31441 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen
Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen
Eindtekst
Nummer: 2010D07941, datum: 2008-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2007Z01077:
- Indiener: A. Aboutaleb, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2008-09-04 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2008-09-24 20:00: Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen (31441) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2008-10-07 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 7 oktober 2008 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gemeenten meer armslag te geven voor gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen ter bevordering van hun maatschappelijke participatie en dat het wenselijk is de mogelijkheden voor inkomensondersteuning beter in evenwicht te brengen met de mogelijkheden tot inkomensverbetering; Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN BIJSTAND De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel d komt te luiden: d. bijzondere bijstand: de bijstand, bedoeld in artikel 35, en de langdurigheidstoeslag, bedoeld in artikel 36; 2. Onderdeel e vervalt onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel e. B Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: d. het verlenen van een langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36. 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. De regels, bedoeld in het eerste lid, hebben: a. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel a, in ieder geval betrekking op de evenwichtige aandacht voor de in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, genoemde groepen, alsmede voor verschillende doelgroepen daarbinnen, en op de wijze waarop rekening wordt gehouden met zorgtaken; b. voor zover het gaat om het eerste lid, onderdeel d, in ieder geval betrekking op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. C Het opschrift van paragraaf 4.1. komt te luiden: § 4.1. Bijzondere bijstand D Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 35. Individuele en categoriale bijzondere bijstand 2. Onder vernummering van het vierde lid tot achtste lid, worden vier leden ingevoegd, luidende: 4. In afwijking van het eerste lid kan bijzondere bijstand ook aan een persoon, behorend tot een categorie chronisch zieken of gehandicapten, of met een hem ten laste komend kind dat tot die categorie behoort, worden verleend met betrekking tot kosten in verband met chronische ziekte of handicap, zonder dat wordt nagegaan of ten behoeve van die persoon of dat kind die kosten ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn of gemaakt zijn, indien ten aanzien van de categorie waartoe hij of dat kind behoort aannemelijk is dat die zich in bijzondere omstandigheden bevindt die leiden tot dergelijke noodzakelijke kosten van bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan. 5. In afwijking van het eerste lid kan bijzondere bijstand ook aan een persoon, met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, worden verleend met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind, zonder dat wordt nagegaan of ten behoeve van dat kind die kosten ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn of gemaakt zijn, indien ten aanzien van de categorie waartoe hij behoort aannemelijk is dat die zich in bijzondere omstandigheden bevindt die leiden tot dergelijke noodzakelijke kosten van bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan. 6. In afwijking van het eerste lid kan bijzondere bijstand ook aan een persoon worden verleend in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering zonder dat wordt nagegaan of ten aanzien van die persoon de kosten van die verzekering ook daadwerkelijk noodzakelijk zijn of gemaakt zijn. 7. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder bijzondere bijstand niet verstaan langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36. E Vervallen F In artikel 39, tweede lid, wordt “artikel 35, tweede lid, en artikel 36, vijfde lid,” vervangen door: en artikel 35, tweede lid,. G Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het opschrift komt te luiden: Geldlening, borgtocht en bijstand in natura 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Het college verstrekt bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, vijfde lid, in natura, tenzij dit naar het oordeel van het college leidt tot een ondoelmatige uitvoering van dat lid. H In artikel 69, eerste lid, onderdeel b, vervalt “, en van de langdurigheidstoeslag”. ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE INVOERINGSWET WET WERK EN BIJSTAND Artikel 10 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand vervalt. ARTIKEL III. INWERKINGTREDING Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PAGE PAGE 1