[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

30826 Voorstel van wet van de leden Van Velzen en Waalkens houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

Voorstel van wet van de leden Van Velzen en Waalkens houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

Eindtekst

Nummer: 2010D10518, datum: 2009-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2007Z02036:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer. Zij heeft 

de leden Van Velzen en Waalkens 

opgedragen het voorstel in die 

Kamer te verdedigen. 

De Voorzitter,

30 juni 2009



Voorstel van wet van de leden Van Velzen en Waalkens houdende een verbod
op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) PRIVATE  



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 



Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het

houden, doden of doen doden van pelsdieren te verbieden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:

Artikel 1 

In deze wet wordt verstaan onder:

	a. huisvestingsplaats: leefruimte dienende tot het houden van nertsen,
bestaande uit één of meer compartimenten en voorzien van één of meer
verrijkingsobjecten, met daaraan gekoppelde nestboxen, en die ten minste
voldoet aan de eisen gesteld in de Verordening welzijnsnormen nertsen
(PPE) 2003, zoals deze luidde op 17 januari 2008;

b. nerts: dier behorend tot de diersoort Mustela vison; 

c. nertsenhouderij: bedrijf of een gedeelte daarvan, als bedoeld in
artikel 1, onderdeel i,

van de Meststoffenwet, dienende tot het houden van nertsen, zulks
beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden;

d. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit; 

e.  pelsdier: dier dat gehouden wordt uitsluitend of in hoofdzaak ter
verkrijging van de pels.

Artikel 2 

Het houden, doden of doen doden van een pelsdier is verboden.

Artikel 3 

1. Degene die vanaf 17 januari 2008 ononderbroken nertsen als pelsdier
houdt, doet daarvan melding aan Onze Minister binnen vier weken na
inwerkingtreding van deze wet, onder opgave van:

a. het aantal nertsen dat hij volgens zijn vergunning, als bedoeld in
artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, mag houden; 

b. het aantal huisvestingsplaatsen, onderscheiden naar het aantal
huisvestingsplaatsen voor reuen, voedsters en jonge dieren, dat op 17
januari 2008 in de nertsenhouderij beschikbaar was;

c. het aantal nertsen dat op het tijdstip van melding door hem wordt
gehouden, onderscheiden naar de aantallen reuen, voedsters en de daarbij
behorende jonge dieren;

d. de plaats of plaatsen waar de nertsen op 17 januari 2008 werden
gehouden; en

e. de plaats of plaatsen waar de nertsen op het tijdstip van melding
worden gehouden.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op degene die op 17
januari 2008 geen nertsen als pelsdieren hield, maar die ten behoeve van
het houden van nertsen als pelsdieren op 17 januari 2008 beschikte over
een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer
alsmede over huisvestingsplaatsen.

3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op degene die
nertsen als pelsdieren houdt, maar die op 17 januari 2008 geen nertsen
als pelsdieren hield en voor de inwerkingtreding van deze wet de
nertsenhouderij heeft verkregen in verband met bijzondere omstandigheden
van de overdrager.

4. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op degene die
nertsen als pelsdieren houdt, maar die op 17 januari 2008 geen nertsen
als pelsdieren hield en na de inwerkingtreding van deze wet de
nertsenhouderij heeft verkregen in verband met bijzondere omstandigheden
van de overdrager, met dien verstande dat de melding binnen vier weken
na de overdracht van de nertsenhouderij plaatsvindt.

	5. Onder bijzondere omstandigheden als bedoeld in het derde en vierde
lid wordt verstaan de omstandigheid dat de nertsenhouder groot
financieel nadeel lijdt doordat:

	a. hij door plotselinge arbeidsongeschiktheid niet langer in staat is
het houden van nertsen voort te zetten;

	b. de nertsenhouderij deel uitmaakt van een te verdelen gemeenschap en
de nertsenhouderij als vermogensbestanddeel te gelde moet worden gemaakt
om de gemeenschap te kunnen verdelen; of

	c. hij wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar de
nertsenhouderij niet wil of kan voortzetten.

Artikel 4 

Artikel 2 is niet van toepassing op degene, bedoeld in artikel 3, eerste
tot en met vierde lid, tot het tijdstip waarop 10 jaar zijn verstreken
na 17 januari 2008, en indien hij:

	a. aan de meldingsplicht van artikel 3 heeft voldaan;

	b. de nertsen houdt in een huisvestingsplaats;

	c. op enig moment niet meer nertsen houdt dan het aantal nertsen
waarvoor hij een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet
milieubeheer heeft;

	d.  op enig moment niet meer nertsen houdt dan het aantal
huisvestingsplaatsen dat ten behoeve van het houden van die soort
nertsen op 17 januari 2008 in de nertsenhouderij beschikbaar was, en

	e. de nertsen houdt op dezelfde plaats als waarop nertsen werden
gehouden op het tijdstip van melding, dan wel op een andere plaats, mits
op de oude plaats niet langer sprake is van een nertsenhouderij en van
deze verplaatsing melding is gedaan aan Onze Minister.

Artikel 5 

1. Met het toezicht op de naleving van de artikelen 2, 3, eerste tot en
met vierde lid, en 4 zijn belast de bij besluit van Onze Minister
aangewezen ambtenaren.

2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 6 

   	Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de melding en
de bijzondere omstandigheden als bedoeld in de artikelen 3 en 4.  

		

Artikel 7 

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende
beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel 8 

In artikel 1, onder 4˚, van de Wet op de economische delicten wordt in
de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Wet verbod pelsdierhouderij,
de artikelen 2, 3, eerste tot en met vierde lid, en 4.

Artikel 9 

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10 

Deze wet wordt aangehaald als: Wet verbod pelsdierhouderij. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

 PAGE    

 PAGE   4