[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31838 (R 1874) Goedkeuring van het op 28 januari 2003 te Straatsburg totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen (Trb. 2003, 60 en Trb. 2005, 46)

Goedkeuring van het op 28 januari 2003 te Straatsburg totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen (Trb. 2003, 60 en Trb. 2005, 46)

Eindtekst

Nummer: 2010D10922, datum: 2010-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z00754:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

18 februari 2010



Goedkeuring van het op 28 januari 2003 te Straatsburg totstandgekomen
Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare
feiten verbonden met elektronische netwerken, betreffende de
strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische aard
verricht via computersystemen (Trb. 2003, 60 en Trb. 2005, 46)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN RIJKSWET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 28 januari 2003 te
Straatsburg totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake
de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische
netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen van
racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen ingevolge
artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de
Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden
gebonden;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en
met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

	Het op 28 januari 2003 te Straatsburg totstandgekomen Aanvullend
Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten
verbonden met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling
van handelingen van racistische en xenofobische aard verricht via
computersystemen, waarvan de Engelse tekst is geplaatst in Tractatenblad
2003, 60, en de vertaling in het Nederlands is geplaatst in
Tractatenblad 2005, 46, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2

	Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in
artikel 1 genoemde Protocol voor het gehele Koninkrijk het volgende
voorbehoud wordt gemaakt: 

	Aan de in artikel 6, eerste lid, van het Protocol neergelegde
verplichting tot strafbaarstelling van de ontkenning, grove
bagatellisering, goedkeuring of rechtvaardiging van genocide en misdaden
tegen de menselijkheid wordt gevolg gegeven voor zover die gedragingen
aanzetten tot haat, discriminatie of geweld wegens ras of godsdienst.

Artikel 3

	Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, het Publicatieblad van de
Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren
wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 PAGE    

 PAGE   2