[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31527 Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en de Wet op de waterhuishouding (aanwijzing en kwaliteit van zwemwateren)

Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en de Wet op de waterhuishouding (aanwijzing en kwaliteit van zwemwateren)

Eindtekst

Nummer: 2010D08823, datum: 2009-03-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01103:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

24 maart 2009



Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en
zwemgelegenheden en de Wet op de waterhuishouding (aanwijzing en
kwaliteit van zwemwateren)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels
te stellen ten aanzien van de aanwijzing en kwaliteit van zwemwateren
ter uitvoering van richtlijn nr. 2006/7/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 15 februari 2006 betreffende het beheer
van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG
(PbEU L 64) en daartoe de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en
zwemgelegenheden en de Wet op de waterhuishouding te wijzigen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden wordt
als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. De in het eerste lid (nieuw) opgenomen begrippen worden in
alfabetische volgorde geplaatst.

	3. In de alfabetische rangschikking worden ingevoegd:

	badseizoen: tijdvak als bedoeld in artikel 2 van de zwemwaterrichtlijn;

	bevoegd bestuursorgaan: bestuursorgaan dat bevoegd is een vergunning
krachtens artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren te
verlenen;

	locatie: plaats als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de
zwemwaterrichtlijn;

	zwemwaterprofiel: zwemwaterprofiel als bedoeld in artikel 6 van de
zwemwaterrichtlijn;

	zwemwaterrichtlijn: richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 15 februari 2006 betreffende het beheer
van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG
(PbEU L 64).

	4. De volgende drie leden worden toegevoegd:

	2. Bij ministeriële regeling worden de aanvang en het einde van het
badseizoen vastgesteld en kunnen andere tijdstippen en termijnen die bij
de toepassing van deze wet regeling behoeven worden vastgesteld.

	3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld met betrekking tot de indeling van het zwemwater in de klassen
slecht, aanvaardbaar, goed of uitstekend zoals bedoeld in artikel 5 van
de zwemwaterrichtlijn.

	4. De bevoegdheid tot het stellen van regels op grond van de artikelen
1, tweede en derde  lid, 10b, vierde lid, 10ca, 10e, 10f en 11, vierde
lid, kan slechts worden aangewend voor zover zulks noodzakelijk is ter
implementatie van EG-richtlijnen.

B

	Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid vervalt en het derde en vierde lid worden vernummerd
tot tweede en derde lid.

	2. In het tweede  en derde lid komt de zinsnede “bedoeld in het
eerste en tweede lid” te luiden: bedoeld in het eerste lid

	3. In het derde lid vervalt:“ voor zover het betreft het in het
eerste lid bedoelde onderzoek, tevens”.

C

	1. De artikelen 10b en 10c komen te luiden:

Artikel 10b

	1. Gedeputeerde staten maken jaarlijks aan Onze Minister en aan Onze
Minister van Verkeer en Waterstaat de locaties bekend waar naar hun
oordeel door een groot aantal personen wordt gezwommen. Zij nemen
daarbij in aanmerking de ontwikkelingen met betrekking tot het aantal
personen, de infrastructuur of faciliteiten en de ter bevordering van
het zwemmen getroffen maatregelen.

	2. Gedeputeerde staten wijzen jaarlijks na overleg met het bevoegd
bestuursorgaan de op basis van het eerste lid aangemerkte locaties aan,
indien daarvan de functie van zwemwater in de plannen, bedoeld in de
artikelen 5, eerste lid, en 7, eerste lid, van de Wet op de
waterhuishouding is vastgelegd, en stellen Onze in het eerste lid
genoemde Ministers daarvan op de hoogte.

	3. Een op basis van het eerste lid aangemerkte locatie wordt evenwel
niet aangewezen, indien gedurende vijf achtereenvolgende jaren de
locatie in de klasse slecht is ingedeeld.

	4. Gedeputeerde staten zijn bevoegd om in bij algemene maatregel van
bestuur te regelen gevallen een op basis van het eerste lid aangemerkte
locatie niet aan te wijzen indien toepassing is gegeven aan artikel 11,
tweede lid.

	5. Indien een op basis van het eerste lid aangemerkte locatie niet
wordt aangewezen, gelasten gedeputeerde staten de houder van een
badinrichting deze te sluiten, dan wel indien het niet een badinrichting
betreft, stellen zij een zwemverbod in of brengen een negatief
zwemadvies uit.

Artikel 10c

	1. Op de voorbereiding van een aanwijzing als bedoeld in artikel 10b,
tweede lid, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing. Zienswijzen kunnen naar voren worden gebracht door de
ingezetenen van de desbetreffende provincie en overige  belanghebbenden.

	2. Indien de aanwijzing, bedoeld in artikel 10b, tweede lid, betrekking
heeft op grensvormende of grensoverschrijdende wateren, worden de ten
aanzien van die wateren bevoegde Duitse of Belgische autoriteiten
geraadpleegd.

	2. Na artikel 10c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10ca

	1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld met betrekking tot de voorlichting van het publiek omtrent
zwemwater die gedeputeerde staten op een passende wijze in de nabijheid
van een zwemwater en via media en technologieën verstrekken, gedurende
het badseizoen.

	2. Het bevoegd bestuursorgaan en gedeputeerde staten verschaffen aan
Onze Minister en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat de bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde inlichtingen en
gegevens.

D

	1. In artikel 3, derde lid, wordt de zinsnede “de badinrichtingen die
zijn vermeld op de lijst bedoeld in artikel 10b” vervangen door: de
badinrichtingen  behorend tot de op grond van artikel 10b, tweede lid,
aangewezen locaties.

	2. In artikel 10d, eerste lid, wordt de zinsnede “de op grond van
artikel 10b geïnventariseerde plaatsen” vervangen door: de op grond
van artikel 10b, tweede lid, aangewezen locaties.

E

	Na artikel 10d worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 10e

	Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
omtrent het monitoren van zwemwater door het bevoegd bestuursorgaan en
wordt bepaald op welke parameters de monitoring betrekking heeft welke
parameters slechts betrekking mogen hebben op de factoren die de
gezondheid van de zwemmer kunnen betreffen en op afval.

Artikel 10f

	Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
omtrent:

	a. het zwemwaterprofiel dat het bevoegd bestuursorgaan met een in die
maatregel te bepalen frequentie opstelt waarin de kenmerken van het
zwemwater en de omgeving worden opgenomen die de hoedanigheid van het
zwemwater kunnen beïnvloeden,

	b. de beoordeling van de hoedanigheid van het zwemwater die het bevoegd
bestuursorgaan na afloop van het badseizoen uitvoert aan de hand van de
resultaten van het in artikel 10e bedoelde onderzoek,

	c. de maatregelen die het bevoegd bestuursorgaan neemt opdat het
zwemwater op locaties waar geen toepassing is gegeven aan artikel 11,
tweede lid, voldoet aan de in artikel 5, derde lid, van de
zwemwaterrichtlijn gestelde eisen, en

	d. de voorwaarden waaronder een zwemwater gedurende maximaal vijf jaar
in de klasse slecht wordt ingedeeld.

F

	Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

	1. Indien de omstandigheden met betrekking tot een badinrichting of een
andere plaats die wordt gebruikt voor het zwemmen, daartoe uit oogpunt
van hygiëne of veiligheid van de bezoekers aanleiding geven, kunnen
gedeputeerde staten de houder van de badinrichting gelasten deze te
sluiten, onderscheidenlijk een zwemverbod instellen of een negatief
zwemadvies uitbrengen.

	2. Gedeputeerde staten gelasten de houder van een badinrichting in
oppervlaktewater deze te sluiten, respectievelijk stellen een zwemverbod
in of brengen een negatief zwemadvies uit voor een andere locatie,
indien de maatregelen teneinde te voldoen aan de klasse aanvaardbaar
niet uitvoerbaar of onevenredig kostbaar zijn.

	3. Ingeval voor de gezondheid of de veiligheid van de bezoekers
onmiddellijk gevaar dreigt, kan de bevoegdheid, bedoeld in het eerste
lid, worden uitgeoefend door Onze commissaris in de provincie.

	4. Met betrekking tot de op grond van artikel 10b, tweede lid,
aangewezen locaties wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald dat
binnen een daarbij te stellen termijn aan het eerste lid toepassing moet
worden gegeven indien niet wordt voldaan aan bij die maatregel gestelde
eisen betreffende de hoedanigheid van het zwemwater.

	5. Indien vanwege het gevaar voor de verspreiding van een
infectieziekte als bedoeld in artikel 2 van de Infectieziektenwet een
besluit krachtens het eerste of derde lid wordt overwogen, wordt
voorafgaande aan dat besluit het advies ingewonnen van de desbetreffende
directeur als bedoeld in die wet.

G

	1. In artikel 11a, eerste lid, wordt “tweede lid” vervangen door:
derde lid.

	2. In artikel 11a, tweede lid, wordt “artikel 11, eerste of tweede
lid” vervangen door: artikel 10b, vijfde lid, en artikel 11, eerste,
tweede of derde lid.

	3. Aan het slot van het eerste lid van artikel 12 wordt toegevoegd de
zinsnede luidend: en kan gedeputeerde staten verzoeken de op grond van
artikel 10ca en artikel 10e gestelde verplichtingen na te komen.

	4. In artikel 12, eerste en derde lid wordt “tweede lid” vervangen
door: derde lid.

	5. In artikel 13, eerste lid, wordt “artikel 11, eerste of tweede
lid” vervangen door: artikel 10b, tweede lid, en artikel 11, eerste,
tweede of derde lid.

	6. In artikel 23, eerste lid, wordt “artikel 11, eerste of tweede
lid” vervangen door: artikel 10b, vijfde lid, en artikel 11, eerste,
tweede of derde lid.

H

	Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

	De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel
1, derde lid, 10b, 10d, 10e, 10f en 11, vierde lid, wordt Ons gedaan
door Onze Minister en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL II

	De Wet op de waterhuishouding wordt als volgt gewijzigd:

A

	Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1 door een
puntkomma, wordt toegevoegd:

	“zwemwaterrichtlijn”: richtlijn 2006/7/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 februari 2006
betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van
Richtlijn 76/160/EEG (PbEU L 64).

B

	1. In artikel 3, tweede lid, onderdeel d, wordt na “artikel 11 van de
kaderrichtlijn water” een zinsnede toegevoegd, luidende: en artikel 5,
derde lid, van de zwemwaterrichtlijn.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van de artikelen 5, derde
lid, 7, vierde lid, en 9, derde lid, in een puntkomma, wordt aan de
genoemde artikelleden steeds een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. de maatregelen, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de
zwemwaterrichtlijn.

C

	In hoofdstuk II wordt na Afdeling 4a een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 4B. FUNCTIEVASTLEGGING VOOR ZWEMWATER

Artikel 9c

	1. Voor nationale dan wel regionale waterhuishoudkundige systemen of
onderdelen daarvan leggen Onze Minister, respectievelijk provinciale
staten, rekening houdend met het oordeel van gedeputeerde staten,
bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de Wet hygiëne en veiligheid
badinrichtingen en zwemgelegenheden, in het plan, bedoeld in artikel 5,
eerste lid, respectievelijk 7, eerste lid, de functie van zwemwater
vast:

	a. indien de maatregelen ter verwezenlijking van de op grond van
artikel 1, derde lid, van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen
en zwemgelegenheden voorgeschreven klasse aanvaardbaar van het zwemwater
naar hun oordeel uitvoerbaar en niet onevenredig kostbaar zijn;

	b. voor zover die functie verenigbaar is met andere voor het water
vastgestelde functies. 

	2. De functie van zwemwater wordt niet vastgelegd indien een op grond
van artikel 10b, tweede lid, van de Wet hygiëne en veiligheid
badinrichtingen en zwemgelegenheden aangewezen locatie gedurende vijf
achtereenvolgende jaren in de klasse slecht is ingedeeld.

	3. Indien voor een waterhuishoudkundig systeem of onderdeel daarvan
toepassing wordt gegeven aan artikel 11, tweede lid, van de Wet hygiëne
en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden zijn Onze Minister en
provinciale staten bevoegd om de functie zwemwater niet langer vast te
leggen in de door hen vast te stellen plannen.

	4. Voor zover de in de plannen, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid,
en 7, eerste lid, vastgelegde functie van zwemwater heeft geleid tot een
aanwijzing op grond van artikel 10b, tweede lid, van de Wet hygiëne en
veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, wordt deze functie
gedurende het badseizoen niet ongedaan gemaakt.

	5. Een tussentijdse herziening van een plan als bedoeld in artikel 7
waarbij voor een waterhuishoudkundig systeem of onderdeel daarvan de
functie zwemwater wordt vastgelegd dan wel een zodanige
functietoekenning wordt ingetrokken, kan worden vastgesteld door
provinciale staten of door gedeputeerde staten.

ARTIKEL III

	Indien het bij koninklijke boodschap van 28 september 2006 ingediende
voorstel van wet houdende regels met betrekking tot het beheer en
gebruik van watersystemen (Waterwet) (Kamerstukken II 2003/04, 28808,
nr. 2) nadat het tot wet verheven is, voor wat betreft de hierna
genoemde artikelen van die wet eerder in werking treedt dan deze wet,
wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

	Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel A wordt in artikel 1, onder 3, de zinsnede “artikel 1
van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren” vervangen door: de
artikelen 6.2 en 6.3 van de Waterwet.

	2. In onderdeel C wordt in artikel 10b, tweede lid, de zinsnede “de
artikelen 5, eerste lid,  en 7, eerste lid, van de Wet op de
waterhuishouding” vervangen door: de artikelen 4.1, 4.4 en 4.6 van de
Waterwet.

B

	Artikel II komt te vervallen.

ARTIKEL IV

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

 PAGE    

 PAGE   7