31360 Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden en enkele andere wetten ten behoeve van een verbeterde werking van de financieringsfunctie van decentrale overheden
Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden en enkele andere wetten ten behoeve van een verbeterde werking van de financieringsfunctie van decentrale overheden
Eindtekst
Nummer: 2010D06103, datum: 2008-10-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2007Z01056:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2008-10-02 10:15: Aanvang vergadering: hamerstuk (Wijz. Wet financiering decentrale overheden; verbeterde werking van de financieringsfunctie van decentrale overheden (31 360)) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 2 oktober 2008 Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden en enkele andere wetten ten behoeve van een verbeterde werking van de financieringsfunctie van decentrale overheden VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een aantal onderdelen van de Wet financiering decentrale overheden en enkele andere wetten te wijzigen ten behoeve van een betere werking van de financieringsfunctie van decentrale overheden; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet financiering decentrale overheden wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onder vernummering van onderdeel a, onder 5Âș en 6Âș, tot onderdeel a, onder 4Âș en 5Âș vervalt onderdeel a, onder 4Âș. 2. Onderdeel d vervalt. 3. De onderdelen e tot en met l worden geletterd d tot en met k. 4. In onderdeel h wordt âde vaste schuldâ vervangen door: het begrotingstotaal. 5. In onderdeel k, onder 1Âș, wordt âonderdeel a, onder 1Âș, 2Âș, 4Âș en 6Âșâ vervangen door: onderdeel a, onder 1Âș, 2Âș en 5Âș. 6. In onderdeel k, onder 3Âș, wordt âonderdeel a, onder 5Âșâ telkens vervangen door: onderdeel a, onder 4Âș. 7. Na onderdeel k wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: l. begrotingstotaal: de totale lasten op de begroting. B Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Openbare lichamen sluiten ten gunste van personeel of politieke ambtsdragers van openbare lichamen geen contracten met betrekking tot hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking van hypothecaire leningen door andere financiĂ«le instellingen. C Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. De toezichthouder van de openbare lichamen, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 5Âș, kan na overleg met het bestuur van de gemeenschappelijke regeling een afwijkend percentage voor de kasgeldlimiet voor een gemeenschappelijke regeling vaststellen. D 1. Artikel 4, tweede en derde lid, komt te luiden: 2. Indien een openbaar lichaam voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschrijdt, stelt het daarvan de toezichthouder op de hoogte, en legt het de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring voor aan de toezichthouder. 3. Zolang het plan, bedoeld in het tweede lid, niet is goedgekeurd dan wel indien blijkt dat het plan niet ten uitvoer wordt gelegd kan de toezichthouder een aanwijzing geven om alsnog een aangepast plan in te zenden en om maatregelen te treffen om te voldoen aan de kasgeldlimiet. De toezichthouder kan voorts bepalen dat voor het aangaan van nieuwe geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van minder dan Ă©Ă©n jaar voorafgaande toestemming van de toezichthouder is vereist. De toezichthouder kan daarbij een maximum vaststellen voor de schuld in rekening-courant van het openbare lichaam met inachtneming van de op dat moment bestaande betalingsverplichtingen van het openbare lichaam. 2. In het vierde lid wordt âHet voorafgaande toezichtâ vervangen door: Het toezicht. E In de artikelen 5, eerste lid, en 6, eerste tot en met derde lid, wordt âde vaste schuldâ vervangen door: het begrotingstotaal. F Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Indien aan Nederland een boete wegens overschrijding van de EMU-norm wordt opgelegd en de decentrale overheden daarin een aandeel hebben, kan de minister van FinanciĂ«n vaststellen voor welk deel decentrale overheden bijdragen in de boete, na regulier bestuurlijk overleg tussen de fondsbeheerders en de instanties die representatief geacht kunnen worden voor de desbetreffende decentrale overheden. G In artikel 8, tweede lid, onderdeel d, wordt âde vaste schuldâ vervangen door: het begrotingstotaal. ARTIKEL II In artikel 216, tweede lid, onderdeel c, van de Provinciewet vervalt: , alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening. ARTIKEL III In artikel 212, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet vervalt: , alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening. ARTIKEL IV In artikel 108, tweede lid, onderdeel c, van de Waterschapswet vervalt:, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening. ARTIKEL V Artikel I, onderdeel B, is niet van toepassing op de contracten met betrekking tot hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking van hypothecaire leningen door andere financiĂ«le instellingen, zoals die op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze wet ten aanzien van het personeel en politieke ambtsdragers van openbare lichamen zijn afgesloten. ARTIKEL VI Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister van FinanciĂ«n, De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, PAGE PAGE 4