[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31337 Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen)

Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen)

Eindtekst

Nummer: 2010D06021, datum: 2008-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01051:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

30 september 2008 



Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende
afvalstoffen)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is enige
wijzigingen aan te brengen betreffende afvalstoffen in de
hoofdstukken 10 en 15 van de Wet milieubeheer;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1.1, vijfde lid, komt te luiden:

	5. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:

	a. onder het zich ontdoen van afvalstoffen mede verstaan het nuttig
toepassen of verwijderen van afvalstoffen binnen de inrichting waarin
deze zijn ontstaan;

	b. onder het zich door afgifte ontdoen van afvalstoffen mede verstaan:

	1º. het voor nuttige toepassing of verwijdering brengen van
afvalstoffen vanuit een inrichting naar een elders gelegen inrichting
die aan dezelfde natuurlijke of rechtspersoon behoort;

	2º. het tijdelijk voor nuttige toepassing afgeven van afvalstoffen.

B

	In artikel 8.20, derde lid, onder b, vervalt de zinsnede: , dan wel –
in gevallen als aangegeven krachtens artikel 8.35 – Onze Minister.

C

	In artikel 8.25, eerste lid, aanhef, vervalt: , 8.38.

D

	De artikelen 8.35 tot en met 8.36e alsmede de artikelen 8.37 en 8.38
vervallen.

E

	In artikel 10.5, tweede lid, vervalt de zinsnede: een inrichting die
behoort tot een categorie of een categorie van gevallen die is
aangewezen krachtens artikel 8.35, alsmede ten aanzien van.

F

	Artikel 10.7, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. de capaciteit die benodigd is voor de daarbij aangewezen wijzen van
beheer van afvalstoffen in de betrokken periode van vier jaar en, voor
zover mogelijk, in de daaropvolgende zes jaar;.

G

	In artikel 10.25, onderdeel a, wordt “terecht komen” vervangen
door: terechtkomen.

H

	Artikel 10.26 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt “bij de verordening”
vervangen door: daarbij.

	2. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd,
luidende:

	d. daarbij aangegeven bestanddelen van het groente-, fruit- en
tuinafval afzonderlijk worden ingezameld;

	e. groente-, fruit- en tuinafval met andere daarbij aangegeven
bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk van het
overige huishoudelijk afval wordt ingezameld.

	3. Het derde en vierde lid vervallen.

I

	In artikel 13.11 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding “1.”
voor het eerste lid.

J

	[Vervallen]

K

	Artikel 18.13 vervalt.

L

	In artikel 18.14 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding “1.”
voor het eerste lid.

M

	In de artikelen 18.14a, eerste lid, en 18.16, eerste lid wordt
“artikel 18.14, eerste lid,” vervangen door: artikel 18.14.

N

	Artikel 20.2 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid vervalt onderdeel d, onder lettering van de
onderdelen e tot en met k als d tot en met j.

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. In afwijking van het tweede lid kan tegen een beschikking als
bedoeld in dat lid, onder a, c, d of f, beroep worden ingesteld
overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk door het ten aanzien van
de beschikking waarop de aanwijzing, onderscheidenlijk het verzoek
betrekking heeft, bevoegde gezag.

O

	In artikel 21.6, vierde lid, vervalt: , 8.35.

P

	Aan artikel 22.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	9. Hoofdstuk 10, met uitzondering van titel 10.7, is niet van
toepassing op gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften gelden,
die zijn gesteld bij of krachtens de Kaderwet diervoeders.

ARTIKEL IA

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 augustus 2007 ingediende
voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde
tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche
Awb) (31 124) tot wet is of wordt verheven en hoofdstuk 13, artikel 11,
onderdeel BB, van die wet later in werking treedt dan artikel I,
onderdeel N, van deze wet, komt het eerstgenoemde onderdeel te luiden:

BB

	Artikel 20.2, tweede lid, komt te luiden:

	2. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een beschikking:

	a. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 5.23,

	b. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 8.27,

	c. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 8.31a,

	d. houdende een verzoek als bedoeld in artikel 8.39,

	e. houdende een certificaat of een accreditatie als bedoeld in artikel
11.2, derde lid, onderdeel b of c,

	f. houdende een verzoek als bedoeld in artikel 17.5, eerste lid,

	g. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 18.3d, eerste lid, of
18.3f, eerste lid,

	h. houdende een aanwijzing van Onze Minister met toepassing van artikel
18.3f, zevende lid, aan burgemeester en wethouders of aan het dagelijks
bestuur van een waterschap ter zake van de uitvoering door deze
bestuursorganen van het bepaalde krachtens artikel 18.3,

	i. houdende een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel
18.3e, eerste lid, laatste volzin, of

	j. houdende een vordering als bedoeld in artikel 18.8a, eerste lid.

ARTIKEL II

	In onderdeel C van de bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht vervalt
in onderdeel 3: , 8.36a.

ARTIKEL III

	De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In de artikelen 17, eerste lid, 20, eerste lid, en 20a, tweede lid,
wordt “de paragrafen 8.1.3.2 en 8.1.3.3” vervangen door: paragraaf
8.1.3.2.

B

	In artikel 83a wordt “18.14, eerste lid” vervangen door: 18.14.

ARTIKEL IV

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

 PAGE    

 PAGE   3