[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32337 NR Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met de verruiming van de mogelijkheid onvrijwillige geneeskundige behandeling te verrichten

Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met de verruiming van de mogelijkheid onvrijwillige geneeskundige behandeling te verrichten

Nader rapport

Nummer: 2010D12963, datum: 2010-03-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z04506:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

4 maart 2010

Onderwerp

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire
beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in
verband met de verruiming van de mogelijkheid onvrijwillige
geneeskundige behandeling te verrichten.



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 7 augustus
2009, nr. 09.002114, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 6 november 2009, nr. W03.09.0314/II
bied ik U hierbij aan.

1. Samenhang met andere wetsvoorstellen  

Het advies van de Raad van State aan te sluiten bij het wetsvoorstel Wet
verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), alsmede bij het
wetsvoorstel Wet forensische zorg (Wfz) wordt meegenomen in
wijzigingsbepalingen in genoemde wetsvoorstellen. Deze
wijzigingsbepalingen passen het onderhavige wetsvoorstel aan in de door
de Raad beoogde zin. Voor deze aanpak is gekozen, omdat tijdens de
parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wvggz onderscheidenlijk
het wetsvoorstel Wfz mogelijk wijzigingen worden aangebracht, die ook
meegenomen dienen te worden in het onderhavige wetsvoorstel. Door de
aansluiting bij het wetsvoorstel Wvggz en het wetsvoorstel Wfz, in deze
wetsvoorstellen zelf te regelen (in zogenaamde “indien-bepalingen”),
kunnen eventuele wijzigingen die tijdens de parlementaire behandeling
worden aangebracht en die meegenomen moeten worden in het onderhavige
wetsvoorstel, direct worden meegenomen. Als gevolg van deze aanpak,
sluit het onderhavige wetsvoorstel derhalve alleen aan bij de vigerende
wetgeving.

2. Dwangbehandeling in een penitentiaire inrichting of jeugdinrichting

a. Ultimum remedium

De Raad meent dat in het voorliggende wetsvoorstel onvoldoende tot
uitdrukking komt dat dwangbehandeling het karakter heeft van een ultimum
remedium. Naar aanleiding daarvan zijn de artikelen 16b Bvt, 46d Pbw,
51d Bjj en de daarbij behorende toelichtingen (paragraaf 5a en de
artikelsgewijze toelichting in paragraaf 8) aangepast, teneinde dit zo
helder mogelijk tot uitdrukking te laten komen. 

Daarnaast is de Raad, onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis bij
artikel 38a van de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen
(Wet bopz), van oordeel dat het aannemelijkheidscriterium
(“aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat de stoornis
van de geestvermogens betrokkene doet veroorzaken niet binnen een
redelijke termijn kan worden weggenomen”) alleen mag worden toegepast
indien aannemelijk is dat de patiënt zonder de behandeling geen
uitzicht heeft op beëindiging van de gedwongen opneming of dat de
opneming aanmerkelijk langer zal duren. De Raad meent dat bij
gedetineerden dit criterium niet mag worden toegepast, omdat zij niet
opgenomen zijn vanwege een stoornis, maar om andere redenen van hun
vrijheid zijn beroofd. Anders dan de Raad meen ik dat uit de
wetsgeschiedenis van de Wet bopz niet kan worden afgeleid dat ten
aanzien van gedetineerden en jeugdigen het aannemelijkheidscriterium
niet zou kunnen worden toegepast. Wel heb ik in het advies van de Raad
van State aanleiding gezien de memorie van toelichting  aan te vullen
met een nadere onderbouwing van de toepassing van het
aannemelijkheidscriterium ten aanzien van gedetineerden en jeugdigen.
Hiertoe is paragraaf 5a aangepast.

  

b. Voorafgaande rechterlijke toetsing

Het advies van de Raad om in navolging van het wetsvoorstel Wvggz, tot
een voorafgaande rechterlijke toetsing van een onvrijwillige
geneeskundige behandeling aan gedetineerden over te gaan, wordt niet
overgenomen. Naast het gegeven dat eventuele aanpassingen van het
onderhavige wetsvoorstel aan het wetsvoorstel Wvggz in laatstgenoemd
wetsvoorstel worden meegenomen, is in het onderhavige wetsvoorstel
aansluiting gezocht bij de systematiek in het penitentiaire recht. Dit
betekent dat is gekozen voor een rechterlijke toetsing achteraf, waarbij
schorsende werking kan worden verleend aan het bezwaar en beroep. De
memorie van toelichting is aangevuld met een passage waarin de gekozen
systematiek nader wordt toegelicht. Paragraaf 5a is hiertoe aangepast.  

c. Voorzieningen  

Het advies van de Raad van State in de toelichting aandacht te besteden
aan de mogelijkheden voor de behandeling binnen het gevangeniswezen,
alsmede aan de behandeling van kortgestraften in relatie tot de duur van
de straf, naar aanleiding van de bevindingen uit het deelonderzoek
Grensgebieden met de Wet Bopz, is  overgenomen. Deze passage is
opgenomen in paragraaf 5c. 

3. Dwangmedicatie

Terecht signaleert de Raad dat - anders dan in het wetsvoorstel - in de
memorie van toelichting uitsluitend wordt gesproken van
“dwangmedicatie” in plaats van “dwangbehandeling”, waardoor de
suggestie wordt gewekt, dat het wetsvoorstel uitsluitend ziet op deze
vorm van dwangbehandeling. Om deze reden adviseert de Raad het
wetsvoorstel tot “dwangmedicatie” te beperken. Nu niet is beoogd het
wetsvoorstel tot deze vorm van dwangbehandeling te beperken, is de
memorie van toelichting aangevuld met een passage, waarin tot
uitdrukking wordt gebracht dat onder dwangbehandeling alle noodzakelijke
zorg wordt verstaan, waarbij dezelfde middelen kunnen worden ingezet als
binnen de reguliere geestelijke gezondheidszorg. Hiertoe is paragraaf 1
aangepast.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Datum

4 maart 2010

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2  



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

Sector straf-en sanctierecht

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Contactpersoon

S.H. Gooren/ M.E. Damave

Wetgevingsjurist/

Coördinerend Raadadviseur

T	070 370 3178/ 

T  070 370 6986

Ons kenmerk

5643884/10/6

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2  " " "  Pagina 1 van 2   



Aan de Koningin