[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

30425 Wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties

Wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties

Eindtekst

Nummer: 2010D05406, datum: 2009-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01016:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

15 oktober 2009



Wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de
openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties PRIVATE 




	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de
commissarissen van de Koning, de gedeputeerden, de burgemeesters en de
wethouders hun nevenfuncties en de daaraan verbonden inkomsten openbaar
maken;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale
ombudsman wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De leden 1 tot en met 3 komen te luiden:

	1. De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State, de
president van de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman wordt
bepaald op € 10.325,86 per maand.

	2. De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State wordt bepaald op € 9691,95 per maand.

	3. De bezoldiging van de overige staatsraden, de overige leden in
gewone dienst van de Algemene Rekenkamer en de substituut-ombudsmannen
wordt bepaald op € 9098,26 per maand.

	2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

	7. Indien de bezoldiging van het personeel werkzaam bij de sector Rijk
wijziging ondergaat, en wordt bepaald dat die wijziging een algemeen
karakter draagt, worden de in het eerste, tweede en derde lid genoemde
bedragen bij ministeriële regeling overeenkomstig gewijzigd.

B

	In artikel 8 vervalt “, met dien verstande dat, indien het bij
koninklijke boodschap van 3 januari 2006 ingediende voorstel van wet tot
wijziging van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen en
enige andere wetten in verband met de wijziging van de hoogte van de
bezoldiging van de ministers, de minister-president, de
staatssecretarissen, de leden van de Raad van State, de leden van de
Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman (Kamerstukken II 2005/06,
30 426) tot wet is of wordt verheven en de artikelen Ia en Ib van die
wet later in werking treden dan deze wet, na inwerkingtreding van die
artikelen, artikel 1, eerste lid, en artikel 4, eerste lid, van de Wet
van 11 september 1964 en artikel 1, eerste lid, van de Wet bezoldiging
Nationale ombudsman, vanaf 1 januari 2008 tot het tijdstip waarop deze
wet in werking treedt, luiden zoals in voormelde artikelen Ia en Ib is
bepaald”.

C

	Artikel 11 vervalt.

D

	Artikel 12 vervalt.

ARTIKEL II

[Vervallen]

ARTIKEL III

[Vervallen]

ARTIKEL IV

	De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 40b wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. Een gedeputeerde maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking
geschiedt door terinzagelegging op het provinciehuis.

	2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

	4. Een gedeputeerde die zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt
tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt
door terinzagelegging op het provinciehuis uiterlijk op 1 april na het
kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.

	5. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de
Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen
bedoeld in artikel 31 van die wet.

Aa

	Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

	

	Na het vijfde lid worden vier leden toegevoegd, luidende:

	6. Tot vergoedingen als bedoeld in het vijfde lid, behoren inkomsten,
onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de gedeputeerde neerlegt
bij beëindiging van het ambt.

	7. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vijfde lid worden met de
bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

	8. Ten aanzien van de gedeputeerden die hun ambt in deeltijd vervullen,
vindt onverminderd het vijfde lid geen verrekening plaats van de
inkomsten, bedoeld in het zevende lid.

	9. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
wijze waarop de gedeputeerde gegevens over de inkomsten, bedoeld in het
zevende lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze
gegevens.

Ab

	Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

	Na het vijfde lid worden drie leden toegevoegd, luidende:

	6. Tot vergoedingen als bedoeld in het vijfde lid, behoren inkomsten,
onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de commissaris neerlegt
bij beëindiging van het ambt.

	7. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vijfde lid worden met de
bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

	8. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
wijze waarop de commissaris gegevens over de inkomsten, bedoeld in het
zevende lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze
gegevens.

B

	Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. De commissaris maakt nevenfuncties, anders dan uit hoofde van zijn
ambt van commissaris, en de inkomsten uit die functies openbaar.
Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het provinciehuis
uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn
genoten.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de
Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen
bedoeld in artikel 31 van die wet.

C

	Na artikel 281 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 282

	Artikel 43, zesde tot en met negende lid, onderscheidenlijk artikel 65,
zesde tot en met achtste lid, is niet van toepassing op de bij
inwerkingtreding van die bepalingen zittende gedeputeerde
onderscheidenlijk commissaris van de Koning, zolang deze zonder
onderbreking zijn ambt vervult in dezelfde provincie.

ARTIKEL V

	De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 41b wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. Een wethouder maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking
geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis.

	2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

	4. Een wethouder die zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt tevens
de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door
terinzagelegging op het gemeentehuis uiterlijk op 1 april na het
kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.

	5. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de
Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen
bedoeld in artikel 31 van die wet.

Aa

	Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

	

	Na het vierde lid worden vier leden toegevoegd, luidende:

	5. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten,
onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de wethouder neerlegt
bij beëindiging van het ambt.

	6. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de
bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

	7. Ten aanzien van de wethouders die hun ambt in deeltijd vervullen,
vindt onverminderd het vierde lid geen verrekening plaats van de
inkomsten, bedoeld in het zesde lid.

	8. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
wijze waarop de wethouder gegevens over de inkomsten, bedoeld in het
zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze
gegevens.

Ab

	Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:

	Na het vierde lid worden drie leden toegevoegd, luidende:

	5. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten,
onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de burgemeester neerlegt
bij beëindiging van het ambt.

	6. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de
bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

	7. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
wijze waarop de burgemeester gegevens over de inkomsten, bedoeld in het
zesde lid, verstrekt, en de gevolgen van het niet verstrekken van deze
gegevens.

B

	Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. De burgemeester maakt nevenfuncties, anders dan uit hoofde van zijn
burgemeestersambt, en de inkomsten uit die functies openbaar.
Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis
uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn
genoten.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de
Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen
bedoeld in artikel 31 van die wet.

C

	Na artikel 290 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 291

	Artikel 44, vijfde tot en met achtste lid, onderscheidenlijk artikel
66, vijfde tot en met zevende lid, is niet van toepassing op de bij
inwerkingtreding van die bepalingen zittende wethouder onderscheidenlijk
burgemeester, zolang deze zonder onderbreking zijn ambt vervult in
dezelfde gemeente.

ARTIKEL VI

	De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het vijfde lid komt te vervallen.

	2. Na het vierde lid worden vier leden toegevoegd, luidende:

	5. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten,
onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die het lid van het
dagelijks bestuur neerlegt bij beëindiging van het ambt.

	6. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de
bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

	7. Indien het lid van het dagelijks bestuur zijn ambt in deeltijd
vervult, vindt geen verrekening plaats van de inkomsten, bedoeld in het
zesde lid.

	8. Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties worden bij algemene maatregel van bestuur regels
gesteld over de wijze waarop het lid van het dagelijks bestuur gegevens
over de inkomsten, bedoeld in het zesde lid, verstrekt, en de gevolgen
van het niet verstrekken van deze gegevens.

Aa

	Artikel 44a, derde lid, wordt vervangen door:

	3. Een lid van het dagelijks bestuur maakt zijn nevenfuncties openbaar.
Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op de secretarie van het
waterschap.

	4. Een lid van het dagelijks bestuur dat zijn ambt niet in deeltijd
vervult, maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar.
Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op de secretarie van het
waterschap uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten
zijn genoten.

	5. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de
Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen
bedoeld in artikel 31 van die wet.

B

	Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. De voorzitter maakt nevenfuncties, anders dan uit hoofde van zijn
ambt, en de inkomsten uit die functies openbaar. Openbaarmaking
geschiedt door terinzagelegging op de secretarie van het waterschap
uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn
genoten. Onder inkomsten als bedoeld in de eerste volzin wordt verstaan:
loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964,
verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die
wet.

	2. Er worden vier leden toegevoegd, luidende:

	4. De voorzitter geniet geen vergoedingen, onder welke benaming ook,
voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die hij vervult uit hoofde
van zijn ambt, ongeacht of die vergoedingen ten laste van het waterschap
komen. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in
de kas van het waterschap.

	5. Tot vergoedingen als bedoeld in het vierde lid, behoren inkomsten,
onder welke benaming ook, uit nevenfuncties die de voorzitter neerlegt
bij beëindiging van het ambt.

	6. Andere inkomsten dan die bedoeld in het vierde lid worden met de
bezoldiging verrekend overeenkomstig artikel 3 van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer.

	7. Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties worden bij algemene maatregel van bestuur regels
gesteld over de wijze waarop de burgemeester gegevens over de inkomsten,
bedoeld in het zesde lid, verstrekt.

C

	Artikel 49, vierde lid, vervalt.

D

	Na artikel 172 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 173

Artikel 44, vierde tot en met zevende lid, artikel 44a, vierde en vijfde
lid, onderscheidenlijk artikel 48, zesde en zevende lid, is niet van
toepassing op het bij inwerkingtreding van die bepaling zittende lid van
het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter van het dagelijks
bestuur van een waterschap, zolang deze zonder onderbreking zijn ambt
vervult in hetzelfde waterschap.

ARTIKEL VII

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 PAGE    

 PAGE   7