Samenvatting advies Raad van State inzake de Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (PbEU L 247) (Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2010D06497, datum: 2010-02-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2010Z01317:
- Indiener: W.J. Bos, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2010-01-26 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-02-02 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-02-03 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-03-04 14:00: Extra procedurevergadering Financiën (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-03-11 15:25: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2010-04-07 16:15: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-04-21 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-05-12 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-06-23 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-07-08 14:00: Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2010-10-07 12:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-11-24 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2010-12-09 14:00: Inbreng nader verslag wetsvoorstel Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2011-01-19 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2011-01-26 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-03-17 19:00: Wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector (32292) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2011-03-22 15:15: Stemming over een aangehouden gewijzigde motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijnnr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energie zuinige wegvoertuigen) (32357) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Advies over het voorstel van wet implementatie richtlijn deelnemingen in de financiële sector De Raad van State heeft op 13 februari 2009 advies uitgebracht over het wetsvoorstel waarmee de Europese deelnemingen richtlijn (de zogenoemde AntonVeneta-richtlijn) in Nederlandse wetgeving wordt omgezet. Hij adviseert de minister van Financiën het voorstel op onderdelen aan te passen. Het wetsvoorstel regelt dat bij (gedeeltelijke) overnames van een van de vijf grootste financiële ondernemingen door een onderneming uit andere EU-lidstaten in het vervolg goedkeuring moet worden gevraagd aan de Nederlandsche Bank (DNB) in plaats van, zoals nu het geval is, aan de minister van Financiën. Het voorstel draagt in dat verband DNB wel op alle relevante informatie over een dergelijke overname aan de minister te verstrekken. De Europese richtlijn bepaalt op grond van welke criteria een aanvraag tot overname moet worden getoetst. Deze criteria hebben slechts betrekking op de soliditeit van een financiële onderneming. Waar de richtlijn voorschrijft dat toetsing zich moet beperken tot deze criteria, is te begrijpen dat de regering ervoor heeft gekozen deze toetsing volledig op te dragen aan DNB. Immers, in het stelsel van financieel toezicht is DNB, als daarvoor deskundige instantie, in den brede belast met het toezicht op de soliditeit van financiële ondernemingen. De Raad merkt echter op dat de richtlijn niet zo ver gaat dat zij ook de instantie aanwijst die de toetsing moet uitvoeren. In zoverre zou – al dan niet voor een overgangsperiode – de minister van Financiën, geadviseerd door DNB, belast kunnen blijven met de desbetreffende bevoegdheid, ook al is de opdracht van de toetsing aan DNB een logisch uitvloeisel van de richtlijn. Een keuze tussen DNB of de minister, geadviseerd door DNB, zal mede afhangen van het antwoord op de vraag of de vijf criteria in hun praktische toepassing op grote financiële ondernemingen "duidelijk en ondubbelzinnig zijn zodat zij zich lenen voor een politiek-neutrale en onafhankelijke toepassing die los van politieke verantwoording kan functioneren". Meer in het algemeen roept het wetsvoorstel de vraag op wat de voorgestelde verlegging van bevoegdheid van de minister van Financiën naar DNB betekent voor de mogelijkheden van de minister om ten volle inhoud te geven aan zijn medeverantwoordelijkheid voor de stabiliteit van het financiële stelsel. Daarbij gaat het meer in het bijzonder om zijn mogelijkheden om, op grond van overwegingen van politiek-beleidsmatige aard, op te komen tegen een eventuele door hem ongewenst geachte ontwikkeling van de financiële sector als geheel. De Raad adviseert om in de toelichting op deze vraag in te gaan. De Raad adviseert verder in de toelichting uiteen te zetten of de verplichting voor DNB om alle relevante informatie over een voorgenomen (gedeeltelijke) overname aan de minister van Financiën te verstrekken wel in overeenstemming is met Europese regels. Het Europese recht bepaalt dat toezichthouders zoals DNB alleen aan een limitatief aantal personen of instanties gegevens mogen verstrekken. Die beperking geldt in ieder geval als die gegevens tot een individuele onderneming te herleiden zijn. Omdat de minister na de overdracht van de bevoegdheid niet langer een formele rol heeft bij de goedkeuring, is de Raad er niet zeker van of de minister van Financiën tot die groep behoort. De Raad voegt daar wel aan toe dat de Europese richtlijnen uiteraard niet uitsluiten dat DNB de minister in meer algemene zin informeert. Ten slotte maakt de Raad een opmerking over de termijn waarbinnen de richtlijn in Nederlands recht moet zijn omgezet. De Raad acht het onwaarschijnlijk dat die termijn wordt gehaald en wijst erop dat na het verstrijken van de implementatietermijn de Nederlandse wetgeving zoveel mogelijk in overeenstemming met de regels uit de richtlijn moet worden uitgelegd.