[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

31795 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning, wat betreft de wijze waarop een aanspraak bestaat op een individuele voorziening en enige andere wijzigingen

Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning, wat betreft de wijze waarop een aanspraak bestaat op een individuele voorziening en enige andere wijzigingen

Eindtekst

Nummer: 2010D09669, datum: 2009-04-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2008Z08292:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 april 2009



Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met een
verplichting voor het college van burgemeester en wethouders om op
begrijpelijke wijze inlichtingen te verstrekken over de keuze tussen de
verschillende wijzen waarop een aanspraak tot gelding kan worden
gebracht en enige andere wijzigingen



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
maatschappelijke ondersteuning te wijzigen in verband met het opnemen
van een verplichting voor het college van burgemeester en wethouders om
op begrijpelijke wijze inlichtingen te verstrekken over de keuze tussen
de verschillende wijzen waarop een aanspraak tot gelding kan worden
gebracht, alsmede te voorzien in een overlegverplichting voor aanbieders
van huishoudelijke verzorging;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet maatschappelijke ondersteuning wordt als volgt gewijzigd:

aA

	In artikel 4, tweede lid, wordt na “en behoeften van de aanvrager van
de voorzieningen,” ingevoegd: waaronder verandering van woning in
verband met wijziging van leefsituatie,.

A

	Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

	1. De gemeenteraad stelt bij verordening en met inachtneming van het
bepaalde bij of krachtens deze wet regels over de door het college van
burgemeester en wethouders te verlenen individuele voorzieningen en over
de voorwaarden waaronder personen die een aanspraak hebben op dergelijke
voorzieningen recht hebben op het ontvangen van die voorziening in
natura, het ontvangen van een financiële tegemoetkoming of een
persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een
arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de
loonbelasting 1964.

B

	Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

	1. Het college van burgemeester en wethouders biedt personen die
aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze tussen het
ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee
vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget, waaronder de
vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste
lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, tenzij hiertegen overwegende
bezwaren bestaan.

	2. Indien een persoon gekozen heeft voor een individuele voorziening in
natura, dan wordt hem deze voorziening door of namens het college van
burgemeester en wethouders verstrekt. Het college van burgemeester en
wethouders laat de voorziening in natura zoveel mogelijk door derden
verrichten. Indien een derde de voorziening in natura verricht, draagt
het college van burgemeester en wethouders er zorg voor dat op de
persoon, die de voorziening in natura ontvangt, geen werkgevers- of
opdrachtgeversverplichtingen komen te rusten.

	3. Het persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een
arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de
loonbelasting 1964, wordt door het college van burgemeester en
wethouders als bedrag aan de persoon die aanspraak heeft op een
individuele voorziening verstrekt.

C

	Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

	1. Het college van burgemeester en wethouders licht de personen,
bedoeld in artikel 6, eerste lid, vooraf in duidelijke en begrijpelijke
bewoordingen in over de gevolgen van de keuze voor een individuele
voorziening in natura, een persoonsgebonden budget, waaronder de
vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste
lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, of een financiële
tegemoetkoming.

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld over de wijze waarop een persoon als bedoeld in artikel 6,
eerste lid, door het college van burgemeester en wethouders
geïnformeerd wordt over de keuze die deze persoon heeft tussen de
individuele voorziening in natura, een persoonsgebonden budget waaronder
de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5,
eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, of een financiële
tegemoetkoming.

D

	Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

	1. Op het persoonsgebonden budget waaronder de vergoeding voor een
arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de
loonbelasting 1964 en de financiële tegemoetkomingen is titel 4.2 van
de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

E

	Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 10a

	1. Degene die in opdracht van het college van burgemeester en
wethouders huishoudelijke verzorging gaat verlenen aan personen die
daarop aanspraak hebben, treedt met degenen die vóór hem in opdracht
van het college van burgemeester en wethouders huishoudelijke verzorging
hebben verleend in overleg over de overname van het betrokken personeel.

	2. Het college van burgemeester en wethouders ziet erop toe dat het in
het eerste lid bedoelde overleg plaatsvindt.

F

	Artikel 15, eerste lid, komt te luiden:

	1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat een persoon van 18
jaren of ouder aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend, voor
zover die ondersteuning bestaat uit het verlenen van een individuele
voorziening in natura of een persoonsgebonden budget waaronder de
vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste
lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en niet bestaat uit een aan hem
verleende financiële tegemoetkoming, een eigen bijdrage is
verschuldigd.

ARTIKEL II

	1. Artikel I, onderdelen aA tot en met D en F, treden in werking op een
bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

	2. Artikel I, onderdeel E, treedt in werking met ingang van de dag na
de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt
geplaatst. 

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 PAGE    

 PAGE   1