[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31893 Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen

Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen

Eindtekst

Nummer: 2010D10303, datum: 2009-06-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z04821:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

3 juni 2009



Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast
te stellen inzake de invoering van de Wet inkomensvoorziening oudere
werklozen en voorts enkele wijzigingen aan te brengen in de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen;

	Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE WERKLOZEN

	De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen wordt als volgt gewijzigd:

aA

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De definitie van “CWI” vervalt.

	2. In de definitie van “minimumloon” vervalt:, vermeerderd met de
daarover berekende vakantiebijslag, bedoeld in artikel 15 van die wet.

	3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de definitie van
“werknemer” door een puntkomma, wordt een definitie toegevoegd,
luidende:

	WGA-uitkering: de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk
arbeidsgeschikten, bedoeld in hoofdstuk 7, van de Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen.

bA

	Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3 Recht op uitkering

	1. Recht op uitkering op grond van deze wet heeft de persoon:

	a. wiens eerste dag van werkloosheid tussen 30 september 2006 en 1 juli
2011 ligt;

	b. die op die dag 60 jaar of ouder is;

	c. die op die dag voldeed aan de voorwaarden voor duurverlenging,
bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de Werkloosheidswet, en

	d. op wie geen uitsluitingsgrond van toepassing is als bedoeld in
artikel 6.

	2. Tevens heeft recht op uitkering op grond van deze wet de persoon:

	a. die terzake van een eerder recht op uitkering op grond van de
Werkloosheidswet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid,
onderdelen a, b en c, voldoet;

	b. voor wie nadien een nieuw recht op uitkering op grond van de
Werkloosheidswet is ontstaan terzake waarvan artikel 42b van de
Werkloosheidswet toepassing heeft gevonden of terzake waarvan voldaan is
aan de voorwaarden voor duurverlenging, bedoeld in artikel 42, tweede
lid, van de Werkloosheidswet, en 

	c. op wie geen uitsluitingsgrond van toepassing is als bedoeld in
artikel 6.

	3. Het tweede lid is niet van toepassing indien het eerdere recht,
bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, geheel niet geldend is gemaakt
als gevolg van een maatregel van blijvend gehele weigering als bedoeld
in artikel 27, eerste en tweede lid, van de Werkloosheidswet.

	4. Het recht op uitkering ontstaat op de dag na de dag waarop de
geldende uitkeringsduur op grond van de Werkloosheidswet is verstreken,
tenzij op de dag voorafgaand aan het verstrijken van de uitkeringsduur
een maatregel van blijvend gehele weigering van de uitkering op grond
van artikel 27, eerste of tweede lid, van de Werkloosheidswet van
toepassing is.

cA

	Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a Recht op uitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikte ouderen 

	1. Recht op een uitkering op grond van deze wet heeft tevens de
persoon:

	a. voor wie tussen 31 december 2007 en 1 juli 2011 recht is ontstaan op
de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering;

	b. die op de dag dat het recht op de loongerelateerde uitkering van de
WGA-uitkering ontstond 60 jaar of ouder is, en

	c. op wie geen uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 6 van
toepassing is.

	2. Het recht op een uitkering op grond van dit artikel ontstaat op de
dag na de dag waarop de geldende uitkeringsduur van de loongerelateerde
uitkering van de WGA-uitkering is verstreken en kan niet eerder ontstaan
dan na inwerkingtreding van deze wet.

	3. Het eerste lid is niet van toepassing indien artikel 59, derde lid,
van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen toepassing heeft
gevonden, tenzij de eerste dag van de werkloosheid op grond waarvan een
uitkering op grond van de Werkloosheidswet werd ontvangen als bedoeld in
dat artikel, lag op of na 1 oktober 2006 en de persoon op die dag 60
jaar of ouder was. 

dA

	In artikel 5 wordt na “bedoeld in artikel 3, eerste lid,”
ingevoegd: en artikel 3a, eerste lid,.

A

	Artikel 6, eerste lid, onderdeel d, vervalt, onder verlettering van
onderdelen e en f tot onderdelen d en e.

Aa

	Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7 Eindigen van het recht op uitkering

	Het recht op een uitkering eindigt:

	a. met ingang van de dag waarop er ten aanzien van de
uitkeringsgerechtigde een uitsluitingsgrond van toepassing is;

	b. de dag volgend op de dag waarop de uitkeringsgerechtigde overlijdt.

Ab

	In artikel 8 wordt na “bedoeld in artikel 3, eerste lid,”
ingevoegd: en artikel 3a, eerste lid,.

B

	In artikel 9, eerste lid, onderdeel a, wordt “de artikelen 12,
artikel 13, artikel 14 of 15” vervangen door: artikel 12, 13, 14 of
15.

C

	Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “A staat voor het minimumloon” vervangen
door “A niet hoger is dan het minimumloon en staat voor de som van:

	a. 10/7 vermenigvuldigd met het totale bedrag aan uitkeringen exclusief
vakantiebijslag dat de uitkeringsgerechtigde ontving op grond van de
Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen in de kalendermaand voorafgaande aan de dag waarop de
geldende uitkeringsduur van de uitkering op grond van de
Werkloosheidswet of van de WGA-uitkering is verstreken, en

	b. het loon uit dienstbetrekking dat de uitkeringsgerechtigde in die
maand verdiende,

waarbij A wordt herzien op de wijze als bedoeld in artikel 14 van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag” en wordt “B staat voor het in
de desbetreffende kalendermaand verworven inkomen” vervangen door “B
staat voor het inkomen per kalendermaand”.

	2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde
tot en met zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

	2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder uitkering op grond
van de Werkloosheidswet tevens verstaan inkomen dat op grond van artikel
34 van de Werkloosheidswet geheel in mindering is gebracht op de
uitkering op grond van de Werkloosheidswet. 

	3. Voor de toepassing van het eerste lid worden de uitkeringen op grond
van de Werkloosheidswet en de Ziektewet, bedoeld in eerste lid,
onderdeel a, vermenigvuldigd met 21,75 en vervolgens gedeeld door het
aantal werkdagen in die betreffende kalendermaand.

	3. In het vierde lid (nieuw) wordt “het inkomen uit arbeid in het
bedrijfs- en beroepsleven” vervangen door: inkomen uit arbeid.

	4. In het vijfde lid (nieuw) wordt “wordt inkomen in verband met
arbeid” vervangen door: wordt overig inkomen.

	5. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

	6. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat wordt verstaan
onder inkomen uit arbeid als bedoeld in het vierde lid en overig inkomen
als bedoeld in het vijfde lid. 

	6. Het vijfde lid (oud) en zevende lid vervallen.

	7. Het zesde lid (oud) wordt vernummerd tot zevende lid en komt te
luiden: 

	7. Voor zover het recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet
gedeeltelijk is geëindigd door het verrichten van werkzaamheden als lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van een vertegenwoordigend
orgaan van een publiekrechtelijk lichaam dat bij rechtstreekse
verkiezing wordt samengesteld, of een algemeen bestuur van een
waterschap, staat bij de toepassing van het eerste lid A, in afwijking
in zoverre van het eerste lid, voor het minimumloon.

D

	Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt voor personen die
blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de
doelgroep behoren van de Wet sociale werkvoorziening, onder een
voorziening gericht op de arbeidsinschakeling mede verstaan een
voorziening gericht op het verkrijgen van arbeid in een dienstbetrekking
als bedoeld in de artikelen 2 en 7 van die wet.

E

	Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a Algemeen geaccepteerde arbeid

	Behoudens voor de toepassing van artikel 13, tweede en derde lid, wordt
niet als algemeen geaccepteerde arbeid beschouwd arbeid op grond van een
dienstbetrekking als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale
werkvoorziening.

Ea

	Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. werken mee aan een voor hen gewenst onderzoek naar hun
arbeidsgeschiktheid door een arts, een psycholoog of een
beroepskeuze-adviseur;.

	2. Het derde lid komt te luiden: 

	3. De verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn van
overeenkomstige toepassing ten aanzien van:

	a. het re-integratiebedrijf dat in opdracht van het UWV werkzaamheden
verricht; of

	b. personen die met toestemming van het UWV zijn aangewezen door een
re-integratiebedrijf als bedoeld in onderdeel b, voor zover dit
noodzakelijk is voor de uitvoering van de bij overeenkomst aan deze
personen en rechtspersonen opgedragen taken.

Eb 

	Artikel 15, onderdeel a, komt te luiden:

	a. staan als werkzoekende geregistreerd en verlengen die registratie
tijdig;.

F

	Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt na “op grond van de artikelen”
ingevoegd: 12, tweede lid, onderdeel c,.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. De artikelen 14, eerste lid, en 15 zijn niet van toepassing op de
werknemer die blijkens een indicatiebeschikking of
herindicatiebeschikking tot de doelgroep van de Wet sociale
werkvoorziening behoort.

G

	Aan artikel 19 wordt een artikellid toegevoegd, luidende:

	8. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met
betrekking tot het derde en vierde lid.

H

	In artikel 21, eerste en tweede lid, wordt “werknemer” telkens
vervangen door: aanvrager of de uitkeringsgerechtigde.

Ha

	Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt na “de Wet arbeid en zorg” ingevoegd:,
de Werkloosheidswet.

	2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

	Indien het UWV gebruik maakt van deze bevoegdheid, geschiedt de
bekendmaking van het dwangbevel, in afwijking van artikel 4.4.4.2.10,
eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van
toezending per post aan degene aan wie de boete is opgelegd.

	3. In het vierde lid, aanhef, wordt “artikel 21, vijfde lid”
vervangen door: artikel 21, vierde lid.

	4. In het vierde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.4.1.9, derde
lid” vervangen door: artikel 4.4.1.9, vierde lid.

Hb

	Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26 Betaling van de uitkering

	Het UWV betaalt de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat
per maand achteraf.

Hc

	Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27 Recht op vakantie-uitkering

	De uitkeringsgerechtigde die over een maand recht heeft op een
uitkering op grond van deze wet, heeft over die maand recht op
vakantie-uitkering.

Hd

	Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende

Artikel 27a Hoogte van de vakantie-uitkering

	1. De vakantie-uitkering bedraagt 8 procent van het bedrag aan
uitkering op grond van deze wet, waarop recht bestond in het tijdvak van
twaalf maanden, voorafgaande aan de maand mei.

	2. Indien het percentage van de vakantiebijslag, bedoeld in   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002638/geldigheidsdatum_18-02-2009" \l
"HoofdstukIII_Artikel15"  artikel 15, eerste lid, van de Wet minimumloon
en minimumvakantiebijslag , wordt gewijzigd, treedt dit gewijzigde
percentage in de plaats van het in het eerste lid genoemde percentage.
Het gewijzigde percentage wordt in aanmerking genomen over de uitkering
waarop op grond van deze wet recht bestaat vanaf de dag waarop de
wijziging ingaat.

	3. Het UWV betaalt de vakantie-uitkering jaarlijks in de maand mei over
de aan die maand voorafgaande 12 maanden, of, indien het recht op
uitkering eerder dan in de maand mei geheel eindigt, in de
desbetreffende maand.

	4. De vakantie-uitkering wordt betaald zonder dat dit bij beschikking
is vastgesteld.

I

	Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28 Inhouding vereveningsbijdrage

	Het UWV houdt op de uitkering, op de vakantie-uitkering en op de
toeslag op grond van de Toeslagenwet een bedrag in, dat gelijk is aan
het bedrag van de premie die een werkgever, op grond van   HYPERLINK
"http://kluwer-adw.rijksweb.nl/kluwer/scripts/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&
Ut=2&Frm=b&Dbname=*eO&Ses=5238023&Dbname=*eO&Tref=010A06088A9B4D7A12" \l
"start"  afdeling 2 van hoofdstuk 3  van de Wet financiering sociale
verzekeringen, op het overeenkomstige loon van een werknemer, die
verzekerd is op grond van de   HYPERLINK
"http://kluwer-adw.rijksweb.nl/kluwer/scripts/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0&
Ut=2&Frm=b&Dbname=*eO&Ses=5238023&Dbname=*eO&Tref=01BD385109E0FA46D7" \l
"start"  Werkloosheidswet , inhoudt.

J

	Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid, wordt “over een periode van vier weken”
vervangen door “over een periode van Ă©Ă©n kalendermaand” en wordt
na “bedoeld in artikel 3, eerste lid” toegevoegd “, en artikel 3a,
eerste lid”.

	2. In het vierde lid wordt “artikel 6, eerste lid, onderdeel f”
vervangen door: artikel 6, eerste lid, onderdeel e.

K

	Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede en vierde lid vervallen onder vernummering van het derde
lid tot tweede lid en het vijfde lid tot derde lid.

	2. In het tweede lid (nieuw) wordt “belanghebbende” vervangen door:
aanvrager of de uitkeringsgerechtigde.

Ka

	Artikel 38 vervalt.

Kb

	In artikel 40, eerste lid, wordt na “De op grond van deze wet te
betalen uitkeringen” ingevoegd: , de door het UWV te verstrekken
vergoeding als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet.

L

	Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt “artikel 21, zevende lid”
vervangen door: artikel 21, vijfde lid.

	2. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

	d. het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten: artikel 19, achtste
lid.

	3. In het eerste lid, vervalt, onder verlettering van onderdeel f tot
onderdeel e, onderdeel e (oud).

	4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt “het Besluit Tica inzake
betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en
onverschuldigd betaalde uitkering” vervangen door: de Regeling
tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering van
onverschuldigde betalingen op grond van een aantal
socialezekerheidswetten.

	5. Onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c en onderdeel f
tot onderdeel d, vervallen in het tweede lid de onderdelen c (oud) en e.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN
INKOMEN

	De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt
gewijzigd:

A

	In artikel 1, onderdeel l, onder 2Âș, wordt na “de
Werkloosheidswet,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere
werklozen,.

B

	In artikel 30, eerste lid, onderdeel a, wordt na “de Toeslagenwet,”
ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

C

	Artikel 82a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Na “de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,” wordt ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen,.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een
puntkomma, wordt na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:

	j. artikel 13 en de artikelen 19 tot en met 21 van de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE TOESLAGENWET

	De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, wordt “en de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen” vervangen door: , de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen.

Aa

	Aan artikel 8a wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Voor de toepassing van dit artikel wordt tevens onder grondslag
verstaan de factor A, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen, gedeeld door 21,75.

B

	In artikel 14g, eerste lid, wordt na “de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,” ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen.

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET

	In artikel 27g, eerste lid, van de Werkloosheidswet wordt na “de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,” ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

	In artikel 96, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen wordt na “de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
militairen,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

	In artikel 29g, eerste lid, van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt na “de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,” ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL VII WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING
JONGGEHANDICAPTEN

	In artikel 46, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten wordt na “de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
militairen,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL VIII WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
ZELFSTANDIGEN

	In artikel 54, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen wordt na “de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
militairen,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL IX WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN
GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

	De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, aanhef, wordt “overeenkomstig het derde, vierde
en vijfde lid” vervangen door: overeenkomstig het derde tot en met
zesde lid en het negende lid. 

	2. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot tiende en elfde
lid, worden vier leden ingevoegd, luidende:

	6. Indien dat lager is dan de grondslag, vastgesteld op grond van het
derde tot en met vijfde lid, bedraagt de grondslag, bedoeld in het
eerste lid, 10/7 x A + B, waarbij:

	A staat voor de uitkeringen ontvangen op grond van de Werkloosheidswet,
de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet
werk en inkomen naar arbeidsvermogen in de kalendermaand voorafgaande
aan de dag waarop de geldende uitkeringsduur op grond van de
Werkloosheidswet is verstreken;

	B staat voor het loon uit dienstbetrekking dat de uitkeringsgerechtigde
in die kalendermaand verdiende, waarbij A wordt herzien op de wijze als
bedoeld in artikel 14 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

	7. Voor de toepassing van het zesde lid wordt onder uitkering op grond
van de Werkloosheidswet tevens verstaan inkomen dat op grond van artikel
34 van de Werkloosheidswet geheel in mindering is gebracht op de
uitkering op grond van de Werkloosheidswet.

	8. Voor de toepassing van het zesde lid worden de uitkeringen op grond
van de Werkloosheidswet en de Ziektewet vermenigvuldigd met 21,75 en
vervolgens gedeeld door het aantal werkdagen in die betreffende
kalendermaand.

	9. Het zesde lid is niet van toepassing, voor zover de uitkomst van de
berekening op grond van dat lid minder bedroeg dan de van toepassing
zijnde grondslag op grond van het derde tot en met vijfde lid, als
gevolg van een gedeeltelijke eindiging van een recht op uitkering op
grond van de   HYPERLINK
"http://kluwer-adw.rijksweb.nl/kluwer/scripts/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=1&
Ut=2&Frm=b&Dbname=*eO&Ses=5330949&Dbname=*eO&Tref=01BD385109E0FA46D7" \l
"start"  Werkloosheidswet  door het verrichten van werkzaamheden als lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van een vertegenwoordigend
orgaan van een publiekrechtelijk lichaam dat bij rechtstreekse
verkiezing wordt samengesteld, of van een algemeen bestuur van een
waterschap.

B

	Artikel 9, vierde en vijfde lid, vervallen.

C

	In artikel 20f, derde lid, wordt na “de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,” ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen,.

D

	Na artikel 63b wordt een artikel ingevoegd, luidende

Artikel 63c

	Artikel 9, vierde en vijfde lid, zoals dat luidde op de dag voor
inwerkingtreding van de Wet tot invoering en wijziging van de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen (Stb. PM), blijft van toepassing
met betrekking tot:

	a. een recht op uitkering dat voor 1 december 2009 is ontstaan;

	b. een recht op uitkering dat voor 1 december 2009 is ontstaan, daarna
is geëindigd en na 1 december 2009 op grond van artikel 7 van die wet
is herleefd, of;

	c. personen die voor 1 december 2009 voldoen aan artikel 2 maar die
voor die datum geen recht hebben op een uitkering.

ARTIKEL X 	WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN
GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN

	In artikel 20f, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt na “de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen” ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL XI WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

	De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 45g, eerste lid, wordt na “de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,” ingevoegd: de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen,.

B

	Artikel 46, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De punt aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door een
puntkomma.

	2. De punt aan het slot van onderdeel b wordt vervangen door een
puntkomma en er wordt aan het onderdeel toegevoegd: en.

	3. Er wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

	c. degene die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet
inkomensvoorziening oudere werklozen of op een uitkering op grond van de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers.

ARTIKEL XII WIJZIGING VAN DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET

	In artikel 17g, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet wordt na
“de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere
werklozen,.

ARTIKEL XIII WIJZIGING VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET

	In artikel 45, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet wordt na
“de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere
werklozen,.

ARTIKEL XIV WIJZIGING VAN DE ALGEMENE OUDERDOMSWET

	In artikel 17i, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet wordt na “de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere
werklozen,.

ARTIKEL XV WIJZIGING VAN DE WET WERK EN BIJSTAND

	In artikel 6, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, wordt na “de
Werkloosheidswet,” ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere
werklozen,.

ARTIKEL XVI WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

	In artikel 47, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale
verzekeringen, wordt  na “de Wet werk en bijstand,” ingevoegd: de
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

ARTIKEL XVII INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 PAGE    

 PAGE   13