[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32179 (R 1899) Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten

Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten

Eindtekst

Nummer: 2010D19702, datum: 2010-04-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z19284:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

15 april 2010



Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten



	VOORSTEL VAN RIJKSWET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, in
verband met het verkrijgen van de hoedanigheid van land in het
Koninkrijk door Sint Maarten, uitvoering te geven aan het bepaalde in
artikel 2, tweede en derde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en
met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Eerste afdeling Benoeming en ontslag van de Gouverneur

Artikel 1

	1. De Gouverneur is vertegenwoordiger van de Koning in diens
hoedanigheid van hoofd van de regering van Sint Maarten. Hij is tevens
vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

	2. De Gouverneur wordt bij koninklijk besluit voor de tijd van zes
jaren benoemd. Bij het verstrijken van deze termijn kan hij eenmaal
worden herbenoemd voor de tijd van ten hoogste zes jaren.

	3. De Gouverneur kan te allen tijde bij koninklijk besluit worden
ontslagen.

	4. Bij algemene maatregel van rijksbestuur wordt zijn materiƫle
positie geregeld.

	5. Het pensioen van de Gouverneur en zijn nagelaten betrekkingen wordt
bij rijkswet geregeld.

	6. Alle uitgaven, verband houdende met de uitoefening van het ambt van
Gouverneur, komen ten laste van het land Nederland, behoudens de
verrekening bedoeld in artikel 35 van het Statuut voor het Koninkrijk.

Artikel 2

	De Gouverneur legt in handen van de Koning of van degene, door de
Koning hiertoe aangewezen, de eed (verklaring en belofte) af:

	"Ik zweer (verklaar), dat ik, middellijk noch onmiddellijk, onder welke
naam of wat voorwendsel ook, in verband met het verkrijgen van mijn
benoeming tot Gouverneur aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven
of beloofd, noch zal geven.

	Ik zweer (beloof), dat ik om iets hoegenaamd in dit ambt te doen of te
laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal,
middellijk of onmiddellijk.

	Ik zweer (beloof), trouw aan de Koning en aan het Statuut voor het
Koninkrijk; dat ik het welzijn van Sint Maarten naar mijn vermogen
bevorderen zal; dat ik de Staatsregeling van Sint Maarten en het
Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten steeds zal onderhouden en
doen onderhouden en dat ik mij in alles zal gedragen, zoals een goed
Gouverneur betaamt.

	Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" ("Dat verklaar en beloof ik").

Artikel 3

	De Gouverneur aanvaardt zijn ambt door overlegging in een plechtige
vergadering van de Staten van een afschrift van het koninklijk besluit
houdende zijn benoeming en van het procesverbaal van zijn eedaflegging,
en brengt de aanvaarding van zijn ambt bij proclamatie ter kennis van de
ingezetenen.

Artikel 4

	Onverminderd hetgeen elders in dit reglement is bepaald, is de
Gouverneur verplicht zijn ambt te blijven uitoefenen totdat zijn
opvolger het ambt heeft aanvaard, tenzij de uitoefening van zijn ambt
eindigt op een eerder tijdstip ingevolge Koninklijke opdracht of
toestemming.

Artikel 5

	De Gouverneur mag zonder verlof van Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties Sint Maarten niet verlaten.

Artikel 6

	1. De Gouverneur mag rechtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in,
noch borg zijn voor enige onderneming, ten grondslag hebbende een
overeenkomst om winst of voordeel aangegaan met Nederland, Aruba,
CuraƧao of Sint Maarten.

	2. Hij mag, behalve openbare schuldbrieven, geen schuldvorderingen ten
laste van een van de landen van het Koninkrijk bezitten.

	3. Hij mag rechtstreeks noch zijdelings deel hebben in enige concessie
in een van de landen van het Koninkrijk, noch in enige onderneming van
welke aard ook, in het Koninkrijk gevestigd of in het Koninkrijk haar
bedrijf uitoefenende.

	4. Hij mag geen bestuurder, commissaris, adviseur of werknemer zijn van
enige onderneming van welke aard ook.

	5. Het bij het eerste en derde lid bepaalde blijft op hem van
toepassing gedurende Ć©Ć©n jaar na zijn aftreden.

	6. Het bij het vierde lid bepaalde blijft op hem van toepassing
gedurende Ć©Ć©n jaar na zijn aftreden voor zover het een onderneming
betreft die in het Koninkrijk is gevestigd of in het Koninkrijk haar
bedrijf uitoefent.

	7. Indien een verbod als bedoeld in het vijfde en zesde lid ten aanzien
van een gewezen Gouverneur kennelijk onredelijk is te achten, kan bij
koninklijk besluit daarvan ontheffing worden verleend.

Artikel 7

	1. Bloed- of aanverwantschap tot en met de tweede graad of huwelijk mag
niet bestaan tussen de Gouverneur enerzijds en de vice-voorzitter, de
overige leden of buitengewone leden van de Raad van Advies, een minister
of de Gevolmachtigde Minister anderzijds.

	2. Hij, die na zijn benoeming komt te verkeren in een van de gevallen,
genoemd in het eerste lid, behoudt zijn ambt niet dan met bij koninklijk
besluit verleende toestemming.

	3. De aanverwantschap houdt op door ontbinding of nietigverklaring van
het huwelijk, waardoor zij ontstaan is.

Artikel 8

	1. Wanneer er vermoeden bestaat, dat de Gouverneur lijdt aan een
zodanige ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat hij niet in staat
moet worden geacht het ambt naar behoren uit te oefenen, belegt de
voorzitter van de raad van ministers uit eigen beweging of op verzoek
van twee leden een vergadering van die raad, ten einde de gegrondheid
van het vermoeden te onderzoeken.

	2. De raad van ministers, oordelende dat daartoe termen bestaan,
beveelt het instellen van een geneeskundig onderzoek aan een commissie,
tezamen gesteld uit drie geneeskundigen waaronder ten minste Ć©Ć©n
geneeskundige, gespecialiseerd in de psychiatrie dan wel in de zenuw- en
zielsziekten.

	3. Deze commissie is bevoegd de gewone geneesheer van de Gouverneur in
haar midden te roepen en dient de raad van ministers van bericht.

	4. Van het in de raad van ministers verhandelde worden nauwkeurige
processen-verbaal in dubbel opgemaakt en door de voorzitter, de leden en
de secretaris ondertekend.

	5. Als de raad, na de Raad van Advies te hebben gehoord, oordeelt, dat
het bericht van de commissie het bestaande vermoeden bevestigt, wordt
onverwijld een van de dubbelen van de processen-verbaal gezonden aan de
Koning en belegt de voorzitter van de raad van ministers een vergadering
van de Staten.

	6. De vergadering wordt gehouden met gesloten deuren. De vergadering
verklaart, na de personen, die inlichtingen geven kunnen, onder ede
gehoord te hebben, en bij volstrekte meerderheid van stemmen van de
aanwezige leden, of er termen bestaan de Gouverneur niet in staat te
achten zijn ambt naar behoren uit te oefenen.

	7. De verklaring, dat zodanige termen bestaan, ontheft, zolang zij
niet, na gelijk onderzoek, op gelijke wijze is ingetrokken en in
afwachting van een bij koninklijk besluit te nemen beschikking, de
Gouverneur van de uitoefening van zijn ambt.

	8. Van het in de Staten verhandelde wordt een nauwkeurig proces-verbaal
in dubbel opgemaakt en door al de leden en de griffier ondertekend.

	9. Een van de dubbelen wordt onverwijld gezonden aan de Koning.

	10. Wanneer de Gouverneur door een plotselinge ziektetoestand anders
dan bedoeld in het eerste lid niet in staat is om zijn ambt uit te
oefenen en om de uitoefening hiervan overeenkomstig artikel 13, derde
lid, tijdelijk aan de aldaar bedoelde persoon over te dragen, worden de
in dit artikel opgenomen bepalingen eveneens toegepast, met dien
verstande echter, dat de Gouverneur, nadat hij voldoende hersteld is, de
uitoefening van zijn ambt hervat.

Artikel 9

	1. De Gouverneur kan, zolang hij zijn ambt bekleedt, niet voor de
strafrechter in Aruba, CuraƧao of Sint Maarten worden gedagvaard, noch
aldaar in burgerlijke gijzeling gebracht, noch zonder koninklijke
toestemming als getuige in een rechtsgeding geroepen worden.

	2. Hij kan, ook na zijn ontslag, wegens feiten, tijdens zijn
ambtsperiode gepleegd, in Aruba, CuraƧao of Sint Maarten niet tot straf
vervolgd worden.

Artikel 10

	De Gouverneur staat wegens ambtsmisdrijven in zijn betrekking gepleegd,
ook na zijn aftreden terecht voor de Hoge Raad der Nederlanden. De
opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een
besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 11

	1. De Gouverneur staat in Nederland, behalve wegens ambtsmisdrijven,
terecht voor de rechter, die volgens de aldaar geldende wetten bevoegd
zou zijn geweest, naar gelang van de tegen het feit bedreigde straffen,
daarvan kennis te nemen, ware het gepleegd in de gemeente in welke de
zetel van de regering van het Koninkrijk gevestigd is.

	2. De straf tegen het feit bedreigd, is die welke daartegen bedreigd
wordt bij het strafrecht van de plaats, waar het feit is begaan.

Artikel 12

	Indien tegen de Gouverneur, hetzij in het geval voorzien in artikel 10,
hetzij ter zake van andere strafbare feiten, een vervolging in Nederland
wordt ingesteld, draagt hij de uitoefening van zijn ambt over aan
degene, die bij koninklijk besluit is aangewezen om tijdelijk het ambt
van Gouverneur uit te oefenen.

Artikel 13

	1. Wanneer de Gouverneur overeenkomstig artikel 8 tijdelijk van de
uitoefening van zijn ambt is ontheven, of wanneer hij niet in staat is
om het uit te oefenen, treedt als waarnemende Gouverneur op de persoon,
bij koninklijk besluit daartoe aangewezen.

	2. Hetzelfde geschiedt wanneer de Gouverneur overlijdt of de
uitoefening van zijn ambt tussentijds beƫindigt en zijn opvolger nog
niet is benoemd of nog niet kan optreden.

	3. Wanneer ziekte van de Gouverneur anders dan bedoeld in artikel 8,
eerste lid, een voorziening noodzakelijk maakt, onderscheidenlijk
wanneer hij verlof verkrijgt, draagt de Gouverneur de uitoefening van
zijn ambt tijdelijk over aan de persoon, bedoeld in het eerste lid.

	4. Telkenmale wanneer de waarnemende Gouverneur als zodanig optreedt in
de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, doet hij hiervan
mededeling aan de Staten en brengt hij dit bij proclamatie ter kennis
van de ingezetenen.

	5. De mededeling, onderscheidenlijk de proclamatie, bedoeld in het
vierde lid, worden gedaan door de Gouverneur in de gevallen, genoemd in
het derde lid.

	6. Wanneer de Gouverneur in gevallen als bedoeld in het eerste en derde
lid, de uitoefening van zijn ambt hervat, doet hij hiervan mededeling
aan de Staten en brengt hij dit bij proclamatie ter kennis van de
ingezetenen.

Artikel 14

	1. Al wat in dit reglement en in de Staatsregeling van Sint Maarten is
bepaald omtrent de Gouverneur is van overeenkomstige toepassing op de
waarnemende Gouverneur, met uitzondering van de voorschriften in de
artikelen 3 en 7 van dit reglement, en met dien verstande, dat de
verbodsbepalingen van artikel 6 van dit reglement niet gelden voor het
deel dat de waarnemende Gouverneur in de daarbij bedoelde concessies en
ondernemingen had, alsmede voor door hem vervulde betrekkingen als
genoemd in het vierde lid bij de aldaar bedoelde ondernemingen, voor
zover verworven onderscheidenlijk aanvaard buiten de tijd dat hij als
waarnemende Gouverneur optreedt, en dat het vijfde en zesde lid van dat
artikel niet op hem van toepassing zijn.

	2. De waarnemende Gouverneur legt in een plechtige vergadering van de
Staten een afschrift over van het koninklijk besluit, bedoeld in artikel
13, eerste lid, en van het proces-verbaal van zijn eedaflegging.

Tweede afdeling De bevoegdheden van de Gouverneur als orgaan van het
Koninkrijk

Artikel 15

	1. De Gouverneur vertegenwoordigt de regering van het Koninkrijk en
waakt daarbij over het algemeen belang van het Koninkrijk overeenkomstig
de bepalingen van dit reglement en met inachtneming van de bij of
krachtens koninklijk besluit te geven aanwijzingen. Hij is
verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

	2. Indien de Gouverneur dan wel de Gouverneur van Aruba of CuraƧao het
gewenst acht, plegen zij onderling overleg omtrent aangelegenheden
waarbij het belang van het Koninkrijk is betrokken.

	3. Onze Minister-President of een andere minister van het Koninkrijk
kan overleg voeren met de Gouverneur, de Gouverneur van Aruba en de
Gouverneur van CuraƧao.

	4. Ten minste tweemaal per jaar vindt er een overleg plaats tussen de
Gouverneur, de Gouverneur van Aruba, de Gouverneur van CuraƧao en Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties omtrent
aangelegenheden waarbij het belang van het Koninkrijk is betrokken. Aan
dat overleg kunnen eveneens deelnemen Onze Ministers van het Koninkrijk
wie de te bespreken onderwerpen aangaan.

	5. Indien Onze Minister-President deelneemt aan een overleg als bedoeld
in het derde of vierde lid, zit hij de vergadering voor.

Artikel 16

	De Gouverneur zorgt voor de afkondiging van de hem daartoe vanwege de
Koning toegezonden rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur.
Hij draagt eveneens zorg voor de uitvoering van de rijkswetten en
algemene maatregelen van rijksbestuur en van de in Sint Maarten geldende
verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, tenzij deze
uitdrukkelijk aan een landsorgaan is opgedragen.

Artikel 17

	1. De Gouverneur kan om gewichtige redenen de hem bevolen afkondiging
of uitvoering van de in artikel 16 bedoelde rijkswetten en algemene
maatregelen van rijksbestuur opschorten en geeft hiervan terstond kennis
aan de regering van het Koninkrijk.

	2. Wanneer de afkondiging of uitvoering van een rijkswet door de
Gouverneur is opgeschort, wordt hiervan door de Koning ten spoedigste
mededeling gedaan aan de vertegenwoordigende lichamen van de landen.

	3. Indien de handeling van de Gouverneur niet de instemming van de
regering van het Koninkrijk verwerft, dan wordt de Gouverneur hiervan in
kennis gesteld. De afkondiging of uitvoering heeft daarna onverwijld
plaats.

Artikel 18

	1. De rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur worden
afgekondigd door plaatsing in het officiƫle publicatieblad, met
vermelding van de datum van uitgifte.

	2. Het formulier van afkondiging luidt:

	

	"In naam van de Koning!

	"De Gouverneur van Sint Maarten,

	"Vanwege de Koning de last ontvangen hebbende tot afkondiging van
onderstaande rijkswet (onderstaande algemene maatregel van
rijksbestuur):

	(Mededeling van de wettelijke regeling)

	"Heeft opneming daarvan in het officiƫle publicatieblad bevolen.

	Gedaan te , de ."

	(Ondertekening van de Gouverneur)

	3. Ingeval de uitoefening van het ambt van Gouverneur wordt
waargenomen, heeft voor zoveel nodig wijziging van dat formulier plaats.

Artikel 19

	De afgekondigde rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur treedt
in werking op het in of krachtens die regeling te bepalen tijdstip.

Artikel 20

	De Gouverneur houdt toezicht op de naleving van de rijkswetten en
algemene maatregelen van rijksbestuur en van de verdragen en besluiten
van volkenrechtelijke organisaties. Ter zake doet hij de nodige
voordrachten aan de regering van het Koninkrijk.

Artikel 21

	De Gouverneur stelt een landsverordening en een hem voorgedragen
landsbesluit niet vast, wanneer hij de verordening of het besluit in
strijd acht met het Statuut, een internationale regeling, een rijkswet
of een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel met belangen,
waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk
is. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de Koning als hoofd van de
regering van het Koninkrijk. Wanneer bij koninklijk besluit, de Raad van
State van het Koninkrijk gehoord, wordt beslist dat zodanige strijd niet
aanwezig is, stelt de Gouverneur de landsverordening of het landsbesluit
alsnog vast. Het koninklijk besluit, waarbij wordt beslist dat zodanige
strijd wel aanwezig is, wordt in het officiƫle publicatieblad bekend
gemaakt.

Artikel 22

	1. De Gouverneur zendt elke vastgestelde landsverordening en elk
vastgesteld landsbesluit, houdende algemene maatregelen, onverwijld aan
de Koning als hoofd van de regering van het Koninkrijk.

	2. Wetgevende en bestuurlijke maatregelen in Sint Maarten getroffen,
kunnen op grond van strijd met het Statuut, een internationale regeling,
een rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel met
belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het
Koninkrijk is, geheel of gedeeltelijk bij koninklijk besluit, de Raad
van State van het Koninkrijk gehoord, worden geschorst en vernietigd. De
voordracht tot vernietiging geschiedt door de raad van ministers van het
Koninkrijk.

	3. Het besluit tot schorsing of vernietiging wordt in het officiƫle
publicatieblad geplaatst.

	4. De schorsing stuit onmiddellijk de werking van de geschorste
bepalingen.

	5. Is binnen Ć©Ć©n jaar na de dagtekening van het schorsingsbesluit
geen besluit tot vernietiging tot stand gekomen, dan vervalt de
schorsing. Hiervan geschiedt kennisgeving in het officiƫle
publicatieblad.

	6. Bepalingen, die geschorst zijn geweest, kunnen niet opnieuw worden
geschorst.

	7. Het besluit tot vernietiging regelt de gevolgen van de vernietiging.

Artikel 23

	De landsverordening kan aan de Gouverneur als orgaan van het Koninkrijk
met koninklijke toestemming bevoegdheden met betrekking tot
aangelegenheden van Sint Maarten opdragen, welke hij niet uitoefent als
vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Sint
Maarten.

Artikel 24

	1. De landsorganen verlenen op verzoek van de Gouverneur hun
medewerking bij de uitoefening van de hem in dit reglement toegekende
bevoegdheden.

	2. De onder hen ressorterende diensten en ambtenaren staan daartoe te
zijnen dienste.

Artikel 25

	1. De Gouverneur is naar de bepalingen, vervat in de wet van 22 april
1855 (Stb. 33), houdende regeling der verantwoordelijkheid van de
hoofden der ministeriƫle departementen, tot straf vervolgbaar:

	a. wanneer hij opzettelijk uitvoering geeft of doet geven aan
koninklijke besluiten, niet voorzien van de vereiste mede-ondertekening
van een der ministers van het Koninkrijk;

	b. wanneer hij opzettelijk beschikkingen neemt, of opdrachten geeft, of
bestaande beschikkingen of opdrachten handhaaft, waardoor de bepalingen
van dit reglement of andere in Sint Maarten geldende wettelijke
regelingen worden geschonden;

	c. wanneer hij opzettelijk nalaat uitvoering te geven of te doen geven
aan de voorschriften van dit reglement of andere in Sint Maarten
geldende wettelijke regelingen, of aan koninklijke besluiten, geen
wettelijke regelingen zijnde, doch waarvan hem de uitvoering is
opgedragen;

	d. indien hij zonder opzet de uitvoering onder letter c omschreven,
grovelijk verzuimt.

	2. De feiten in dit artikel vermeld worden beschouwd als misdrijven.

	3. De feiten, vermeld onder letters a, b en c worden gestraft met de
straf genoemd in artikel 355, en het feit, vermeld onder letter d, met
de straf genoemd in artikel 356 van het Nederlandse Wetboek van
Strafrecht.

Artikel 26

	Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te
bepalen tijdstip.

Artikel 27

	Deze rijkswet wordt aangehaald als: Reglement voor de Gouverneur van
Sint Maarten.

	

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren
wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Justitie,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 PAGE    

 PAGE   1