[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31513 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (Pb EU L 399) (Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure)

Uitvoering van verordening (EG) Nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (Pb EU L 399) (Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure)

Eindtekst

Nummer: 2010D08803, datum: 2008-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01095:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

11 december 2008



Uitvoering van verordening (EG) Nr. 1896/2006 van het Europees Parlement
en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese
betalingsbevelprocedure 

(Pb EU L 399) (Uitvoeringswet verordening Europese
betalingsbevelprocedure)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Verordening (EG) 1896/2006
van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering
van een Europese betalingsbevelprocedure (Pb EU L 399) moet worden
uitgevoerd;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

	In deze wet wordt verstaan onder verordening: verordening (EG) nr.
1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot
invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (Pb EU L 399).

Artikel 2

	Een verzoek om een Europees betalingsbevel als bedoeld in artikel 7 van
de verordening wordt gedaan aan de rechtbank. Is het bedrag, bedoeld in
artikel 7, tweede lid, onder b, van de verordening, niet hoger dan het
bedrag genoemd in artikel 93 onder a, van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering of betreft het een zaak als bedoeld onder c, van dat
artikel, dan wordt het verzoek behandeld en wordt daarop beslist door de
kantonrechter.

Artikel 3

	1. De stukken voor aanvulling en correctie van het verzoek als bedoeld
in artikel 9 van de verordening, voor wijziging van het verzoek als
bedoeld in artikel 10 van de verordening en voor afwijzing van het
verzoek als bedoeld in artikel 11 van de verordening alsmede het
uitvoerbare Europees betalingsbevel als bedoeld in artikel 18, derde
lid, van de verordening worden aan de eiser toegezonden per gewone post.

	2. Een mededeling als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de
verordening wordt aan partijen toegezonden per gewone post.

Artikel 4

	Indien ingevolge artikel 10, tweede lid, van de verordening een
Europees betalingsbevel wordt uitgevaardigd voor het door de eiser
aanvaarde voorstel voor een Europees betalingsbevel voor een gedeelte
van zijn verzoek, laat dit de rechtsvordering voor het resterende deel
onverlet.

Artikel 5

	Betekening of kennisgeving aan de verweerder als bedoeld in artikel 12,
vijfde lid, van de verordening van het Europees betalingsbevel en het
verzoek waarop het Europees betalingsbevel is gebaseerd, kan op een van
de volgende wijzen:

	a. door verzending per aangetekende post met bericht van ontvangst;

	b. bij exploot.

	Heeft de verweerder geen bekende woonplaats of bekend werkelijk
verblijf in Nederland, maar wel een bekende woonplaats of bekend
werkelijk verblijf in een andere lidstaat, dan vindt de betekening of
kennisgeving plaats overeenkomstig artikel 277 van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 6

	1. Op de voortzetting van een procedure na indiening van een
verweerschrift, als bedoeld in artikel 17 van de verordening, is artikel
69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige
toepassing. De procedure is aanhangig vanaf de dag van indiening van het
verzoek tot uitvaardiging van een Europees betalingsbevel.

	2. Ongeacht of de verweerder in de voortgezette procedure verschijnt,
geldt een vonnis in de voortgezette procedure als een vonnis op
tegenspraak en moet hoger beroep tegen een eindbeschikking in de
voortgezette procedure door de eiser en de verweerder worden ingesteld
binnen drie maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak. In zijn
bevel inzake de voortzetting wijst de rechter de verweerder op de in de
vorige zin bedoelde rechtsgevolgen. De verweerder die niet in de
voortgezette procedure verschijnt, krijgt de uitspraak toegezonden per
gewone post.

Artikel 7

	In geval van uitvoerbaarverklaring van een Europees betalingsbevel als
bedoeld in artikel 18 van de verordening vormen de uitvoerbaarverklaring
en het aangehechte betalingsbevel tezamen een executoriale titel in de
zin van artikel 430 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Artikel 430, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
is van toepassing.

Artikel 8

	1. Het afschrift van een door een buitenlands gerecht van oorsprong
uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel, bedoeld in artikel 21,
tweede lid, onder a, van de verordening en bestaande uit de
uitvoerbaarverklaring als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de
verordening en het aangehechte betalingsbevel, kan ten uitvoer worden
gelegd op dezelfde wijze als een grosse.

	2. Een door een gerecht van oorsprong van een andere lidstaat
uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel wordt voor de toepassing
van artikel 21, tweede lid, onder b, van de verordening gesteld of
vertaald in de Nederlandse taal.

Artikel 9

	1. Ten aanzien van een uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel in
de zin van de verordening kan de verweerder een verzoek tot
heroverweging doen bij het gerecht dat het uitvoerbare Europees
betalingsbevel heeft uitgevaardigd op de gronden genoemd in artikel 20,
eerste en tweede lid, van de verordening.

	2. Het verzoek moet worden gedaan:

	a. in het geval bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, van de
verordening, binnen vier weken nadat het uitvoerbare betalingsbevel aan
de verweerder bekend is geworden;

	b. in het geval bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder b, van de
verordening, binnen vier weken nadat de daargenoemde gronden hebben
opgehouden te bestaan;

	c. in het geval bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de verordening,
binnen vier weken nadat de daargenoemde grond voor heroverweging aan de
verweerder bekend is geworden.

	3. Voor de indiening van een verzoek tot heroverweging is de bijstand
van een advocaat niet vereist.

Artikel 10

	Op verzoeken betreffende de tenuitvoerlegging als bedoeld in de
artikelen 22 en 23 van de verordening, is artikel 438 van het Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing.

Artikel 11

	1. Het bedrag, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de verordening,
dat in rekening wordt gebracht voor een verzoek om een Europees
betalingsbevel, wordt vastgesteld overeenkomstig de Wet tarieven in
burgerlijke zaken.

	2. Van de verweerder wordt geen vast recht geheven voor de indiening
van een verweerschrift als bedoeld in artikel 16 van de verordening.

	3. Wordt de procedure voortgezet na indiening van een verweerschrift,
dan wordt van de verweerder overeenkomstig de regels van de Wet tarieven
in burgerlijke zaken vast recht geheven als hij ook in de voortgezette
procedure verschijnt.

Artikel 12

	In aanvulling op hetgeen uit de verordening of uit deze wet
voortvloeit, zijn de regels inzake de verzoekschriftprocedure van
toepassing op een ingediend verzoek om een Europees betalingsbevel.

Artikel 13

	Onze Minister van Justitie zendt binnen 5 jaar na de inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid
en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 14

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 15

	Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet verordening Europese
betalingsbevelprocedure.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

 PAGE    

 PAGE   4