[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31358 Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer

Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer

Eindtekst

Nummer: 2010D06100, datum: 2008-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01055:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

2 december 2008



Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze
bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden
aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET





	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enkele
bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het
Burgerlijk Wetboek aan de ontwikkelingen op het gebied van het
elektronisch verkeer aan te passen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	Na artikel 156 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt
een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 156a

	1. Onderhandse akten kunnen op een andere wijze dan bij geschrift
worden opgemaakt op zodanige wijze dat het degene ten behoeve van wie de
akte bewijs oplevert, in staat stelt om de inhoud van de akte op te
slaan op een wijze die deze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig
gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de
akte bestemd is te dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de
inhoud van de akte mogelijk maakt.

	2. Aan een wettelijke verplichting tot het verschaffen van een
onderhandse akte kan alleen op een andere wijze dan bij geschrift worden
voldaan met uitdrukkelijke instemming van degene aan wie de akte moet
worden verschaft. Een instemming ziet, zolang zij niet is herroepen,
eveneens op het verschaffen van een gewijzigde onderhandse akte. Het in
de eerste zin van dit lid bepaalde lijdt uitzondering indien de akte
eveneens is ondertekend door degene aan wie de akte op grond van de wet
moet worden verschaft.

	

ARTIKEL II

	Het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:

	A. Boek 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Artikel 88 lid 3 komt te luiden:

	3. De toestemming moet schriftelijk of langs elektronische weg worden
verleend, indien de wet voor het verrichten van de rechtshandeling een
vorm voorschrijft.

	B. Boek 6 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Artikel 227a lid 2 vervalt.

	2. Artikel 227a lid 3 wordt vernummerd tot artikel 227a lid 2.

	3. Artikel 227a lid 2 (nieuw) komt te luiden:

	2. Lid 1 is niet van toepassing op overeenkomsten waarvoor de wet de
tussenkomst voorschrijft van de rechter, een overheidsorgaan of een
beroepsbeoefenaar die een publieke taak uitoefent.

	

	4. Artikel 234 komt te luiden:

Artikel 234

	1. De gebruiker heeft aan de wederpartij de in artikel 233 onder b
bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor
of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft
gesteld of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de
totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend
gemaakt dat de voorwaarden bij hem ter inzage liggen of bij een door hem
opgegeven Kamer van Koophandel en Fabrieken of een griffie van een
gerecht zijn gedeponeerd, alsmede dat zij op verzoek zullen worden
toegezonden. Indien de voorwaarden niet voor of bij het sluiten van de
overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld, zijn de bedingen
tevens vernietigbaar indien de gebruiker de voorwaarden niet op verzoek
van de wederpartij onverwijld op zijn kosten aan haar toezendt. Het
omtrent de verplichting tot toezending bepaalde is niet van toepassing,
voor zover deze toezending redelijkerwijze niet van de gebruiker kan
worden gevergd.

	2. De gebruiker heeft tevens aan de wederpartij de in artikel 233 onder
b bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor
of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs
elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze
dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en voor haar toegankelijk
zijn ten behoeve van latere kennisneming of, indien dit redelijkerwijs
niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de
wederpartij heeft bekend gemaakt waar van de voorwaarden langs
elektronische weg kan worden kennisgenomen, alsmede dat zij op verzoek
langs elektronische weg of op andere wijze zullen worden toegezonden.

Indien de voorwaarden niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst
aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking zijn gesteld,
zijn de bedingen tevens vernietigbaar indien de gebruiker de voorwaarden
niet op verzoek van de wederpartij onverwijld op zijn kosten langs
elektronische weg of op andere wijze aan haar toezendt.

	3. Voor het op de in lid 2 bedoelde wijze bieden van een redelijke
mogelijkheid om van de algemene voorwaarden kennis te nemen is de
uitdrukkelijke instemming van de wederpartij vereist indien de
overeenkomst niet langs elektronische weg tot stand komt.

	C. Boek 7 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Artikel 932 wordt als volgt gewijzigd:

	a. Het eerste lid komt te luiden:

	1. De verzekeraar geeft zo spoedig mogelijk een akte, polis genaamd,
af, waarin de overeenkomst is vastgelegd. Een polis die is opgemaakt op
een wijze als bedoeld in artikel 156a lid 1 van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering moet zijn voorzien van een elektronische
handtekening die voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 15a lid 2 van
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. De verzekeraar is niet verplicht een
polis af te geven indien de aard van de overeenkomst afwijkend gebruik
rechtvaardigt en de verzekeringnemer bij afgifte van de polis geen
belang heeft.

	b. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

	Een instemming als bedoeld in artikel 156a lid 2 van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering ziet, zolang zij niet is herroepen, eveneens
op een nieuw bewijsstuk als bedoeld in de eerste zin.

	2. Artikel 933, tweede lid, komt te luiden:

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen van lid 1 afwijkende
regels worden gesteld ten aanzien van de verzending van mededelingen
langs elektronische weg. Daarbij kunnen ook regels worden gesteld ten
aanzien van de verzending aan de verzekeraar langs elektronische weg van
mededelingen waartoe de bepalingen van deze titel of de overeenkomst
aanleiding geven.

	3. Aan artikel 940 worden twee leden toegevoegd, luidende:

	6. De verzekeringnemer kan de overeenkomst steeds langs elektronische
weg opzeggen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld ten aanzien van de verzending van opzeggingen langs
elektronische weg.

	7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

	4. In artikel 943, lid 2, wordt de zinsnede “940 leden 1, 3 en 5”
vervangen door: 940 leden 1, 3, 5 en 6.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

 PAGE    

 PAGE   4