[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31566 Wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen (Aanpassingswet basisregistratie inkomen)

Wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen (Aanpassingswet basisregistratie inkomen)

Eindtekst

Nummer: 2010D09004, datum: 2008-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2008Z01558:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

13 november 2008



Wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van een
basisregistratie inkomen (Aanpassingswet basisregistratie inkomen)



	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in
verband met de invoering van een basisregistratie inkomen enige wetten
aan te passen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

MINISTERIE VAN JUSTITIE

ARTIKEL I

	De Wet op de rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

	A. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 januari 2006 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende
herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor
rechtsbijstand en de invoering van een lichte adviestoevoeging, alsmede
de regeling van de vergoeding van mediation (30 436), nadat het tot wet
is verheven, eerder in werking is getreden dan dit artikelonderdeel,
wordt artikel 1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

	1. De onderdelen m en n vervallen.

	2. De onderdelen o tot en met t worden geletterd m tot en met r.

	3. Na onderdeel r (nieuw) wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

	s. inkomensgegeven: inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21,
onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

	B. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 januari 2006 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende
herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor
rechtsbijstand en de invoering van een lichte adviestoevoeging, alsmede
de regeling van de vergoeding van mediation (30 436) nog niet in werking
is getreden op het tijdstip waarop dit artikelonderdeel in werking is
getreden, wordt artikel 1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

	1. De onderdelen m en n vervallen.

	2. De onderdelen o tot en met q worden geletterd m tot en met o.

	3. Na onderdeel o (nieuw) wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:

	p. inkomensgegeven: inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21,
onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

	C. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt te luiden:

	3. De inspecteur verstrekt op verzoek van de raad het bedrag aan
vermogen dat meer bedraagt dan het heffingvrij vermogen van de
rechtzoekende en van degenen als bedoeld in artikel 34, derde lid. Voor
zover van de rechtzoekende of van degenen als bedoeld in artikel 34,
derde lid, geen vermogens- of inkomensgegeven beschikbaar is, verstrekt
de inspecteur op verzoek van de raad zo mogelijk het bedrag dat in het
peiljaar het vermogen of inkomen zo goed mogelijk benadert.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. In de gevallen waarin de inspecteur niet beschikt over de gegevens
over vermogen of inkomen, bedoeld in het derde lid, legt de aanvrager
stukken over op grond waarvan de raad het bedrag aan vermogen of inkomen
kan vaststellen.

	D. Artikel 34a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Het inkomen van de rechtzoekende is het inkomensgegeven in het
peiljaar. Voor zover van de rechtzoekende geen inkomensgegeven
beschikbaar is, wordt onder inkomen verstaan het bedrag dat in het
peiljaar het inkomen zo goed mogelijk benadert, dan wel het door de raad
op grond van door de rechtzoekende overgelegde gegevens vastgestelde
bedrag aan inkomen. Indien een inkomensgegeven over het peiljaar
beschikbaar is dat afwijkt van het eerder toegepaste inkomensgegeven of
het bedrag, bedoeld in de tweede volzin, en dat gevolg heeft voor het al
dan niet verlenen van een toevoeging of de hoogte van de door de
rechtzoekende verschuldigde eigen bijdrage, neemt de raad ambtshalve een
besluit dat in de plaats komt van het eerder genomen besluit. Artikel
34d, eerste lid, derde volzin, is van toepassing.

	2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met
vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.

	E. Artikel 34c wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt ā€œhet door de raad geschatte inkomen of
vermogenā€ vervangen door ā€œhet inkomen of vermogenā€ en wordt een
volzin toegevoegd, luidende: Artikel 25, derde en vierde lid, is van
overeenkomstige toepassing.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. Bij de aanvraag wordt overgelegd een verklaring waarin de oorzaak
van de inkomens- of vermogensdaling wordt toegelicht.

	F. Artikel 34d wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Indien de raad de aanvraag, bedoeld in artikel 34c, eerste lid, niet
heeft afgewezen, neemt de raad indien een inkomensgegeven over het jaar
van de aanvraag beschikbaar is dat afwijkt van het eerder toegepaste
inkomensgegeven of het bedrag, bedoeld in artikel 34a, eerste lid,
tweede volzin, en dat gevolg heeft voor het al dan niet verlenen van een
toevoeging of de hoogte van de door de rechtzoekende verschuldigde eigen
bijdrage, ambtshalve een besluit dat in de plaats komt van het eerder
genomen besluit, bedoeld in artikel 34c, eerste lid, met dien verstande
dat dit besluit niet van een hoger inkomensgegeven uitgaat dan zou zijn
toegepast in het peiljaar, bedoeld in artikel 34a, eerste lid. De vorige
volzin is van overeenkomstige toepassing op het vermogen in het jaar van
de aanvraag. Het besluit heeft geen gevolg voor de beschikking tot
verlening en vaststelling van de vergoeding alsmede voor het recht van
de rechtsbijstandverlener om de eigen bijdrage die voortvloeit uit de
draagkracht zoals berekend in het eerder genomen besluit te vorderen.

	2. In het tweede lid wordt ā€œderde lidā€ vervangen door: tweede lid.

	G. In artikel 34g, derde lid, wordt ā€œderde lidā€ vervangen door
ā€œtweede lidā€ en wordt ā€œtweede volzinā€ vervangen door ā€œderde
volzinā€.

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

ARTIKEL II

	De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

	A. Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begrippen ā€œbelastbaar loonā€ en ā€œverzamelinkomenā€ en de
daarbij behorende begripsomschrijvingen vervallen.

	2. In de begripsomschrijving van het begrip toetsingsinkomen wordt
ā€œeerste tot en met derde lidā€ vervangen door: eerste en tweede lid.

	B. Artikel 1.6 vervalt.

	C. In artikel 3.4, tweede lid, wordt ā€œvierde, zesde en zevende lidā€
vervangen door: derde, vijfde en zesde lid.

	D. In artikel 6.11, zevende lid, vervalt telkens: of het gecorrigeerde
belastbare loon.

	E. Artikel 9.6a vervalt.

	F. Artikel 11.5, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De onderdelen a en e vervallen.

	2. De onderdelen b, c, d, f en g worden geletterd a, b, c, d en e.

ARTIKEL III

	De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt
gewijzigd:

	A. Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begrippen ā€œbelastbaar loonā€ en ā€œverzamelinkomenā€ en de
daarbij behorende begripsomschrijvingen vervallen.

	2. In de begripsomschrijving van het begrip toetsingsinkomen wordt
ā€œeerste tot en met derde lidā€ vervangen door: eerste en tweede lid.

	B. Artikel 1.6 vervalt.

	C. Artikel 2.29 komt te luiden:

	Voor de toepassing van artikel 1.8, onderdeel b, en artikel 2.25 wordt
zolang het toetsingsinkomen over het kalenderjaar waarover het
toetsingsinkomen berekend wordt, het eerste of het tweede jaar na dat
kalenderjaar nog niet is bepaald, door de IB-Groep daarvoor in de plaats
gesteld een bedrag dat het desbetreffende toetsingsinkomen zo goed
mogelijk benadert.

	D. Artikel 9.6 vervalt.

	E. Artikel 11.4, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De onderdelen a en e vervallen.

	2. De onderdelen b, c, d en f worden geletterd a, b, c en d. Voorts
wordt aan het slot van onderdeel c na de komma ā€œenā€ ingevoegd.

ARTIKEL IV

	De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

	A. In artikel 1, eerste lid, onderdeel n, wordt ā€œonder iā€ vervangen
door: onder h.

	B. In artikel 1a, derde lid, onderdeel a, wordt ā€œonderdelen b en hā€
vervangen door: onderdelen b en g.

ARTIKEL V

	De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

	A. Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1a Inkomensbegrip

	In deze wet wordt onder inkomen verstaan: het inkomensgegeven, bedoeld
in artikel 21, onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

	B. Artikel 4, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De derde volzin vervalt.

	2. De tekst ā€œvierde volzinā€ wordt vervangen door: derde volzin.

	3. De laatste volzin vervalt.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ARTIKEL VI

	In de Wet financiering sociale verzekeringen wordt in artikel 19,
onderdelen b en c, ā€œonderdeel eā€ vervangen door: onderdeel d.

MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

ARTIKEL VII

	In de Wet op de huurtoeslag wordt artikel 1 als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel e wordt ā€œonder iā€ vervangen door: onderdeel h.

	2. In onderdeel f wordt ā€œonderdeel fā€ vervangen door: onderdeel e.

ARTIKEL VIII

	Artikel 3, derde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit komt te
luiden:

	3. Met betrekking tot de controle van het toetsinkomen maakt Onze
Minister gebruik van het inkomensgegeven, bedoeld in artikel 21,
onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL IX

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 januari 2006 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende
herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor
rechtsbijstand en de invoering van een lichte adviestoevoeging, alsmede
de regeling van de vergoeding van mediation (30 436) later in werking
treedt dan artikel I, onderdeel B, van deze wet, wordt vĆ³Ć³r de
inwerkingtreding van die wet in artikel I, onderdeel A, vierde lid, van
die wet ā€œonderdeel qā€ vervangen door ā€œonderdeel pā€ en worden de
onderdelen r tot en met t geletterd q tot en met s.

ARTIKEL X

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen,
onderdelen of subonderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiƫn,

 PAGE    

 PAGE   6