Reactie op de brief van NVALT, SKL en NVK over de mogelijke gevolgen van het preferentiebeleid voor patiënten die inhalatiemedicatie gebruiken.
Brief regering
Nummer: 2010D26023, datum: 2010-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z09581:
- Indiener: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2010-06-29 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-06-30 14:30: Procedurevergadering VWS !!! LET OP AFWIJKEND TIJDSTIP !!! (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2011-06-22 14:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 juni 2010 Bij brief van 10 februari 2010 heeft u mij verzocht aan uw Kamer mijn reactie te zenden op de brief van 20 januari 2010 van NVALT, SKL en NVK over de mogelijke gevolgen van het preferentiebeleid voor patiënten die inhalatiemedicatie gebruiken. Ik heb uiteraard kennisgenomen van de zorg die NVALT, SKL en NVK met hun brief aan mij hebben willen overbrengen. Gezien de aard en de inhoud van de brief, heb ik een schriftelijke reactie op de brief niet opportuun geacht. De voorschrijvende arts heeft, ook als een zorgverzekeraar preferentiebeleid voert, immers volledige keuzevrijheid bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Als een arts behandeling met een als preferent aangewezen geneesmiddel medisch gezien niet verantwoord acht, dan schrijft hij een ander (niet-preferent) geneesmiddel voor dat dan vergoed wordt overeenkomstig de bepalingen van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Daarvoor hoeft de arts alleen maar de letters MN (van medische noodzaak) op het recept te vermelden. Ik heb een en ander, onder meer tijdens algemeen overleggen met uw Kamer over het geneesmiddelenbeleid, de afgelopen jaren met enige regelmaat mondeling en schriftelijk uitgedragen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink