[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32226 Regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement

Regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement

Eindtekst

Nummer: 2010D17979, datum: 2010-04-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z22889:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

6 april 2010



Regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het
Europees Parlement



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Europese Raad heeft
bepaald dat aan Nederland tijdens de huidige zittingsperiode van het
Europees Parlement een extra zetel in het Europees Parlement wordt
toegewezen en dat voor deze toewijzing een eenmalige wettelijke
voorziening noodzakelijk is;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

	1. Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het
Europees Parlement stelt in aanvulling op de vaststelling van de uitslag
van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op 4 juni 2009
vast aan welke lijst de extra zetel voor Nederland in het Europees
Parlement toevalt. Deze vaststelling omvat mede de benoemdverklaring van
een kandidaat op deze zetel. De artikelen P 20, P 22, eerste en tweede
lid, P 23 en P 24 van de Kieswet zijn van overeenkomstige toepassing,
met dien verstande dat de openbare zitting van het centraal stembureau
binnen twee weken na de inwerkingtreding van deze wet plaatsvindt.

	2. De extra zetel valt toe aan de lijst die, na toewijzing van de
laatst toegewezen restzetel bij de vaststelling van de uitslag van de
verkiezing van de leden van het Europees Parlement op 4 juni 2009, bij
voortgezette toepassing van de artikelen P 7, P 10 tot en met P 19a en Y
23a van de Kieswet als eerste in aanmerking komt voor de toewijzing van
een restzetel, uitgaande van de kiesdeler die op basis van de uitslag
van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op 4 juni 2009
is vastgesteld.

	3. Tot lid van het Europees Parlement wordt benoemd verklaard de
daarvoor in aanmerking komende kandidaat die in de volgorde, bedoeld in
artikel P 19 van de Kieswet, het hoogst is geplaatst op de lijst,
bedoeld in het tweede lid. Artikel W 2 van de Kieswet is van
overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat alleen die
verklaringen als bedoeld in artikel W 2, eerste lid, onder f, van de
Kieswet in aanmerking worden genomen, die door de voorzitter van het
centraal stembureau zijn ontvangen voor of binnen een week na de
inwerkingtreding van deze wet.

	4. Voor de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt het model
gebruikt dat in de bijlage bij deze wet is opgenomen.

	5. Artikel 8:4, onderdeel g, van de Algemene wet bestuursrecht is mede
van toepassing op de vaststelling, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2

	De artikelen Y 25 en Y 26 van de Kieswet zijn van toepassing, met dien
verstande dat:

	a. de benoeming, bedoeld in artikel 1, bij de toepassing van de
artikelen V 1 en V 3 tot en met V 10 van de Kieswet wordt aangemerkt als
een benoeming in een opengevallen plaats als bedoeld in artikel W 1 van
de Kieswet; en

	b. bij het onderzoek van de geloofsbrieven, bedoeld in artikel V 4 van
de Kieswet, de vaststelling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, kan
worden betrokken.

Artikel 3

	In afwijking van artikel Y 5 van de Kieswet vangt het lidmaatschap van
het op grond van artikel 1 benoemde lid van het Europees Parlement aan
met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen datum en eindigt
het lidmaatschap op het tijdstip waarop de zittingsperiode eindigt van
de leden van het Europees Parlement die op 4 juni 2009 zijn gekozen.

Artikel 4

	1. De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de
leden van het Europees Parlement wijst de kandidaat die op grond van
artikel 1 in aanmerking komt voor benoeming tot lid van het Europees
Parlement aan als waarnemer in de zin van artikel 11, vierde lid, van
het Reglement van het Europees Parlement. Artikel 8:4, onderdeel g, van
de Algemene wet bestuursrecht is mede van toepassing op deze aanwijzing.

	2. Hoofdstuk W van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing op de
opvolging van de ingevolge het eerste lid aangewezen waarnemer.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld
betreffende het waarnemerschap.

Artikel 5

	1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	2. Deze wet vervalt met ingang van 1 september 2014.

	

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

BIJLAGE

Model voor een proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau
voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement tot het
vaststellen aan welke lijst de extra zetel voor Nederland in het
Europees Parlement toevalt en aan welke kandidaat deze zetel wordt
toegewezen

Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europees
Parlement heeft overeenkomstig artikel 1 van de Wet houdende regeling
van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees
Parlement op ......, om ...... uur, in de daarvoor aangewezen ruimte
zitting gehouden.

Het centraal stembureau heeft op deze zitting als volgt vastgesteld en
bekendgemaakt aan welke lijst de extra zetel voor Nederland in het
Europees Parlement toevalt en besloten aan welke kandidaat deze zetel
wordt toegewezen:

Overzicht van de op 11 juni 2009 aan de lijsten c.q. lijstencombinaties
toegewezen volle zetels en restzetels

Het centraal stembureau heeft geconstateerd dat aan de volgende lijsten
c.q. lijstencombinaties op 11 juni 2009 volle zetels en restzetels zijn
toegewezen:

Lijstencombinatie, lijst

	Toegewezen volle zetels	Toegewezen restzetels









 

Overzicht van de gemiddelden per lijst c.q. lijstencombinaties na
toewijzing van de laatst toegewezen restzetel bij de vaststelling van de
verkiezingsuitslag op 11 juni 2009

Vervolgens heeft het centraal stembureau vastgesteld dat de gemiddelden
per lijst c.q. lijstencombinatie na toewijzing van de laatst toegewezen
restzetel bij de vaststelling van de verkiezingsuitslag op 11 juni 2009
bedragen:

Lijstencombinatie, lijst

	Gemiddelden per lijstcombinatie c.q. lijst





	

Toewijzing van de extra zetel in het Europees Parlement aan een lijst
c.q. lijstencombinatie door middel van voortgezette toepassing van
artikel P 7 en volgende van de Kieswet

De extra zetel wordt toegewezen aan de volgende lijst c.q.
lijstencombinatie: .............................................

Indien aan de orde: toewijzing van de zetel binnen een lijstencombinatie
op grond van de voortgezette toepassing van artikel P 11 van de Kieswet

Indien de extra zetel is toegewezen aan een lijstencombinatie, wordt de
zetel binnen deze lijstencombinatie toegewezen aan de volgende lijst: 

.............................................

Benoeming van een kandidaat op deze lijst 

Ingevolge artikel 1, derde lid, laatste volzin, van de Wet houdende
regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het
Europees Parlement, wordt (worden) de volgende kandidaat (kandidaten)
buiten beschouwing gelaten op grond van de daarbij vermelde
omstandigheden:

.............................................

.............................................

Gelet op artikel 1 van de Wet houdende regeling van de toewijzing van
een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement komt voor
benoeming in aanmerking .............................................,
wonende te .............................................;

Het centraal stembureau verklaart dientengevolge

............................................., wonende te
............................................., 

benoemd tot lid van het Europees Parlement.

Door de in de zittingsruimte aanwezige kiezers zijn

O	geen bezwaren ingebracht.

O	de volgende bezwaren ingebracht:

......

......

Deze bezwaren geven het stembureau aanleiding het volgende op te merken:

......

......

Plaats: ......

 

Datum: ......

   

......, Voorzitter

......

......

......  Leden

......

......

......

 PAGE    

 PAGE   5