[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31528 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming verhuiskostenvergoeding bij renovatie)

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming verhuiskostenvergoeding bij renovatie)

Eindtekst

Nummer: 2010D08926, datum: 2009-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z01104:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

15 oktober 2009



Wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming verhuiskostenvergoeding
bij renovatie)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor
huurders die moeten verhuizen in verband met renovatie een
verhuiskostenvergoeding in titel 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
op te nemen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 220 worden drie leden toegevoegd, luidende:

	5. Indien verhuizing noodzakelijk is in verband met de voorgenomen
renovatie, bedoeld in lid 2, derde zin, van woonruimte als bedoeld in
artikel 233 draagt de verhuurder bij in de kosten die de verhuizing voor
de huurder meebrengt.

	6. De minimumbijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten voor de
huurders van zelfstandige woningen als bedoeld in artikel 234, en
woonwagens en standplaatsen als bedoeld in de artikelen 235 en 236,
wordt bij ministeriƫle regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en
Integratie vastgesteld en zal jaarlijks voor 1 maart worden gewijzigd
voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Het in de
eerste zin genoemde bedrag wordt afgerond op hele euroā€™s.

	7. De verhuurder kan eventuele door de gemeente aan de huurder te
verstrekken bijdragen of vergoedingen voor verhuis- of inrichtingskosten
in mindering brengen op de hoogte van de bijdrage, bedoeld in het zesde
lid.

B

	In artikel 253, vijfde lid, wordt ā€œa en bā€ vervangen door: a.

C

	Artikel 275 komt te luiden:

Artikel 275

	1. Indien de rechter een vordering tot beƫindiging van de
huurovereenkomst op de gronden, bedoeld in artikel 274 lid 1 onder c en
e toewijst, kan hij een bedrag vaststellen dat de verhuurder aan de
huurder moet betalen ter tegemoetkoming in diens verhuis- en
inrichtingskosten.

	2. De rechter kan, voordat hij een beslissing geeft, waarin dit bedrag
wordt vastgesteld, zijn voornemen ter kennis van partijen brengen en een
termijn stellen waarbinnen de verhuurder de opzegging kan intrekken.
Maakt de verhuurder van deze bevoegdheid gebruik, dan beslist de rechter
uitsluitend over de proceskosten.

	3. Bij beƫindiging van de huurovereenkomst op de gronden, bedoeld in
artikel 274 lid 1 onder c in verbinding met lid 3 onder a en in artikel
274 lid 1 onder e, draagt de verhuurder bij in de kosten die de
verhuizing voor de huurder meebrengt.

	4. De minimumbijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten voor de
huurders van zelfstandige woningen, woonwagens en standplaatsen wordt
bij ministeriƫle regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en
Integratie vastgesteld en zal jaarlijks voor 1 maart worden gewijzigd
voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Het in de
eerste zin genoemde bedrag wordt afgerond op hele euroā€™s.

	5. De verhuurder kan eventuele door de gemeente aan de huurder te
verstrekken bijdragen of vergoedingen voor verhuis- of inrichtingskosten
in mindering brengen op de hoogte van de bijdrage, bedoeld in het vierde
lid.

ARTIKEL II

	Deze wet is van toepassing op verhuizingen waarvan de datum op of na de
datum van inwerkingtreding ligt.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

 PAGE    

 PAGE   3