[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op het verzoekschrift van het Chiropraktisch Centrum te L..

Brief regering

Nummer: 2010D22152, datum: 2010-05-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z08123:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

In zijn brief van 23 maart 2010 reageert V. der Z.  Accountants namens
verzoeker op mijn inlichtingen aan uw Commissie van 22 februari 2010.
Namens verzoeker bestrijdt V. der Z. Accountants met verschillende
argumenten mijn beleid op het gebied van ambtshalve verminderen en
teruggeven.

Deze argumenten overtuigen mij niet. In het beleid op het gebied van
ambtshalve verminderen en teruggeven geef ik de kaders aan waarbinnen de
inspecteur van de Belastingdienst gebruik kan maken van de mogelijkheden
die hem worden geboden door artikel 65 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen. Tot het bepalen van dit beleid ben ik bevoegd op grond
van mijn staatsrechtelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van
de belastingwetgeving door de inspecteur.

De hiervoor genoemde kaders bevorderen de rechtszekerheid door het
stellen van termijnen voor het herstel van onjuistheden. Ook
Europeesrechtelijk is het openbreken van de formele rechtskracht van een
besluit aan zeer strenge voorwaarden gebonden. De kracht van gewijsde
met de daaruit voortvloeiende rechtszekerheid is een beginsel van het
gemeenschapsrecht. 

In de concrete situatie waarin verzoeker verkeert, was het tot de datum
van de uitspraak van de rechtbank Breda geldend recht dat door
chiropraktors geen beroep kon worden gedaan op de vrijstelling van
artikel 11, lid 1, onderdeel g van de Wet op de omzetbelasting 1968. De
afdracht op aangifte over de belastingtijdvakken in 2004 en 2005 was
vóór de datum van de eerdergenoemde uitspraak van de rechtbank Breda
onherroepelijk komen vast te staan en had daardoor kracht van gewijsde
gekregen.

Ik zie geen aanleiding om terug te komen op mijn eerder ingenomen
standpunt, dat ik uw Commissie bij mijn brief van 22 februari 2010 heb
meegedeeld.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager













	

Directoraat-Generaal Belastingdienst/Brieven en Beleidsbesluiten 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

www.minfin.nl

Inlichtingen

dhr. P. Brons 

T	070-3428881

F	070-3427924

p.brons@minfin.nl



Ons kenmerk

DGB 2010-2352 

Uw brief (kenmerk)

150.699/EdB

Bijlagen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

de Voorzitter van de Commissie voor de Verzoekschriften en 

de Burgerinitiatieven uit de Tweede Kamer 

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA  ’s-Gravenhage





Datum	3 mei 2010



Betreft	Verzoekschrift van het Chiropraktisch Centrum te L..