[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Samenvatting Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel

Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel

Bijlage

Nummer: 2010D12940, datum: 2010-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z21027:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Samenvatting (bron NJB)

Accreditatie HO en WO 

Wetsvoorstel (10-11-2009) tot wijziging van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van
het accreditatiestelsel.

Dit wetsvoorstel beoogd het accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs
te wijzigen. Uit evaluaties blijkt dat de kwaliteit van het Nederlands
hoger onderwijs aan hoge standaarden voldoet. Er is veel vertrouwen in
het systeem, in binnen- en buitenland. Maar er is ook kritiek op het
systeem van kwaliteitsborging: het is te bureaucratisch ingericht met te
weinig aandacht voor de inhoud. Ook in het nieuwe stelsel is de NVAO het
accreditatieorgaan; de accreditatie geldt in principe voor 6 jaar en
elke opleiding moet worden geaccrediteerd. Belangrijk verschil met het
huidige accreditatiestelsel is dat door de invoering van de
instellingstoets kwaliteitszorg een nieuw, beperkt regime voor
accreditatie van opleidingen wordt geïntroduceerd, naast de in het
huidig stelsel gebruikelijke wijze van beoordeling (uitgebreid regime).
Om in het beperkte regime te komen vraagt de instelling een
instellingstoets kwaliteitszorg aan. Doel van de instellingstoets
kwaliteitszorg is om vast te stellen of de instelling haar interne
kwaliteitsborging op orde heeft en er een goede kwaliteitscultuur
bestaat. Na een positieve instellingstoets komt de accreditatie van alle
opleidingen van de instelling in het beperkte regime. De instelling
heeft bewezen dat het de kwaliteit van de eigen opleidingen kan
waarborgen en daarom kan de accreditatie van de afzonderlijke
opleidingen volgens een beperkter, minder belastend regime worden
verleend, waarbij wordt gefocust op inhoud en kwaliteit van het
onderwijs van de opleiding. In dit regime geldt ook voor de toets nieuwe
opleiding een beperkt toetsingskader. Het uitgebreide regime is van
toepassing als de instelling geen instellingstoets kwaliteitszorg heeft
aangevraagd of als de instelling niet positief beoordeeld is. In deze
situatie heeft de NVAO geen zicht op c.q. een negatief oordeel gegeven
over de kwaliteitszorg van de instelling en is niet gewaarborgd dat er
binnen de instelling een goede kwaliteitscultuur bestaat. De opleidingen
worden dan volgens het uitgebreide regime geaccrediteerd. Er verandert
bij deze opleidingsaccreditaties relatief weinig vergeleken met de oude
situatie. De rechtsgevolgen verbonden aan accreditatie zijn dezelfde als
in de huidige wet, zowel in het geval dat het accreditatiebesluit tot
stand is gekomen volgens het beperkte regime als in het geval van het
uitgebreide regime. De NVAO verleent de accreditatie voor een periode
van zes jaar. Bij een negatief oordeel bepaalt de NVAO of een
herstelperiode mogelijk is. Indien geen herstelperiode wordt toegekend
vervallen de accreditatie en de daaraan verbonden rechten. De
rechtsgevolgen na verlies van de accreditatie blijven ongewijzigd. Zo
mogen zittende studenten - als deze hun opleiding niet aan een andere
instelling kunnen vervolgen - alsnog hun opleiding afronden met een
wettelijke graad. Als de accreditatie is vervallen, is de opleiding in
afbouw. Indien de instelling de intentie heeft om de opleiding, die zijn
accreditatie heeft verloren, weer op te starten, moet een toets nieuwe
opleiding worden aangevraagd. Dit is echter pas mogelijk na drie jaar.