[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31944 Intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Eindtekst

Nummer: 2010D10315, datum: 2009-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z08585:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

17 september 2009



Intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en
wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst
Uitvoering Onderwijs (DUO)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
uitvoeringsorganisaties voor het onderwijs, Centrale Financiën
Instellingen en de Informatie Beheer Groep, samen te voegen tot een
nieuwe uitvoeringsorganisatie voor het onderwijs, de Dienst Uitvoering
Onderwijs, en dat het daartoe nodig is de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank in te trekken en diverse wetten aan te passen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel y vervalt.

	2. De onderdelen z tot en met dd worden geletterd y tot en met cc.

	3. In onderdeel y (nieuw) wordt “het door de Informatie Beheer Groep
uitgegeven onderwijsnummer” vervangen door: het door Onze Minister
uitgegeven onderwijsnummer.

	4. In onderdeel cc (nieuw) wordt “artikel 9f van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door: artikel 24h
van de Wet op het onderwijstoezicht.

	5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel cc (nieuw)
door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	dd. basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in
artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

B

	In artikel 2.3.6a, tweede en vijfde lid, wordt “de Informatie Beheer
Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

C

	Artikel 2.3.6b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “Informatie Beheer Groep” vervangen door:
Onze Minister.

	2. In het eerste lid wordt “De Informatie Beheer Groep” telkens
vervangen door “Onze Minister”, vervalt “bedoeld in artikel 9a van
de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank” en wordt “bedoeld in
artikel 9b, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” vervangen door: bedoeld in artikel 24c, eerste
lid, onderdeel g, van de Wet op het onderwijstoezicht.

	3. In het tweede lid wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

D

	Artikel 2.3.6c komt te luiden:

Artikel 2.3.6c. Gebruik gegevens uit basisregister onderwijs door
Minister en inspectie

	1. Gegevens inzake educatie uit het basisregister onderwijs kunnen
worden gebruikt door:

	a. Onze Minister voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de
begrotings- en beleidsvoorbereiding;

	b. de inspectie voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het
uitoefenen van het toezicht op het onderwijs.

	2. Het gebruik, bedoeld in het eerste lid, ziet uitsluitend op gegevens
die niet herleid of herleidbaar zijn tot individuele deelnemers aan een
opleiding educatie.

	3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van
het eerste en tweede lid, in ieder geval omtrent de inhoud en de
samenstelling van de desbetreffende gegevens, de wijze waarop de
gegevens uit het basisregister onderwijs worden verstrekt, de
tijdstippen waarop de gegevens worden verstrekt en de perioden waarop de
gegevens betrekking hebben.

E

	Artikel 2.3.6d, onderdeel c, komt te luiden:

	c. verwerking van de gegevens, bedoeld in 24f, derde en vierde lid, van
de Wet op het onderwijstoezicht en in artikel 8.1.8a, vierde lid, bij de
registraties, bedoeld in onderdeel a, en het systeem van doorverwijzing,
bedoeld in onderdeel b.

F

	In artikel 2.5.5a, tweede en zevende lid, wordt “de Informatie Beheer
Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

G

	Artikel 2.5.5b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “Informatie Beheer Groep” vervangen door:
Onze Minister.

	2. In het eerste lid wordt “De Informatie Beheer Groep” telkens
vervangen door “Onze Minister”, vervalt “,bedoeld in artikel 9a
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”, wordt “bedoeld
in artikel 9b, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” vervangen door “bedoeld in artikel 24c, eerste
lid, onderdeel g, van de Wet op het onderwijstoezicht”, wordt
“Onverminderd de derde volzin van artikel 2.5.5c, eerste lid”
vervangen door “Onverminderd artikel 2.5.5c, tweede lid” en wordt
“de Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze Minister.

	3. In het tweede lid wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

	4. Het derde lid komt te luiden:

	3. Indien Onze Minister naar aanleiding van de toetsing, bedoeld in het
eerste lid, redenen heeft om aan te nemen dat een bevoegd gezag in
strijd handelt of heeft gehandeld met het bepaalde bij of krachtens deze
wet en een onderzoek daarnaar door de inspectie nodig acht, verstrekt
Onze Minister ten behoeve van dit onderzoek de persoonsgebonden nummers
en andere gegevens van deelnemers aan een beroepsopleiding aan de
inspectie. De inspectie meldt de uitkomst van het onderzoek aan Onze
Minister.

H

	Artikel 2.5.5c komt te luiden:

Artikel 2.5.5c. Gebruik gegevens uit basisregister onderwijs door
Minister en inspectie

	1. Gegevens inzake beroepsonderwijs uit het basisregister onderwijs
kunnen worden gebruikt door:

	a. Onze Minister voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de
bekostiging van instellingen en de begrotings- en beleidsvoorbereiding;

	b. de inspectie voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het
uitoefenen van het toezicht op het onderwijs.

	2. Voor zover de door het bevoegd gezag op grond van artikel 2.5.5a
verstrekte gegevens naar het oordeel van Onze Minister onjuist of
onvolledig zijn, kan Onze Minister ten behoeve van de vaststelling van
de bekostiging van deze gegevens afwijken, in welk geval de door Onze
Minister vastgestelde gewijzigde gegevens worden opgenomen in het
basisregister onderwijs, nadat het desbetreffende besluit tot
vaststelling van de bekostiging onherroepelijk is geworden.

	3. Het gebruik, bedoeld in het eerste lid, ziet uitsluitend op gegevens
die niet herleid of herleidbaar zijn tot individuele deelnemers aan een
beroepsopleiding, onverminderd artikel 2.5.5b, derde lid.

	4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van
het eerste en derde lid, in ieder geval omtrent de inhoud en de
samenstelling van de desbetreffende gegevens, de wijze waarop de
gegevens uit het basisregister onderwijs worden verstrekt, de
tijdstippen waarop de gegevens worden verstrekt en de perioden waarop de
gegevens betrekking hebben.

	5. In afwijking van het derde lid wordt bij algemene maatregel van
bestuur bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden Onze
Minister gegevens als bedoeld in artikel 2.5.5a, tweede lid, kan
gebruiken tezamen met het persoonsgebonden nummer van een deelnemer aan
een beroepsopleiding ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging
van een instelling, alsmede welke gegevens dit gebruik kan betreffen.

I

	Artikel 2.5.5d vervalt.

J

	In artikel 2.5.5e, onderdeel d, wordt “bedoeld in artikel 9e, derde
en vierde lid, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”
vervangen door: bedoeld in artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet
op het onderwijstoezicht.

K

	Artikel 8.1.1a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde, vierde en zesde lid, wordt “de Informatie Beheer
Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

	2. In het vierde lid wordt “De Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

L

	In artikel 8.1.7, vijfde, zevende en achtste lid, wordt “de
Informatie Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

M

	Artikel 8.1.8a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste en vijfde lid wordt “de Informatie Beheer Groep”
telkens vervangen door: Onze Minister.

	2. In het tweede, derde, vierde en zesde lid wordt “De Informatie
Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

N

	In artikel 8.3.2, eerste lid, wordt “artikel 9e, derde en vierde lid,
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door:
artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL II

	De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begripsbepaling van Informatie Beheer Groep vervalt.

	2. In de begripsbepaling van persoonsgebonden nummer wordt “het door
de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer” vervangen door:
het door Onze minister uitgegeven onderwijsnummer.

	3. Na de begripsbepaling van schoolbegeleiding wordt een
begripsbepaling toegevoegd, luidende:

	basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in artikel
24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

B

	In de artikelen 42a, derde, vierde en zesde lid, en 164a, tweede en
achtste lid,wordt “de Informatie Beheer Groep” telkens vervangen
door: Onze minister.

C

	In artikel 42a, vierde lid, wordt “De Informatie Beheer Groep”
vervangen door: Onze minister.

D

	Artikel 164b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “Informatie Beheer Groep” vervangen door:
Onze minister.

	2. In het eerste lid wordt “De Informatie Beheer Groep” telkens
vervangen door “Onze minister”, vervalt “, bedoeld in artikel 9a
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”, wordt “bedoeld
in artikel 9b, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” vervangen door “bedoeld in artikel 24c, eerste
lid, onderdeel g, van de Wet op het onderwijstoezicht”, wordt
“Onverminderd de derde volzin van artikel 164c, eerste lid”
vervangen door “Onverminderd artikel 164c, tweede lid” en wordt
“de Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze minister.

	3. In het tweede lid wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze minister.

	4. Het derde lid komt te luiden:

	3. Indien Onze minister naar aanleiding van de toetsing, bedoeld in het
eerste lid, redenen heeft om aan te nemen dat een bevoegd gezag in
strijd handelt of heeft gehandeld met het bepaalde bij of krachtens deze
wet en een onderzoek daarnaar door de inspectie nodig acht, verstrekt
Onze minister ten behoeve van dit onderzoek de persoonsgebonden nummers
en andere gegevens van leerlingen aan de inspectie. De inspectie meldt
de uitkomst van het onderzoek aan Onze minister.

E

	Artikel 164c komt te luiden:

Artikel 164c. Gebruik gegevens uit basisregister onderwijs door Minister
en inspectie

	1. Gegevens uit het basisregister onderwijs kunnen worden gebruikt
door:

	a. Onze minister voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de
bekostiging van scholen en de begrotings- en beleidsvoorbereiding;

	b. de inspectie voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het
uitoefenen van het toezicht op het speciaal onderwijs en het voortgezet
speciaal onderwijs.

	2. Voor zover de door het bevoegd gezag op grond van artikel 164a
verstrekte gegevens naar het oordeel van Onze minister onjuist of
onvolledig zijn, kan Onze minister ten behoeve van de vaststelling van
de bekostiging van deze gegevens afwijken, in welk geval de door Onze
minister vastgestelde gewijzigde gegevens worden opgenomen in het
basisregister onderwijs, nadat het desbetreffende besluit tot
vaststelling van de bekostiging onherroepelijk is geworden.

	3. Het gebruik, bedoeld in het eerste lid, ziet uitsluitend op gegevens
die niet herleid of herleidbaar zijn tot individuele leerlingen,
onverminderd artikel 164b, derde lid.

	4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van
het eerste en derde lid, in ieder geval omtrent de inhoud en de
samenstelling van de gegevens, de wijze waarop de gegevens uit het
basisregister onderwijs worden verstrekt, de tijdstippen waarop de
gegevens worden verstrekt, en de perioden waarop de gegevens betrekking
hebben.

	5. In afwijking van het derde lid wordt bij algemene maatregel van
bestuur bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden Onze
minister gegevens als bedoeld in artikel 164a, tweede en derde lid, kan
gebruiken tezamen met het persoonsgebonden nummer van een leerling ten
behoeve van de vaststelling van de bekostiging van een school, alsmede
welke gegevens dit gebruik kan betreffen.

F

	Artikel 164d vervalt.

G

	In artikel 164e, onderdeel d, wordt “bedoeld in artikel 9e, derde en
vierde lid, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”
vervangen door: bedoeld in artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet
op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL III

	De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als
volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1.1 vervalt onderdeel q.

B

	In de artikelen 6.13, eerste lid, 6.14, derde en vijfde lid, 6.15,
eerste en tweede lid, 7.23, derde lid,  7.37, vierde lid, 7.57b, eerste,
vierde en vijfde lid, 7.57c, eerste en tweede lid, 7.57d, tweede en
derde lid, 18.2, tweede lid, 18.11, tweede, vierde en vijfde lid, 18.65,
tweede lid, en 18.66, tweede lid, wordt “De Informatie Beheer Groep”
telkens vervangen door: Onze Minister.

C

	In de artikelen 6.14, vierde lid, 7.9a, tweede en derde lid, 7.9d,
7.9e, 7.23, derde lid, 7.37, vierde lid, 7.53, eerste tot en met vierde
lid, 7.57a, tweede lid, 7.57c, vierde lid, 7.57d, eerste lid, 7.57e,
vierde lid, 7.57f, eerste lid, 7.57g, 18.2, eerste lid, 18.11, eerste en
derde lid, en 18.13, eerste lid, wordt “de Informatie Beheer Groep”
telkens vervangen door: Onze Minister.

D

	Artikel 7.52 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid wordt “de
Informatie Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

	2. In het derde lid wordt “de hoofddirectie van de Informatie Beheer
Groep” vervangen door: Onze Minister.

	3. In het vierde lid wordt “De Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

ARTIKEL IIIA

	De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel g vervalt.

	2. De onderdelen h en i worden geletterd g en h.

	3. In onderdeel g (nieuw) wordt “artikel 1, onder c, van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door: artikel 24a,
onderdeel c, van de Wet op het onderwijstoezicht.

	4. In onderdeel h (nieuw) wordt “artikel 9f van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door: artikel 24h
van de Wet op het onderwijstoezicht.

B

	Artikel 21a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste, tweede en zesde lid wordt “de Informatie Beheer
Groep” telkens vervangen door: Onze minister.

	2. In het derde, vierde, vijfde en zevende lid wordt “De Informatie
Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze minister.

ARTIKEL IV

	De Les- en cursusgeldwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel g wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

	2. Onderdeel j vervalt.

B

	In de artikelen 3, tweede lid, 5, eerste lid en 9 wordt “de
Informatie Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

C

	Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt “De Informatie Beheer Groep” vervangen door:
Onze Minister.

	2. In onderdeel c wordt “bedoeld in artikel 9a van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door: bedoeld in
artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

D

	In de artikelen 5b, 9a en 9b wordt “De Informatie Beheer Groep”
telkens vervangen door: Onze Minister.

ARTIKEL V

	De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:

	Na hoofdstuk 6 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 6a. Het basisregister onderwijs en het meldingsregister
relatief verzuim

	Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 24a. Begripsbepalingen

	In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

	a. basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in
artikel 24b;

	b. meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief verzuim
als bedoeld in artikel 24h;

	c. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer als bedoeld in artikel
1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of,
bij ontbreken daarvan, door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer;

	d. startkwalificatie: startkwalificatie als bedoeld in artikel 1,
onderdeel f, van de Leerplichtwet 1969.

Paragraaf 2. Het basisregister onderwijs

Artikel 24b. Het basisregister onderwijs

	1. Er is een basisregister onderwijs, dat ten doel heeft:

	a. Onze Minister gegevens te verstrekken ten behoeve van de bekostiging
van scholen en instellingen, de begrotings- en beleidsvoorbereiding, de
planning en bekostiging van de instellingen voor hoger onderwijs en ten
behoeve van de uitvoering van zijn overige wettelijke taken; 

	b. de inspectie gegevens te verstrekken ten behoeve van het toezicht op
het onderwijs; 

	c. het Centraal bureau voor de statistiek gegevens te verstrekken
teneinde het Centraal bureau voor de statistiek in staat te stellen:

	1°. Onze Minister gegevens te verstrekken ten behoeve van de
beleidsvoorbereiding; 

	2°. de gemeenten gegevens te verstrekken ten behoeve van de toekenning
van uitkeringen, bedoeld in artikel 2 van de Wet participatiebudget, aan
instellingen, en ten behoeve van de begrotings- en beleidsvoorbereiding
inzake de gemeentelijke taken op het gebied van het onderwijs; en

	d. het meldingsregister relatief verzuim te voorzien van de gegevens
die noodzakelijk zijn in het kader van het doel van dat register.

	2. Het beheer van het basisregister onderwijs berust bij Onze Minister.

	3. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in
deze paragraaf, is Onze Minister de verantwoordelijke, bedoeld in
artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 24c. Inhoud van het basisregister onderwijs

	1. In het basisregister onderwijs zijn de volgende gegevens opgenomen:

	a. de persoonsgebonden nummers van de leerlingen die zijn ingeschreven
of ingeschreven zijn geweest aan een uit de openbare kas bekostigde
school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, tezamen met de
andere gegevens, genoemd in artikel 178a, tweede en zevende lid, van de
Wet op het primair onderwijs;

	b. de persoonsgebonden nummers van de leerlingen die zijn ingeschreven
of ingeschreven zijn geweest aan een uit de openbare kas bekostigde
school als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, tezamen met de
andere gegevens, genoemd in artikel 164a, tweede en achtste lid, van de
Wet op de expertisecentra;

	c. de persoonsgebonden nummers van de leerlingen die zijn ingeschreven
of ingeschreven zijn geweest aan een uit de openbare kas bekostigde
school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, tezamen met de
andere gegevens, genoemd in artikel 103b, tweede en achtste lid, van de
Wet op het voortgezet onderwijs;

	d. de persoonsgebonden nummers van de deelnemers aan een opleiding
educatie die zijn ingeschreven of ingeschreven zijn geweest aan een
instelling waaraan door het gemeentebestuur op grond van artikel 2 van
de Wet participatiebudget uitkeringen zijn toegekend, tezamen met de
andere gegevens, genoemd in artikel 2.3.6a, derde en zesde lid, van de
Wet educatie en beroepsonderwijs;

	e. de persoonsgebonden nummers van de deelnemers aan een
beroepsopleiding die zijn ingeschreven of ingeschreven zijn geweest aan
een uit 's Rijks kas bekostigde instelling als bedoeld in de Wet
educatie en beroepsonderwijs, tezamen met de andere gegevens, genoemd in
artikel 2.5.5a, tweede en zevende lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs;

	f. de persoonsgebonden nummers van de studenten en extraneĂŻ die zijn
ingeschreven of ingeschreven zijn geweest aan een uit 's Rijks kas
bekostigde instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met uitzondering van de
Open Universiteit, tezamen met de andere gegevens, genoemd in artikel
7.52, tweede en vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek;

g. de hierna te noemen gegevens zoals die over de personen, bedoeld in
de onderdelen a tot en met f, zijn opgenomen in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens:

	1°. geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geboorteland, geslacht,
overlijdensdatum, geboorteland moeder en geboorteland vader;

	2°. de gegevens over de nationaliteit;

	3°. de gegevens over het verblijf in Nederland en het vertrek uit
Nederland;

	h. de gegevens over het verblijfsrecht van de vreemdeling zoals die
over de personen, bedoeld in de onderdelen e en f, zijn opgenomen in de
gemeentelijke basisadministratie.

	2. Indien de in het eerste lid, onderdeel g, bedoelde gegevens van een
leerling, deelnemer, student of extraneus aan een school of instelling
als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met f, niet zijn
opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens worden
in het basisregister onderwijs alleen opgenomen de gegevens die het
bevoegd gezag verstrekt op basis van

	a. artikel 178a, tweede en zevende lid, van de Wet op het primair
onderwijs,

	b. artikel 164a, tweede en achtste lid, van de Wet op de
expertisecentra,

	c. artikel 103b, tweede en achtste lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs,

	d. artikel 2.3.6a, derde en zesde lid, of 2.5.5a, tweede of zevende
lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, of

	e. artikel 7.52, tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek.

	3. De persoonsgegevens van de leerlingen, deelnemers, studenten en
extraneĂŻ die niet langer zijn ingeschreven aan een school of instelling
als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met f, worden tot
vijf jaren na beëindiging van de laatste inschrijving bewaard in het
basisregister onderwijs in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkene
te identificeren. Artikel 10, tweede lid, van de Wet bescherming
persoonsgegevens is niet van toepassing. In afwijking van de eerste
volzin geldt voor de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, instelling
voor hoger onderwijs waar een opleiding is gevolgd, naam van die
opleiding, datum diploma en het aantal jaren genoten hoger onderwijs van
studenten die niet langer zijn ingeschreven aan een instelling als
bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, een bewaartermijn van vijftig
jaren.

Artikel 24d. Het verstrekken van gegevens aan betrokkene

	Uit het basisregister onderwijs kunnen persoonsgegevens worden
verstrekt aan de betrokkene en diens wettelijke vertegenwoordiger.

Artikel 24e. Het verstrekken van gegevens aan Minister en inspectie

	Uit het basisregister onderwijs kunnen persoonsgegevens worden
verstrekt aan Onze Minister en de inspectie voor zover dat noodzakelijk
is voor de uitoefening van hun wettelijke taken.

Artikel 24f. Het verstrekken van gegevens aan derden

	1. Uit het basisregister onderwijs kunnen persoonsgegevens worden
verstrekt aan de school of instelling waar de betrokkene als leerling,
deelnemer, student of extraneus is of was ingeschreven, voorzover de
gegevens betrekking hebben op de periode waarin hij aan de
desbetreffende school of instelling is of was ingeschreven.

	2. Uit het basisregister onderwijs worden desgevraagd kosteloos
persoonsgegevens verstrekt aan burgemeester en wethouders, voorzover dat
verplicht is op grond van artikel 64 van de Wet werk en bijstand,
artikel 45 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 45 van de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen.

	3. Uit het basisregister onderwijs worden aan burgemeester en
wethouders de naam, het adres, het persoonsgebonden nummer, de behaalde
diploma’s, het laatst genoten onderwijs, de laatst bezochte school of
instelling, de data van in- en uitschrijving bij die school of
instelling en de reden van uitstroom verstrekt van degenen die:

	a. woonachtig zijn in de desbetreffende gemeente of in een gemeente die
behoort tot de regio waarvan de desbetreffende gemeente contactgemeente
is als bedoeld in artikel 8.3.2, derde lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs, artikel 162b, derde lid, van de Wet op de
expertisecentra en artikel 118h, derde lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs,

	b. ouder dan vier jaar en jonger dan 23 jaar zijn, 

	c. niet in het bezit zijn van een startkwalificatie en niet behoren tot
de jongeren, bedoeld in artikel 4a, tweede lid, van de Leerplichtwet
1969.

	4. In afwijking van het derde lid worden van degenen die wel voldoen
aan het derde lid, onderdelen a en b, maar die niet voldoen aan het
derde lid, onderdeel c, de in de aanhef van het derde lid bedoelde
gegevens aan burgemeester en wethouders verstrekt, indien dit de eerste
verstrekking uit het basisregister onderwijs aan burgemeester en
wethouders betreft waaruit blijkt dat diegenen niet voldoen aan het
derde lid, onderdeel c.

	5. Uit het basisregister onderwijs worden persoonsgegevens verstrekt
aan door Onze Minister aangewezen instellingen ten behoeve van
onderzoeksactiviteiten naar de kwaliteit en de toegankelijkheid van het
beroepsonderwijs, de educatie en het hoger onderwijs.

	6. Uit het basisregister onderwijs worden desgevraagd kosteloos
persoonsgegevens verstrekt aan:

	a. de Sociale verzekeringsbank, voor zover dat noodzakelijk is voor de
uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet;

	b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, voor zover dat
noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 30,
eerste lid, 30a, eerste en tweede lid, 30b, 30d en 31 van de Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

	7. Uit het basisregister onderwijs worden kosteloos persoonsgegevens
aan het Centraal bureau voor de statistiek verstrekt. Het Centraal
bureau voor de statistiek gebruikt deze gegevens in ieder geval om:

	a. Onze Minister gegevens te verstrekken ten behoeve van de
beleidsvoorbereiding; en

	b. de gemeenten gegevens te verstrekken ten behoeve van de toekenning
van uitkeringen, bedoeld in artikel 2 van de Wet participatiebudget, aan
instellingen, en ten behoeve van de begrotings- en beleidsvoorbereiding
inzake de gemeentelijke taken op het gebied van het onderwijs.

	8. Het Centraal bureau voor de statistiek mag de gegevens die het op
grond van het zevende lid heeft ontvangen, openbaar maken in de vorm van
overzichten die betrekking hebben op afzonderlijke scholen, instellingen
of opleidingen, mits aan deze overzichten geen herkenbare gegevens over
een afzonderlijk persoon of een afzonderlijk huishouden kunnen worden
ontleend.

	9. Uit het basisregister onderwijs worden desgevraagd kosteloos
persoonsgegevens verstekt aan de rijksbelastingdienst, voor zover dat
noodzakelijk is voor de uitvoering van de wetgeving op het gebied van
rijksbelastingen zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen.

	10. Uit het basisregister onderwijs worden kosteloos aan kenniscentra
beroepsonderwijs bedrijfsleven als bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet
educatie en beroepsonderwijs de gegevens, bedoeld in artikel 2.5.5a,
tweede lid, onderdelen c, d, i en j, van die wet, alsmede de leeftijd
van de deelnemer bij aanvang van de beroepspraktijkvorming verstrekt.

	11. Uit het basisregister onderwijs worden desgevraagd kosteloos
persoonsgegevens en andere gegevens verstrekt aan Onze Minister voor
Wonen, Wijken en Integratie voor zover dit noodzakelijk is voor de
uitvoering van zijn taken op grond van de Wet inburgering.

	12. Aan de instellingen en organen, genoemd in het eerste tot en met
het elfde lid, wordt geen rechtstreekse toegang tot het basisregister
verleend.

	13. Onze Minister verstrekt uit het basisregister onderwijs geen
persoonsgebonden nummer van een leerling, deelnemer, student of
extraneus ter uitvoering van artikel 107, tweede lid, van de
Vreemdelingenwet 2000.

	14. Uit het basisregister worden aan het meldingsregister relatief
verzuim toegevoegd de persoonsgebonden nummers van de leerlingen en
deelnemers, bedoeld in artikel 24c, eerste lid, onderdelen a tot en met
e, met van elke leerling of deelnemer de naam, het geslacht, de
geboortedatum, het adres en het gegeven of betrokkene al dan niet
beschikt over een startkwalificatie.

	15. De toevoeging, bedoeld in het veertiende lid, gebeurt op het moment
van de kennisgeving, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, van de
Leerplichtwet 1969, of de opgave, bedoeld in artikel 8.1.8a, eerste lid,
van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b, eerste lid, van de
Wet op de expertisecentra en artikel 28a, eerste lid, van de Wet op het
voortgezet onderwijs.

	16. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van het derde en vierde lid.

Artikel 24g. Autorisatie voor en toezicht op het basisregister onderwijs


	1. Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels omtrent de
autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van
persoonsgegevens uit het basisregister onderwijs.

	2. Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming
als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die in
elk geval is belast met het toezicht op de verwerking van
persoonsgegevens in het basisregister onderwijs.

Paragraaf 3. Het meldingsregister relatief verzuim

Artikel 24h. Het meldingsregister relatief verzuim

	1. Er is een meldingsregister relatief verzuim dat ten doel heeft
burgemeester en wethouders, het hoofd, bedoeld in artikel 21a van de
Leerplichtwet 1969, en het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 8.1.8a van
de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b van de Wet op de
expertisecentra en artikel 28a van de Wet op het voortgezet onderwijs,
te voorzien van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van
hun taken inzake:

	a. het verzuim, bedoeld in artikel 21a van de Leerplichtwet 1969; en

	b. het zonder geldige reden niet meer volgen van het onderwijs of de
educatie, bedoeld in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en
beroepsonderwijs, of van het onderwijs, bedoeld in artikel 47b van de
Wet op de expertisecentra en artikel 28a van de Wet op het voortgezet
onderwijs.

	2. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in
deze paragraaf, is Onze Minister de verantwoordelijke, bedoeld in
artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 24i. Inhoud van het meldingsregister relatief verzuim

	1. In het meldingsregister relatief verzuim zijn de volgende gegevens
opgenomen:

	a. de gegevens van de leerlingen en deelnemers, bedoeld in artikel 21a,
eerste, tweede en zesde lid, van de Leerplichtwet 1969, artikel 8.1.8a,
eerste en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel
47b, eerste en vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel
28a, eerste en vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

	b. de gegevens, bedoeld in artikel 24f, veertiende lid.

	2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden in het
meldingsregister relatief verzuim bewaard gedurende het schooljaar
waarin de kennisgeving, bedoeld in artikel 21a, eerste en tweede lid,
van de Leerplichtwet 1969, of de opgave, bedoeld in artikel 8.1.8a,
eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b, eerste
lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 28a, eerste lid, van de
Wet op het voortgezet onderwijs, is gedaan en het daaropvolgende
schooljaar.

Artikel 24j. Autorisatie voor en toezicht op het meldingsregister
relatief verzuim

	1. Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels omtrent de
autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van
gegevens uit het meldingsregister relatief verzuim.

	2. De functionaris voor de gegevensbescherming, bedoeld in artikel 24g,
tweede lid, is tevens belast met het toezicht op de verwerking van
persoonsgegevens in het meldingsregister relatief verzuim.

Artikel 24k. Het verstrekken van gegevens

	1. Uit het meldingsregister relatief verzuim kunnen persoonsgegevens
worden verstrekt aan de betrokkene en diens wettelijke
vertegenwoordiger.

	2. Uit het meldingsregister relatief verzuim worden aan Onze Minister
gegevens verstrekt ten behoeve van de beleidsvorming ten aanzien van de
taken, bedoeld in artikel 24h, eerste lid.

	3. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden op een zodanige wijze
verstrekt, dat degenen van de leerlingen of deelnemers, bedoeld in
artikel 24i, op wie zij betrekking hebben, niet geĂŻdentificeerd of
identificeerbaar zijn.

	4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van het tweede en derde lid.

	5. Uit het meldingsregister relatief verzuim worden kosteloos gegevens
verstrekt aan burgemeester en wethouders, het hoofd, bedoeld in artikel
21a van de Leerplichtwet 1969, en het bevoegd gezag, bedoeld in artikel
8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 47b van de Wet
op de expertisecentra en artikel 28a van de Wet op het voortgezet
onderwijs, voor zover dat bij wet is vereist of toegestaan.

	6. Onze Minister verstrekt uit het meldingsregister relatief verzuim
geen persoonsgebonden nummers ter uitvoering van artikel 107, tweede
lid, van de Vreemdelingenwet 2000. 

ARTIKEL VI

	De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begripsbepaling van Informatie Beheer Groep vervalt.

	2. In de begripsbepaling van persoonsgebonden nummer wordt “het door
de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer” vervangen door:
het door Onze minister uitgegeven onderwijsnummer.

	3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsbepaling van
schoolbegeleiding door een puntkomma, wordt een begripsbepaling
toegevoegd, luidende:

	basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in artikel
24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

B

	In de artikelen 40b, derde, vierde en zesde lid, en 178a, tweede en
zevende lid, wordt “de Informatie Beheer Groep” telkens vervangen
door: Onze minister.

C

	In artikel 40b, vierde lid, wordt “De Informatie Beheer Groep”
vervangen door: Onze minister.

D

	Artikel 178b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “Informatie Beheer Groep” vervangen door:
Onze minister.

	2. In het eerste lid wordt “De Informatie Beheer Groep” telkens
vervangen door “Onze minister”, vervalt “,bedoeld in artikel 9a
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”, wordt “bedoeld
in artikel 9b, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” vervangen door “bedoeld in artikel 24c, eerste
lid, onderdeel g, van de Wet op het onderwijstoezicht”, wordt
“Onverminderd de derde volzin van artikel 178c, eerste lid”
vervangen door “Onverminderd artikel 178c, tweede lid” en wordt
“de Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze minister.

	3. In het tweede lid wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze minister.

	4. Het derde lid komt te luiden:

	3. Indien Onze minister naar aanleiding van de toetsing, bedoeld in het
eerste lid, redenen heeft om aan te nemen dat een bevoegd gezag in
strijd handelt of heeft gehandeld met het bepaalde bij of krachtens deze
wet en een onderzoek daarnaar door de inspectie nodig acht, verstrekt
Onze minister ten behoeve van dit onderzoek de persoonsgebonden nummers
en andere gegevens van leerlingen aan de inspectie. De inspectie meldt
de uitkomst van het onderzoek aan Onze minister.

E

	Artikel 178c komt te luiden:

Artikel 178c. Gebruik gegevens uit basisregister onderwijs door Minister
en inspectie

	1. Gegevens uit het basisregister onderwijs kunnen worden gebruikt
door:

	a. Onze minister voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de
bekostiging van scholen en de begrotings- en beleidsvoorbereiding;

	b. de inspectie voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het
uitoefenen van het toezicht op het basisonderwijs.

	2. Voor zover de door het bevoegd gezag op grond van artikel 178a
verstrekte gegevens naar het oordeel van Onze minister onjuist of
onvolledig zijn, kan Onze minister ten behoeve van de vaststelling van
de bekostiging van deze gegevens afwijken, in welk geval de door Onze
minister vastgestelde gewijzigde gegevens worden opgenomen in het
basisregister onderwijs, nadat het desbetreffende besluit tot
vaststelling van de bekostiging onherroepelijk is geworden.

	3. Het gebruik, bedoeld in het eerste lid, ziet uitsluitend op gegevens
die niet herleid of herleidbaar zijn tot individuele leerlingen,
onverminderd artikel 178b, derde lid.

	4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van
het eerste en derde lid, in ieder geval omtrent de inhoud en de
samenstelling van de gegevens, de wijze waarop de gegevens uit het
basisregister worden verstrekt, de tijdstippen waarop de gegevens worden
verstrekt, en de perioden waarop de gegevens betrekking hebben.

	5. In afwijking van het derde lid wordt bij algemene maatregel van
bestuur bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden Onze
minister gegevens als bedoeld in artikel 178a, tweede en derde lid, kan
gebruiken tezamen met het persoonsgebonden nummer van een leerling ten
behoeve van de vaststelling van de bekostiging van een school, alsmede
welke gegevens dit gebruik kan betreffen.

F

	Artikel 178d vervalt.

ARTIKEL VII

	De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begripsbepaling van IB-Groep vervalt.

	2. In de begripsbepaling van onderwijsnummer wordt “de IB-Groep”
vervangen door: Onze Minister.

	3. In de begripsbepalingen van opleiding niveau 1 of 2 en opleiding
niveau 3 of 4 wordt “de IB-Groep” telkens vervangen door: Onze
Minister.

	4. In de begripsbepaling van studiefinanciering wordt “de IB-Groep”
vervangen door: Onze Minister.

B

	In de artikelen 1.5, eerste lid, 2.5, tweede lid, 2.14, derde lid,
3.11, 3.17, eerste, zevende, negende en elfde lid, 3.20, 3.21, 4.5,
vierde en zesde lid, 4.10, vijfde lid, 4.17, 4.19, 4.20, 6.5, vierde
lid, 6.9, vierde lid, 6.10, eerste lid, 6.11, zevende lid, 6.12, derde
lid, 6.19, tweede lid, 7.4, vijfde lid, 8.1, 9.2, eerste en tweede lid,
9.5, derde tot en met vijfde lid, 9.6c, tweede lid, 9.7, 9.8, 10.5,
zevende lid, 10.6, vijfde en zesde lid, 10.7, derde en zevende lid, en
10.8, tweede en vierde lid, wordt “de IB-Groep” telkens vervangen
door: Onze Minister.

C

	Artikel 1.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt “De IB-Groep” vervangen door: Onze Minister.

	2. In onderdeel c wordt “het basisregister onderwijs, bedoeld in
artikel 9a van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”
vervangen door: het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b van
de Wet op het onderwijstoezicht.

D

	In de artikelen 2.13a, tweede lid, 2.14, derde lid, 3.19, 4.12, 4.14,
vierde lid, 5.6, tiende lid, 5.16, vierde lid, 6.10, vierde lid, 8.3,
9.6b, eerste en derde lid, 9.6c, eerste lid, 10.5, zesde lid, 10.7,
derde lid, en 11.5 wordt “De IB-Groep” telkens vervangen door: Onze
Minister.

E

	Artikel 3.24 vervalt.

F

	Artikel 4.22 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “IB-Groep” vervangen door: Minister.

	2. In het eerste en tweede lid wordt “de IB-Groep” telkens
vervangen door: Onze Minister.

G

	Artikel 5.9 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “IB-Groep” vervangen door: Minister.

	2. In het eerste en tweede lid wordt “de IB-Groep” telkens
vervangen door: Onze Minister.

H

	Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “IB-Groep” vervangen door: Minister.

	2. In het eerste lid wordt “De IB-Groep” vervangen door: Onze
Minister.

I

	Artikel 9.4 vervalt.

ARTIKEL VIII

	De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt
gewijzigd:

A

	Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begripsbepaling van IB-Groep vervalt.

	2. In de begripsbepaling van onderwijsnummer wordt “de IB-Groep”
vervangen door: Onze Minister.

	3. In de begripsbepaling van tegemoetkoming wordt “de IB-Groep”
vervangen door: Onze Minister.

B

	In de artikelen 1.5, eerste lid, 2.15, 2.26, tweede lid, 2.29, 4.9,
4.11, 4.14, vierde en zesde lid, 8.1, eerste en tweede lid, 9.2, eerste
en tweede lid, 9.7, en 9.8 wordt “de IB-Groep” telkens vervangen
door: Onze Minister.

C

	Artikel 1.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt “De IB-Groep” vervangen door: Onze Minister.

	2. In onderdeel c wordt “bedoeld in artikel 9a van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door: bedoeld in
artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

D

	In de artikelen 2.26, tweede lid, 3.8, eerste en derde lid, 4.8, 5.5,
eerste en derde lid, 5.11, eerste en derde lid, 8.2, 10.8, eerste en
derde lid, en 11.4, eerste lid, wordt “De IB-Groep” telkens
vervangen door: Onze Minister.

E

	Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “IB-Groep”vervangen door: Minister.

	2. In het eerste lid wordt “De IB-Groep” vervangen door: Onze
Minister.

ARTIKEL IX

	De Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank wordt ingetrokken.

ARTIKEL X

	De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De begripsbepaling van Informatie Beheer Groep vervalt.

	2. In de begripsbepaling van persoonsgebonden nummer wordt “het door
de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer” vervangen door:
het door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer.

	3. In de begripsbepaling van meldingsregister relatief verzuim wordt
“artikel 9f van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”
vervangen door: artikel 24h van de Wet op het onderwijstoezicht.	

B

	In de artikelen 27a, vijfde en zevende lid, 27b, derde, vierde en zesde
lid, 48a, 60, eerste en tweede lid, en 103b, tweede en achtste lid,
wordt “de Informatie Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze
Minister.

C

	In artikel 27b, vierde lid, wordt “De Informatie Beheer Groep”
vervangen door: Onze Minister.

CA

	Artikel 28a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste en vijfde lid wordt “de Informatie Beheer Groep”
telkens vervangen door: Onze Minister.

	2. In het tweede, derde, vierde en zesde lid wordt “De Informatie
Beheer Groep” telkens vervangen door: Onze Minister.

D

	Artikel 103c wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het opschrift wordt “Informatie Beheer Groep” vervangen door:
Onze Minister.

	2. In het eerste lid wordt “De Informatie Beheer Groep” telkens
vervangen door “Onze Minister”, vervalt “,bedoeld in artikel 9a
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”, wordt “bedoeld
in artikel 9b, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” vervangen door “bedoeld in artikel 24c, eerste
lid, onderdeel g, van de Wet op het onderwijstoezicht”, wordt
“Onverminderd de derde volzin van artikel 103d, eerste lid”
vervangen door “Onverminderd artikel 103d, tweede lid” en wordt
“de Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze Minister.

	3. In het tweede lid wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

	4. Het derde lid komt te luiden:

	3. Indien Onze Minister naar aanleiding van de toetsing, bedoeld in het
eerste lid, redenen heeft om aan te nemen dat een bevoegd gezag in
strijd handelt of heeft gehandeld met het bepaalde bij of krachtens deze
wet en een onderzoek daarnaar door de inspectie nodig acht, verstrekt
Onze Minister ten behoeve van dit onderzoek de persoonsgebonden nummers
en andere gegevens van leerlingen aan de inspectie. De inspectie meldt
de uitkomst van het onderzoek aan Onze Minister.

E

	Artikel 103d komt te luiden:

Artikel 103d. Gebruik gegevens basisregister onderwijs door Minister en
inspectie

	1. Gegevens uit het basisregister onderwijs kunnen worden gebruikt
door:

	a. Onze Minister voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de
bekostiging van scholen en de begrotings- en beleidsvoorbereiding;

	b. de inspectie voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het
uitoefenen van het toezicht op het voortgezet onderwijs.

	2. Voor zover de door het bevoegd gezag op grond van artikel 103b
verstrekte gegevens naar het oordeel van Onze Minister onjuist of
onvolledig zijn, kan Onze Minister ten behoeve van de vaststelling van
de bekostiging van deze gegevens afwijken, in welk geval de door Onze
Minister vastgestelde gewijzigde gegevens worden opgenomen in het
basisregister onderwijs, nadat het desbetreffende besluit tot
vaststelling van de bekostiging onherroepelijk is geworden.

	3. Het gebruik, bedoeld in het eerste lid, ziet uitsluitend op gegevens
die niet herleid of herleidbaar zijn tot individuele leerlingen,
onverminderd artikel 103c, derde lid.

	4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van
het eerste en derde lid, in ieder geval omtrent de inhoud en de
samenstelling van de gegevens, de wijze waarop de gegevens worden
verstrekt, de tijdstippen waarop de gegevens worden verstrekt, en de
perioden waarop de gegevens betrekking hebben.

	5. In afwijking van het derde lid wordt bij algemene maatregel van
bestuur bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden Onze
Minister gegevens als bedoeld in artikel 103b, tweede en derde lid, kan
gebruiken tezamen met het persoonsgebonden nummer van een leerling ten
behoeve van de vaststelling van de bekostiging van een school, alsmede
welke gegevens dit gebruik kan betreffen.

F

	Artikel 103e vervalt.

G

	In artikel 103f, onderdeel d, wordt “bedoeld in artikel 9e, derde en
vierde lid, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank”
vervangen door: bedoeld in artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet
op het onderwijstoezicht.

H

	In artikel 118h, eerste lid, wordt “artikel 9e, derde en vierde lid,
van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen door:
artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL XA

	1. Na de inwerkingtreding van deze wet berust hoofdstuk 4B, paragraaf
3, van het Uitvoeringsbesluit WEB op artikel 2.5.5c, vijfde lid, van de
Wet educatie en beroepsonderwijs.

	2. Na de inwerkingtreding van deze wet berust paragraaf 3 van het
Besluit gebruik persoonsgebonden nummers WVO op artikel 103d, vijfde
lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

ARTIKEL XI

	In artikel 23 van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel, voor zover het betreft het
onderwijs of onderzoek op het gebied van de landbouw en de natuurlijke
omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

ARTIKEL XII

	In artikel 25, eerste lid, van de Algemene kinderbijslagwet wordt “de
Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.

ARTIKEL XIII

	De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel i wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen door
“Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dan wel, voor
zover het betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van de
landbouw en de natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit” en wordt “, de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek en de Wet inburgering” vervangen door: en
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	o. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie betreffende de
toepassing van de Wet inburgering.

B

	Artikel 48, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

	h. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie voor de uitvoering
van de Wet inburgering.

ARTIKEL XIV

	De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel i wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen door
“Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel, voor
zover het betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van de
landbouw en de natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit” en wordt “, de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek en de Wet inburgering” vervangen door: en
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	n. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie betreffende de
toepassing van de Wet inburgering.

B

	Artikel 48, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

	h. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie voor de uitvoering
van de Wet inburgering.

ARTIKEL XV

	Artikel 54, derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk
en inkomen wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel k komt te luiden:

	k. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dan wel, voor
zover het betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van de
landbouw en de natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit;.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	m. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie voor zover het
betreft de uitvoering van de Wet inburgering.

ARTIKEL XVI

	De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 64, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel i wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen door
“Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel, voor
zover het betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van de
landbouw en de natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit” en wordt “, de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek en de Wet inburgering” vervangen door: en
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	p. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie betreffende de
toepassing van de Wet inburgering.

B

	Artikel 67, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

	h. Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie voor de uitvoering
van de Wet inburgering.

ARTIKEL XVII

	In artikel 40, eerste lid, onderdeel h, van de Wet werk en inkomen
kunstenaars, wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen door: Onze
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel, voor zover het
betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van de landbouw en de
natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit.

ARTIKEL XVIII

	De Wet inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel h vervalt.

	2. De onderdelen i tot en met u worden geletterd h tot en met t.

	3. In onderdeel h (nieuw) vervalt: de IB-Groep of.

B

	In de artikelen 15, eerste lid, en 18, eerste lid, wordt “de
IB-Groep” vervangen door: Onze Minister.

C

	In de artikelen 15, tweede lid, 16, eerste lid, en 17, tweede lid,
wordt “De IB-Groep” vervangen door: Onze Minister.

D

	Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, wordt “de
IB-Groep” vervangen door: Onze Minister.

	2. In het tweede lid, onderdeel b, vervalt: de artikelen 10, zevende
lid, en 14, vierde lid, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank en.

E

	Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

	a. In de eerste volzin wordt “de IB-Groep” vervangen door: Onze
Minister.

	b. In de tweede volzin wordt “van wie de IB-Groep” vervangen door
“van wie Onze Minister” en wordt “bij de IB-Groep” vervangen
door: bij Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

	2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt “de IB-Groep” vervangen
door: Onze Minister.

F

	In artikel 49 en artikel 50, eerste lid, wordt “de IB-Groep”
vervangen door: Onze Minister.

G

	In artikel 51 vervalt: , op grond van artikel 18, tweede lid, van de
Wet verzelfstandiging informatiseringsbank.

ARTIKEL XIX

	1. De personeelsleden in vaste dienst van de Informatie Beheer Groep,
van wie de naam is vermeld op een door Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep
vastgestelde lijst, zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding
van deze wet van rechtswege aangesteld in algemene dienst van het rijk,
werkzaam bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

	2. De personeelsleden in tijdelijke dienst van de Informatie Beheer
Groep, van wie de naam is vermeld op een door Onze Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de hoofddirectie van de Informatie
Beheer Groep vastgestelde lijst, zijn met ingang van de datum van
inwerkingtreding van deze wet van rechtswege aangesteld in dienst van
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

	3. De overgang van de in het eerste en tweede lid bedoelde
personeelsleden vindt plaats in een rechtspositie die in totaliteit ten
minste gelijkwaardig is aan die welke voor elk van hen gold bij de
Informatie Beheer Groep.

ARTIKEL XX

	1. De vermogensbestanddelen van de Informatie Beheer Groep gaan met
ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet onder algemene
titel om niet over op de Staat.

	2. Ingeval krachtens het eerste lid registergoederen overgaan, doet
Onze Minister van Financiën de overgang van die registergoederen
onverwijld inschrijven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2
van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 24, eerste
lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.

	3. In wettelijke procedures en rechtsgedingen ter zake van de in het
eerste lid bedoelde vermogensbestanddelen treedt met ingang van het in
het eerste lid bedoelde tijdstip de Staat in de plaats van de Informatie
Beheer Groep.

ARTIKEL XXI

	1. Lopende wettelijke procedures of rechtsgedingen omtrent de
uitoefening van de wettelijke taken van de Informatie Beheer Groep, dan
wel vorderingen van de Informatie Beheer Groep voortvloeiende uit haar
wettelijke taken worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van
deze wet voortgezet of overgenomen door Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap dan wel Onze Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit danwel Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
naargelang van de toedeling bij deze wet van de wettelijke taken van de
Informatie Beheer Groep aan voornoemde Ministers.

	2. In zaken waarin voor het in werking treden van deze wet aan de
Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de
Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die
kan worden toegerekend aan de Raad van Toezicht of de hoofddirectie van
de Informatie Beheer Groep, treedt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap dan wel Onze Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit dan wel Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
naargelang van de toedeling bij deze wet van de wettelijke taken van de
Informatie Beheer Groep aan voornoemde Ministers, op dat tijdstip als
bestuursorgaan in de zin van de Wet Nationale ombudsman in de plaats van
de Raad van Toezicht respectievelijk de hoofddirectie van de Informatie
Beheer Groep.

ARTIKEL XXII

	1. De artikelen 12, 14, eerste, derde en vierde lid, en 19 van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank, zoals deze luidden voor de
inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing voor het laatste
boekjaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, met dien
verstande dat de verplichtingen die voor de Informatie Beheer Groep of
haar hoofddirectie voortvloeien uit de genoemde artikelen worden
overgenomen door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

	2. De Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 5 van de Wet
verzelfstandiging Informatiseringsbank, blijft bestaan in zijn
samenstelling van voor de inwerkingtreding van deze wet voor zover
noodzakelijk voor de uitvoering van het eerste lid.

	3. Nadat de Raad van Toezicht zijn werkzaamheden, bedoeld in het eerste
lid, heeft beëindigd, wordt aan de leden door Onze Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap eervol ontslag verleend.

ARTIKEL XXIII

	Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is met ingang van de
datum van inwerkingtreding van deze wet de zorgdrager, bedoeld in
artikel 1, onderdeel d, van de Archiefwet 1995, van de archiefbescheiden
van de Informatie Beheer Groep.

ARTIKEL XXIV

	Indien de artikelen 1 en 8 van de Wet College voor examens in werking
zijn getreden, worden die artikelen van die wet als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 vervalt de begripsbepaling van Informatie Beheer Groep.

B

	Artikel 8, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

	b. de voorstellen voor de uitvoerende werkzaamheden op het terrein van
de centrale examens of op het terrein van de staatsexamens, bedoeld in
artikel 60 van de WVO en de daarop berustende bepalingen, waaronder in
ieder geval de werkzaamheden van de Cito.

ARTIKEL XXV

	Indien het bij koninklijke boodschap van 8 november 2007 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs
en de Wet op de ondernemingsraden in verband met de medezeggenschap van
personeel en deelnemers in de educatie en het beroepsonderwijs
(medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs) (Kamerstukken II 2007/08,
31 266, nr. 2), tot wet is of wordt verheven, en artikel I, onderdeel A,
van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan,
onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel I,
onderdeel A, van deze wet, dan wordt artikel I, onderdeel A, van deze
wet als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. De onderdelen z tot en met ee worden geletterd y tot en met dd.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel dd (nieuw)
door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

ee. basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in
artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL XXVI

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 november 2008 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering
2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in
verband met de verhoging van het collegegeld en de aanpassing van het
aflossingssysteem studieschulden (Kamerstukken II 2008/09, 31 790, nr.
2), tot wet is of wordt verheven, en artikel I, onderdelen E en H, van
die wet eerder in werking zijn getreden of treden dan, onderscheidenlijk
op dezelfde datum in werking treden als artikel VII van deze wet, dan
wordt artikel VII van deze wet als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel B wordt “6.9, vierde lid, 6.10, eerste lid, 6.11,
zevende lid, 6.12, derde lid, 6.19, tweede lid,” vervangen door: 6.10,
vijfde en zesde lid, 6.11, eerste lid, 6.12, derde lid, 6.17, tweede
lid,.

	2. In onderdeel D vervalt “, 6.10, vierde lid” en wordt na 10.7,
derde lid ingevoegd: , 10a.4, vierde lid, 10a.5, eerste lid, 10a.6,
achtste lid.

ARTIKEL XXVII

	Indien artikel III van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de
Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de
expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet
op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen
van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) in werking is
getreden, wordt de Wet op de expertisecentra als volgt gewijzigd:

	1. In artikel 1 wordt in de definitie van meldingsregister relatief
verzuim “artikel 9f van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank” vervangen door: artikel 24h van de Wet op het
onderwijstoezicht.

	2. In artikel 47b wordt in het eerste en vijfde lid “de Informatie
Beheer Groep” telkens vervangen door “Onze minister” en wordt in
het tweede, derde, vierde en zesde lid “De Informatie Beheer Groep”
telkens vervangen door: Onze Minister.

	3. In artikel 162b, eerste lid, wordt “artikel 9e, derde en vierde
lid, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank” vervangen
door: artikel 24f, derde en vierde lid, van de Wet op het
onderwijstoezicht.

ARTIKEL XXVIIA

	Indien artikel V, onderdeel A, van de Wet van 6 december 2001 tot
wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van
persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) eerder in
werking is getreden dan wel treedt, onderscheidenlijk op dezelfde datum
in werking treedt als deze wet, komt artikel III, onderdeel A, van deze
wet te luiden:

A

	Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel q vervalt.

	2. In onderdeel x1 wordt “de Informatie Beheer Groep” vervangen
door: Onze Minister.

ARTIKEL XXVIIB

	Indien artikel V, onderdeel C, van de Wet van 29 mei 2006 tot wijziging
van diverse wetten in verband met enkele aanpassingen met betrekking tot
persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2006, 288) eerder in
werking is getreden dan wel treedt, onderscheidenlijk op dezelfde datum
in werking treedt als deze wet, wordt artikel III van deze wet als volgt
gewijzigd:

	1. In onderdeel B wordt na “7.37, vierde lid,” ingevoegd: 7.38,
vierde lid,.

	2. In onderdeel C wordt na “7.37, vierde lid,” ingevoegd: 7.38,
derde lid,.

ARTIKEL XXVIIC

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 november 2008 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet inburgering (vrijwillige
inburgering, persoonlijk inburgeringsbudget en harmoniseren
handhavingstermijnen) (Kamerstukken I 2008/09, 31 791, A), tot wet is of
wordt verheven, en artikel I van die wet eerder in werking is getreden
of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als
deze wet, wordt artikel XVIII van deze wet als volgt gewijzigd:

	Onderdeel A, punt 2, komt te luiden:

	2. De onderdelen i tot en met t worden geletterd h tot en met s.

ARTIKEL XXVIII

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

 PAGE    

 PAGE   9