[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31829 Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding

Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding

Eindtekst

Nummer: 2010D10213, datum: 2009-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2008Z10345:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

26 mei 2009



Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en
beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband
met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
procedure voor het melden van verzuim van leerlingen en deelnemers aan
gemeenten door scholen en instellingen te vereenvoudigen en de
informatieverstrekking aan gemeenten over dat verzuim te verbeteren en
daartoe de Informatie Beheer Groep in de informatie-uitwisselingsketen
in te voegen, dat het tevens wenselijk is uitbreiding te geven aan de
gegevensverstrekking over leerlingen en deelnemers door de Informatie
Beheer Groep uit het basisregister onderwijs aan gemeenten, en een
overbodig geworden meldverplichting voor scholen en instellingen over
in- en uitschrijving van leerlingen en deelnemers uit de Leerplichtwet
1969 en de regelgeving voor de regionale meld- en coördinatiefunctie te
schrappen, dat het ten slotte wenselijk is een gegeven toe te voegen aan
de gegevensset die door instellingen voor beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie over deelnemers aan de Informatie Beheer Groep wordt
verstrekt ter opneming in het basisregister onderwijs, dit alles gericht
op het effectiever bestrijden van voortijdig schoolverlaten; dat daartoe
de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de
expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet
op het voortgezet onderwijs dienen te worden gewijzigd;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel f door een puntkomma drie onderdelen toegevoegd, luidende:

	g. Informatie Beheer Groep: Informatie Beheer Groep als bedoeld in
artikel 2 van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;

	h. persoonsgebonden nummer: persoonsgebonden nummer als bedoeld in
artikel 1, onder c, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.

	i. meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief verzuim
als bedoeld in artikel 9f van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank.

B

	Aan artikel 18 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	5. Het eerste lid, eerste volzin, geldt niet voor een school als
bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 1, of een instelling als
bedoeld in artikel 1, onderdeel c, subonderdeel 1.

C

	Na artikel 18 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18a. Overgangsbepaling kennisgeving in- en afschrijvingen
primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

	Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip wordt in artikel 18,
vijfde lid, voor “school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b,
subonderdeel 1,” gelezen: dagschool voor voortgezet onderwijs.

D

	Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 21. Kennisgeving relatief verzuim niet-bekostigd onderwijs

	2. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Indien een ingeschreven leerling van een school ten aanzien van wie
deze wet van toepassing is, niet zijnde een school als bedoeld in
artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 1, zonder geldige reden les- of
praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim gedurende een periode van
vier opeenvolgende lesweken in totaal zestien uren les- of praktijktijd
bedraagt, geeft het hoofd van de school hiervan onverwijld kennis aan
burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling woon- of
verblijfplaats heeft.

	3. Het tweede lid komt te luiden:

	2. Indien een ingeschreven leerling van een instelling ten aanzien van
wie deze wet van toepassing is, niet zijnde een instelling als bedoeld
in artikel 1, onderdeel c, subonderdeel 1, zonder geldige reden
gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken in totaal zestien
uren van de lestijd heeft verzuimd, geeft het hoofd van de instelling
hiervan onverwijld kennis aan burgemeester en wethouders van de gemeente
waar de leerling woon- of verblijfplaats heeft.  

E

	Na artikel 21 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 21a. Kennisgeving relatief verzuim bekostigd onderwijs

	1. Indien een ingeschreven leerling van een school als bedoeld in
artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 1, zonder geldige reden les- of
praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim gedurende een periode van
vier opeenvolgende lesweken in totaal zestien uren les- of praktijktijd
bedraagt, geeft het hoofd van de school hiervan onverwijld kennis aan de
Informatie Beheer Groep, zo mogelijk onder opgave van de reden die naar
zijn oordeel ten grondslag ligt aan het verzuim.

	2. Indien een ingeschreven leerling van een instelling als bedoeld in
artikel 1, onderdeel c, subonderdeel 1, zonder geldige reden gedurende
een periode van vier opeenvolgende lesweken in totaal zestien uren van
de lestijd heeft verzuimd, geeft het hoofd van de instelling hiervan
onverwijld kennis aan de Informatie Beheer Groep, zo mogelijk onder
opgave van de reden die naar zijn oordeel ten grondslag ligt aan het
verzuim.

	3. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
het hoofd verstrekte gegevens van de betrokken leerling op in het
meldingsregister relatief verzuim.

	4. De Informatie Beheer Groep bericht burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokken leerling woon- of verblijfplaats heeft
onverwijld na de kennisgeving, bedoeld in het eerste en tweede lid, dat
een zodanige kennisgeving heeft plaatsgevonden.

	5. De Informatie Beheer Groep verstrekt uit het meldingsregister
relatief verzuim aan het betrokken hoofd van de school en aan
burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokken leerling
woon- of verblijfplaats heeft de ter zake van die leerling
geregistreerde gegevens.

	6. Burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokken
leerling woon- of verblijfplaats heeft melden aan de Informatie Beheer
Groep telkens de status van de behandeling van het ter zake van die
leerling gemelde verzuim.

	7. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het
meldingsregister relatief verzuim.

	8. Het betrokken hoofd van de school en burgemeester en wethouders van
de gemeente waar de betrokken leerling woon- of verblijfplaats heeft,
zijn bevoegd het meldingsregister relatief verzuim te raadplegen voor
zover het betreft de ter zake van die leerling geregistreerde gegevens.

	9. Het hoofd kan de gegevens, bedoeld in het derde lid, verstrekken aan
burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokken leerling
woon- of verblijfplaats heeft.

	10. Bij de verwerking van gegevens, bedoeld in dit artikel, wordt het
persoonsgebonden nummer van de betrokken leerling gebruikt.

	11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld over de wijze van de verstrekking van gegevens op grond van het
eerste, tweede en zesde lid en wordt een nadere specificatie gegeven van
de gegevens die op grond van het eerste, tweede en zesde lid worden
verstrekt.

	12. De gegevens die worden verstrekt op grond van het eerste en tweede
lid kunnen persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet
bescherming persoonsgegevens omvatten, met uitzondering van gegevens
over ras, politieke gezindheid, seksueel leven of het lidmaatschap van
een vakvereniging, voor zover deze persoonsgegevens noodzakelijk zijn
met het oog op de informatieverstrekking over de achtergronden van het
relatief verzuim.

Artikel 21b. Overgangsbepaling kennisgeving relatief verzuim primair
onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

	Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip wordt in artikel 21,
eerste lid, voor “niet zijnde een school” gelezen “niet zijnde een
dagschool voor voortgezet onderwijs” en wordt in artikel 21a, eerste
lid, voor “een ingeschreven leerling van een school” gelezen: een
ingeschreven leerling van een dagschool voor voortgezet onderwijs.

F

	In artikel 22, eerste lid, wordt in de eerste volzin na “een
kennisgeving is ontvangen, als bedoeld in artikel 21,” ingevoegd: of
bericht van een kennisgeving is ontvangen als bedoeld in artikel 21a,
vierde lid,.

ARTIKEL II

	De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De aanduiding “bb” van de begripsbepaling van
sociaal-fiscaalnummer wordt verletterd tot: cc.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel cc door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	dd. meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief
verzuim als bedoeld in artikel 9f van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank.

B

	In artikel 2.3.6a, tweede lid, vervalt aan het slot van onderdeel j het
woordje “en” en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel k door “; en” een onderdeel toegevoegd, luidende:

	l. indien van toepassing de reden van uitstroom.

C

	In artikel 2.3.6d, onderdeel d, wordt na “Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” ingevoegd: en in artikel 8.1.8a, vierde lid,.

D

	In artikel 2.5.5a, het tweede lid, vervalt aan het slot van onderdeel m
het woordje “en” en wordt onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel n door “; en” een onderdeel toegevoegd, luidende:

	o. indien van toepassing de reden van uitstroom.

E

	In artikel 2.5.5e, onderdeel d, wordt na “Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” ingevoegd: en in artikel 8.1.8a, vierde lid,.

F

	Artikel 8.1.8 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 8.1.8. Melding verwijdering niet-leerplichtigen

	2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. die bij de instelling wordt verwijderd.

G

	Na artikel 8.1.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.1.8a. Melding verzuim niet-leerplichtigen

	1. Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan de Informatie Beheer
Groep van de gegevens van degene die voldoet aan artikel 8.1.8, eerste
lid, onderdelen a en b, en die het onderwijs of de educatie aan de
instelling gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand
of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige
reden niet meer volgt.

	2. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
het bevoegd gezag verstrekte gegevens op in het meldingsregister
relatief verzuim.

	3. De Informatie Beheer Groep bericht burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft onverwijld na
ontvangst van de opgave, bedoeld in het eerste lid, dat een zodanige
opgave heeft plaatsgevonden.

	4. De Informatie Beheer Groep verstrekt uit het meldingsregister
relatief verzuim aan het betrokken bevoegd gezag en aan burgemeester en
wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats
heeft de ter zake van die betrokkene geregistreerde gegevens.

	5. Burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon-
of verblijfplaats heeft melden aan de Informatie Beheer Groep telkens de
status van de behandeling van de ter zake van de betrokkene gedane
opgave, bedoeld in het eerste lid.

	6. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het
meldingsregister relatief verzuim.

	7. Het betrokken bevoegd gezag en burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft, zijn bevoegd
het meldingsregister relatief verzuim te raadplegen voor zover het
betreft de ter zake van die betrokkene geregistreerde gegevens.

	8. Het bevoegd gezag kan de gegevens, bedoeld in het eerste lid,
verstrekken aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de
betrokkene woon- of verblijfplaats heeft.

	9. Bij de verwerking van gegevens, bedoeld in dit artikel, wordt het
persoonsgebonden nummer van de betrokkene gebruikt.

	10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld over de wijze van de verstrekking van gegevens op grond van het
eerste en vijfde lid en wordt een nadere specificatie gegeven van de
gegevens die op grond van het eerste en vijfde lid worden verstrekt.

	11. De gegevens die worden verstrekt op grond van het eerste lid kunnen
persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming
persoonsgegevens omvatten, met uitzondering van gegevens over ras,
politieke gezindheid, seksueel leven of het lidmaatschap van een
vakvereniging, voor zover deze persoonsgegevens noodzakelijk zijn met
het oog op de informatieverstrekking over de achtergronden van het
verzuim.

H

	In artikel 8.3.2, eerste lid, wordt na “die het bevoegd gezag
ingevolge artikel 8.1.8 heeft gemeld” ingevoegd: of waarover zij op
grond van artikel 8.1.8a of op grond van artikel 9e, derde en vierde
lid, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank beschikken.

ARTIKEL III

	De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt na de definitie van “schoolbegeleiding” een
definitie toegevoegd, luidende:

	meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief verzuim
als bedoeld in artikel 9f van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank.

B

	Artikel 47a wordt als volgt gewijzigd:

	1. het opschrift komt te luiden:

Artikel 47a. Melding verwijdering niet-leerplichtigen

	2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. die van de school wordt verwijderd.

C

	Na artikel 47a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 47b. Melding verzuim niet-leerplichtigen

	1. Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan de Informatie Beheer
Groep van de gegevens van degene die voldoet aan artikel 47a, eerste
lid, onderdelen a en b, en die het onderwijs aan de school gedurende een
aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd
gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt.

	2. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
het bevoegd gezag verstrekte gegevens op in het meldingsregister
relatief verzuim.

	3. De Informatie Beheer Groep bericht burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft onverwijld na
ontvangst van de opgave, bedoeld in het eerste lid, dat een zodanige
opgave heeft plaatsgevonden.

	4. De Informatie Beheer Groep verstrekt uit het meldingsregister
relatief verzuim aan het betrokken bevoegd gezag en aan burgemeester en
wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats
heeft de ter zake van die betrokkene geregistreerde gegevens.

	5. Burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon-
of verblijfplaats heeft melden aan de Informatie Beheer Groep telkens de
status van de behandeling van de ter zake van de betrokkene gedane
opgave, bedoeld in het eerste lid.

	6. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het
meldingsregister relatief verzuim.

	7. Het betrokken bevoegd gezag en burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft, zijn bevoegd
het meldingsregister relatief verzuim te raadplegen voor zover het
betreft de ter zake van die betrokkene geregistreerde gegevens.

	8. Het bevoegd gezag kan de gegevens, bedoeld in het eerste lid,
verstrekken aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de
betrokkene woon- of verblijfplaats heeft.

	9. Bij de verwerking van gegevens, bedoeld in dit artikel, wordt het
persoonsgebonden nummer van de betrokkene gebruikt.

	10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld over de wijze van de verstrekking van gegevens op grond van het
eerste en vijfde lid en wordt een nadere specificatie gegeven van de
gegevens die op grond van het eerste en vijfde lid worden verstrekt.

	11. De gegevens die worden verstrekt op grond van het eerste lid kunnen
persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming
persoonsgegevens omvatten, met uitzondering van gegevens over ras,
politieke gezindheid, seksueel leven of het lidmaatschap van een
vakvereniging, voor zover deze persoonsgegevens noodzakelijk zijn met
het oog op de informatieverstrekking over de achtergronden van het
verzuim.

D

	In artikel 162b, eerste lid, wordt na “die het bevoegd gezag
ingevolge artikel 47a heeft gemeld” ingevoegd: of waarover zij op
grond van artikel 47b of op grond van artikel 9e, derde en vierde lid,
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank beschikken.

E

	In artikel 164e, onderdeel d, wordt na “Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” ingevoegd: en in artikel 47b, vierde lid,.

ARTIKEL IV

	De Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank wordt als volgt
gewijzigd:

A

	In artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel d door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

	e. meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief verzuim
als bedoeld in artikel 9f;

	f. startkwalificatie: startkwalificatie als bedoeld in artikel 1,
onderdeel f, van de Leerplichtwet 1969.

B

	In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, wordt na “basisregister”
toegevoegd: en het meldingsregister relatief verzuim.

C

	Het opschrift van hoofdstuk IIA komt te luiden:

HOOFDSTUK IIA. Het basisregister onderwijs en het meldingsregister
relatief verzuim

D

	Na het opschrift van hoofdstuk IIA wordt ingevoegd:

Paragraaf 1. Het basisregister onderwijs

E

	Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt onder vervanging van “; en” aan het slot
van onderdeel c door “;” en onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel d door “; en” een onderdeel toegevoegd, luidende:

	e. het meldingsregister relatief verzuim te voorzien van de gegevens
die noodzakelijk zijn in het kader van het doel van dat register.

	2. In het tweede lid wordt “bedoeld in dit hoofdstuk” vervangen
door: bedoeld in deze paragraaf.

F

	Artikel 9e wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. Uit het basisregister worden aan burgemeester en wethouders de naam,
het adres, het persoonsgebonden nummer, de behaalde diploma’s, het
laatst genoten onderwijs, de laatst bezochte school of instelling, de
data van in- en uitschrijving bij die school of instelling en de reden
van uitstroom verstrekt van degenen die:

	a. woonachtig zijn in de desbetreffende gemeente of in een gemeente die
behoort tot de regio waarvan de desbetreffende gemeente contactgemeente
is als bedoeld in artikel 8.3.2, derde lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs, artikel 162b, derde lid, van de Wet op de
expertisecentra en artikel 118h, derde lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs,

	b. ouder dan vier jaar en jonger dan 23 jaar zijn,

	c. niet in het bezit zijn van een startkwalificatie en niet behoren tot
de jongeren, bedoeld in artikel 4a, tweede lid, van de Leerplichtwet
1969.

	2. Het vierde lid komt als volgt te luiden:

	4. In afwijking van het derde lid worden van degenen die wel voldoen
aan het derde lid, onderdelen a en b, maar die niet voldoen aan het
derde lid, onderdeel c, de in de aanhef van het derde lid bedoelde
gegevens aan burgemeester en wethouders verstrekt, indien dit de eerste
verstrekking uit het basisregister aan burgemeester en wethouders
betreft waaruit blijkt dat diegenen niet voldoen aan het derde lid,
onderdeel c.

	3. Na het twaalfde lid worden drie leden toegevoegd, luidende:

	13. Uit het basisregister worden aan het meldingsregister relatief
verzuim toegevoegd de persoonsgebonden nummers van de leerlingen en
deelnemers, bedoeld in artikel 9b, onderdelen a tot en met e, met van
elke leerling of deelnemer de naam, het geslacht, de geboortedatum, het
adres en het gegeven of betrokkene al dan niet beschikt over een
startkwalificatie.

	14. De toevoeging, bedoeld in het dertiende lid, gebeurt op het moment
van de kennisgeving, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, van de
Leerplichtwet 1969, of de opgave, bedoeld in artikel 8.1.8a, eerste lid,
van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b, eerste lid, van de
Wet op de expertisecentra en artikel 28a, eerste lid, van de Wet op het
voortgezet onderwijs.

	15. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van het derde en vierde lid.

G

	Na artikel 9e wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 2. Het meldingsregister relatief verzuim

Artikel 9f. Het meldingsregister relatief verzuim

	1. Er is een meldingsregister relatief verzuim dat ten doel heeft
burgemeester en wethouders, het hoofd, bedoeld in artikel 21a van de
Leerplichtwet 1969, en het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 8.1.8a van
de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b van de Wet op de
expertisecentra en artikel 28a van de Wet op het voortgezet onderwijs,
te voorzien van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van
hun taken inzake:

	a. het verzuim, bedoeld in artikel 21a van de Leerplichtwet 1969; en

	b. het zonder geldige reden niet meer volgen van het onderwijs of de
educatie, bedoeld in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en
beroepsonderwijs, of van het onderwijs, bedoeld in artikel 47b van de
Wet op de expertisecentra en artikel 28a van de Wet op het voortgezet
onderwijs.

	2. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in
deze paragraaf, is de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep de
verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 9g. Inhoud van het meldingsregister relatief verzuim

	1. In het meldingsregister relatief verzuim zijn de volgende gegevens
opgenomen:

	a. de gegevens van de leerlingen en deelnemers, bedoeld in artikel 21a,
eerste, tweede en zesde lid, van de Leerplichtwet 1969, artikel 8.1.8a,
eerste en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel
47b, eerste en vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel
28a, eerste en vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

	b. de gegevens, bedoeld in artikel 9e, elfde lid.

	2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden in het
meldingsregister relatief verzuim bewaard gedurende het schooljaar
waarin de kennisgeving, bedoeld in artikel 21a, eerste en tweede lid,
van de Leerplichtwet 1969, of de opgave, bedoeld in artikel 8.1.8a,
eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b, eerste
lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 28a, eerste lid, van de
Wet op het voortgezet onderwijs, is gedaan en het daaropvolgende
schooljaar.

Artikel 9h. Beveiligingsmaatregelen

	Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
omtrent de technische en organisatorische maatregelen, bedoeld in
artikel 13 van de Wet bescherming persoonsgegevens, die de hoofddirectie
ten uitvoer moet leggen om de in het meldingsregister relatief verzuim
opgenomen persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige
vorm van onrechtmatige verwerking.

Artikel 9i. Het verstrekken van gegevens

	1. Uit het meldingsregister relatief verzuim kunnen persoonsgegevens
worden verstrekt aan de betrokkene en diens wettelijke
vertegenwoordiger.

	2. Uit het meldingsregister relatief verzuim worden aan Onze Minister
gegevens verstrekt ten behoeve van de beleidsvorming ten aanzien van de
taken, bedoeld in artikel 9f, eerste lid.

	3. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden op een zodanige wijze
verstrekt, dat degenen van de leerlingen of deelnemers, bedoeld in
artikel 9g, op wie zij betrekking hebben, niet geĂŻdentificeerd of
identificeerbaar zijn.

	4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van het tweede en derde lid.

	5. Uit het meldingsregister relatief verzuim worden kosteloos gegevens
verstrekt aan burgemeester en wethouders, het hoofd, bedoeld in artikel
21a van de Leerplichtwet 1969, en het bevoegd gezag, bedoeld in artikel
8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b van de Wet
op de expertisecentra en artikel 28a van de Wet op het voortgezet
onderwijs, voor zover dat bij wet is vereist of toegestaan.

	6. De Informatie Beheer Groep verstrekt uit het meldingsregister
relatief verzuim geen persoonsgebonden nummers ter uitvoering van
artikel 107, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL V

	De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van de
definitie van “kerndoelen” door een puntkomma een definitie
toegevoegd, luidende:

	meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief verzuim
als bedoeld in artikel 9f van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank.

B

	Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 28. Melding verwijdering niet-leerplichtigen

	2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. die van de school wordt verwijderd.

C

	Na artikel 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 28a. Melding verzuim niet-leerplichtigen

	1. Het bevoegd gezag doet onverwijld opgave aan de Informatie Beheer
Groep van de gegevens van degene die voldoet aan artikel 28, eerste lid,
onderdelen a en b, en die het onderwijs aan de school gedurende een
aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd
gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt.

	2. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
het bevoegd gezag verstrekte gegevens op in het meldingsregister
relatief verzuim.

	3. De Informatie Beheer Groep bericht burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft onverwijld na
ontvangst van de opgave, bedoeld in het eerste lid, dat een zodanige
opgave heeft plaatsgevonden.

	4. De Informatie Beheer Groep verstrekt uit het meldingsregister
relatief verzuim aan het betrokken bevoegd gezag en aan burgemeester en
wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon- of verblijfplaats
heeft de ter zake van die betrokkene geregistreerde gegevens.

	5. Burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokkene woon-
of verblijfplaats heeft melden aan de Informatie Beheer Groep telkens de
status van de behandeling van de ter zake van de betrokkene gedane
opgave, bedoeld in het eerste lid.

	6. De Informatie Beheer Groep neemt de op grond van dit artikel door
burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het
meldingsregister relatief verzuim.

	7. Het betrokken bevoegd gezag en burgemeester en wethouders van de
gemeente waar de betrokken leerling woon- of verblijfplaats heeft, zijn
bevoegd het meldingsregister relatief verzuim te raadplegen voor zover
het betreft de ter zake van die leerling geregistreerde gegevens.

	8. Het bevoegd gezag kan de gegevens, bedoeld in het eerste lid,
verstrekken aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de
betrokkene woon- of verblijfplaats heeft.

	9. Bij de verwerking van gegevens, bedoeld in dit artikel, wordt het
persoonsgebonden nummer van de betrokkene gebruikt.

	10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld over de wijze van de verstrekking van gegevens op grond van het
eerste en vijfde lid en wordt een nadere specificatie gegeven van de
gegevens die op grond van het eerste en vijfde lid worden verstrekt.

	11. De gegevens die worden verstrekt op grond van het eerste lid kunnen
persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming
persoonsgegevens omvatten, met uitzondering van gegevens over ras,
politieke gezindheid, seksueel leven of het lidmaatschap van een
vakvereniging, voor zover deze persoonsgegevens noodzakelijk zijn met
het oog op de informatieverstrekking over de achtergronden van het
verzuim.

D

	In artikel 103f, onderdeel d, wordt na “Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” ingevoegd: en in artikel 28a, vierde lid,.

E

	In artikel 118h, eerste lid, wordt na “die het bevoegd gezag
ingevolge artikel 28 heeft gemeld” ingevoegd: of waarover zij op grond
van artikel 28a of op grond van artikel 9e, derde en vierde lid, van de
Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank beschikken.

ARTIKEL VA

	De Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in
verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs
(Stb. 2001, 681) wordt als volgt gewijzigd:

	Artikel V, onderdeel A, komt te luiden:

A

	Aan artikel 1.1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel x door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd,
luidende:

	x1. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer als bedoeld in artikel
1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, dan
wel het door de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer,
bedoeld in artikel 7.38, derde lid.

ARTIKEL VI

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.



	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

 PAGE    

 PAGE   13