Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2010 

Elke vijf jaar vindt er een Toetsingsconferentie van het
Non-Proliferatie Verdrag (NPV) plaats. Tijdens deze bijeenkomst wordt de
werking van het verdrag getoetst en wordt beoordeeld in hoeverre de
doelstellingen van het verdrag worden behaald en op welke wijze dat
eventueel kan worden verbeterd.

De vorige NPV Toetsingsconferentie, in 2005, is zoals bekend zonder
algemeen aanvaarde conclusies of een verklaring van de voorzitter
beëindigd. Om de rol van het NPV als hoeksteen van het mondiale
non-proliferatieregime te behouden en te versterken, is het van groot
belang dat de Toetsingsconferentie in 2010 resultaten behaalt. Met dat
doel voor ogen zet de regering in op een gebalanceerde benadering van de
drie pijlers van het NPV; non-proliferatie, vreedzaam gebruik van
kernenergie en nucleaire ontwapening. Voor de Toetsingsconferentie zal
ik de Kamer een notitie sturen waarin de Nederlandse inzet uiteen wordt
gezet.

Conform mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg inzake
non-proliferatie en nucleaire wapens van 10 september 2009, nodig ik in
totaal drie tot vier parlementariërs uit om in de koninkrijksdelegatie
deel te nemen aan (een deel van) de NPV Toetsingsconferentie 2010 van 3
tot en met 28 mei 2010 in New York. De kosten voor deelname zal de Kamer
zelf moeten dragen.

Overigens is de deelname van kamerleden in NPV-delegaties geen algemeen
gebruik. Slechts enkele landen nemen parlementariers op in hun
delegatie. Deelnemende Nederlandse kamerleden zullen als ‘special
advisor’ aan de delegatie worden toegevoegd, hetgeen inhoudt dat zij
wel de plenaire zittingen van de Toetsingsconferentie kunnen bijwonen,
maar niet overleg in besloten zitting.

Ik nodig u uit om in samenspraak met de Voorzitter van de Eerste Kamer
te bepalen welke Kamerleden deel zullen uitmaken van de delegatie. In
verband met de tijdige voorbereiding en aanmelding van de delegatie
ontvang ik uw reactie graag voor 22 maart 2010. 

Een vergelijkbare uitnodigingsbrief zond ik aan de Voorzitter van de
Eerste Kamer.

De minister van Buitenlandse Zaken, 

M.J.M. Verhagen