als ‘groot project’.

Ons kenmerk:	2010D04283



Geachte heer Jager,



Op 10 december 2009 heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
middels een brief (met kenmerk 2009D63446) de commissie voor de
Rijksuitgaven advies gevraagd over het voornemen om de Tweede Kamer voor
te stellen de projecten Rijksbesluiten Amsterdam-Almere-Markermeer
(RAAM) aan te wijzen als ‘groot project’.

In antwoord op uw adviesaanvraag laat ik u weten dat de commissie voor
de Rijksuitgaven hieromtrent positief adviseert. De commissie wil
daarbij de volgende kanttekeningen plaatsen. 

RAAM is een clustering van vijf deelprojecten die in dezelfde regio
zullen worden gerealiseerd. Hierdoor hebben ze onmiskenbaar invloed op
elkaar. Het kabinet heeft daarom besloten om dit via integrale
gebiedsontwikkeling aan te pakken. Om ook integrale
informatievoorziening over RAAM aan de Kamer te waarborgen, is het
verlenen van de grootprojectstatus aan dit project een goed instrument.

 

Het project RAAM is niet uniek in zijn integrale aanpak. De projecten
Noordvleugel Utrecht en Holland Rijnland zijn andere voorbeelden van
integrale gebiedsontwikkeling. De commissie voor de Rijksuitgaven
benadrukt dan ook dat dit positieve advies geen precedent schept voor
andere projecten, waarbij sprake is van integrale gebiedsontwikkeling.
Ieder project dat wordt aangedragen voor de grootprojectstatus moet
afzonderlijk worden beoordeeld op de criteria zoals geformuleerd in de
‘Regeling Grote Projecten’.

Verder stelt de commissie voor de Rijksuitgaven vast dat de minister van
Verkeer en Waterstaat over grote delen van dit project geen directe
verantwoordelijkheid heeft. Die ligt bij decentrale overheden en private
partijen. De commissie voor de Rijksuitgaven adviseert daarom bij het
opstellen van de uitgangspuntennotitie en het daaropvolgende overleg met
de minister van Verkeer en Waterstaat om in te gaan op de grenzen van de
rijksverantwoordelijkheid bij de RAAM-projecten. Zo wordt vooraf
duidelijk over welke aspecten de Tweede Kamer ingelicht dient te worden
en op welke verantwoordelijkheden de minister kan worden aangesproken. 

Tot slot neemt het kabinet vooral verantwoordelijkheid voor de
besluitvormings- en planningsfase van RAAM, welke integraal van aard
zijn. Daarom verdient het de aanbeveling om de grootprojectstatus alleen
voor deze fasen van RAAM in te stellen. In het verlengde hiervan zou
bijvoorbeeld over vijf jaar geëvalueerd kunnen worden of de
grootprojectstatus van RAAM gecontinueerd dient te worden. 





Hoogachtend,

                        

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Charlie B. Aptroot



Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag



T. 070-3182211

E.  cie.ru@tweedekamer.nl

www.tweedekamer.nl