[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32146 Wijziging van de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met een tijdelijke verlenging van de oormerking educatie en de bestedingsverplichting bij roc’s

Wijziging van de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met een tijdelijke verlenging van de oormerking educatie en de bestedingsverplichting bij roc’s

Eindtekst

Nummer: 2010D10511, datum: 2009-10-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z17096:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

13 oktober 2009



Wijziging van de Wet participatiebudget en de Wet educatie en
beroepsonderwijs in verband met een tijdelijke verlenging van de
oormerking educatie en de bestedingsverplichting bij roc’s



	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs aan te passen
in verband met een tijdelijke verlenging van de oormerking educatie en
van de bestedingsverplichting bij roc’s;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WET PARTICIPATIEBUDGET

	De Wet participatiebudget wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 4, vierde lid, wordt “artikel 12” vervangen door:
artikel 14.

B

	Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdelen C, D, I, K, en P wordt “vervalt met ingang van 1
januari 2011” telkens vervangen door: vervalt met ingang van een bij
algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip.

	2. In onderdelen J en O wordt “1 januari 2011” vervangen door: een
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip.

C

	Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “In 2009” vervangen door “Tot een bij
algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip” en wordt “het
kalenderjaar 2009” vervangen door: het desbetreffende kalenderjaar.

	2. In het tweede lid wordt “In 2010” vervangen door “Tot een bij
algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip” en wordt “het
kalenderjaar 2010” vervangen door: het desbetreffende kalenderjaar.

	3. Het derde lid komt te luiden:

	3. De bestedingsverplichting bij regionale opleidingencentra voor
opleidingen educatie, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zover
het college reeds vóór 15 september 2009 juridische verplichtingen met
particuliere aanbieders voor opleidingen educatie is aangegaan.

D

	Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14a. Overgangsbepaling inzake het bedrag dat door Onze Minister
voor Wonen, Wijken en Integratie beschikbaar is gesteld

	1. Tot het tijdstip, bedoeld in artikel 14, eerste lid, wordt het deel
van de uitkering dat het college op basis van de verdeelsleutel, bedoeld
in artikel 2, vierde lid, voor het bedrag dat door Onze Minister voor
Wonen, Wijken en Integratie beschikbaar is gesteld, voor het
desbetreffende kalenderjaar, niet besteed aan opleidingen educatie.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat dit
artikel vervalt op een bij die algemene maatregel van bestuur te bepalen
tijdstip.

ARTIKEL II. WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

	De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1.3.1, eerste lid, komt te luiden:

	1. Aan regionale opleidingencentra worden opleidingen beroepsonderwijs
verzorgd en worden tot op een bij algemene maatregel van bestuur te
bepalen tijdstip opleidingen educatie verzorgd. Vanaf het tijdstip,
bedoeld in de eerste volzin, kunnen aan regionale opleidingencentra
opleidingen educatie worden verzorgd.

B

	Artikel 2.3.3 komt te luiden:

Artikel 2.3.3. Gemeentelijk besluit educatiebedragen

	De gemeente waaraan een uitkering is verstrekt op grond van de Wet
participatiebudget waaruit een bedrag moet worden besteed bij regionale
opleidingencentra als bedoeld in artikel 14 van de Wet
participatiebudget, besluit jaarlijks voor 1 november tot een bij
algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip ten behoeve van het
daaropvolgende kalenderjaar, welk deel van die uitkering zal worden
bestemd voor educatieve activiteiten, onderscheiden naar de opleidingen,
bedoeld in artikel 7.3.1, en in voorkomende gevallen naar doelgroepen.

C

	Artikel 8.1.1, zesde lid, tweede volzin, komt te luiden:

	De toelating tot de opleidingen educatie, bedoeld in artikel 7.3.1,
eerste lid, onderdelen c en d, staat tot een bij algemene maatregel van
bestuur te bepalen tijdstip niet open voor volwassenen die:

	a. inburgeringsplichtig zijn in de zin van artikel 1, aanhef en onder
b, van de Wet inburgering,

	b. behoren tot de categorie personen voor wie bij regeling van Onze
Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie per 1 januari 2007 een
voorziening in het kader van inburgering is getroffen en die niet in het
kader van die regeling het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 13 van
de Wet inburgering, hebben afgelegd, of

	c vrijwillige inburgeraar zijn in de zin van artikel 1, eerste lid,
onderdeel r, van de Wet inburgering en die niet het inburgeringsexamen,
bedoeld in artikel 13 van de Wet inburgering, hebben afgelegd.

ARTIKEL III. SAMENLOOP

	Indien het bij koninklijke boodschap van 24 november 2008 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet inburgering (vrijwillige
inburgering, persoonlijk inburgeringsbudget en harmoniseren
handhavingstermijnen) (31 791) tot wet is of wordt verheven, en later in
werking treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking
treedt als deze wet, vervalt artikel III van die wet.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2010, en werkt wat
betreft artikel I, onderdeel C, onder 3, terug tot en met 15 september
2009.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

 PAGE    

 PAGE   4