Reactie op verzoek commissie om een reactie op de mail inzake schapenleed bij een boer in Uitgeest
Brief regering
Nummer: 2010D26729, datum: 2010-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z09827:
- Indiener: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2010-06-29 13:30: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2008-2010)
- 2010-06-30 14:15: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden. (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-09-07 14:01: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 24 juni 2010 Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 mei jl., stuur ik u hierbij mijn reactie op de mail inzake schapenleed bij een boer in Uitgeest. Op 16 april vindt er een melding plaats bij de Algemene Inspectiedienst (AID) van een mogelijk geval van dierverwaarlozing. Op dezelfde dag heeft de AID-controleur ter plekke een inspectie uitgevoerd. Een aantal dieren bleek kreupel te lopen. De dieren zijn hierna in het bijzijn van de eigenaar nogmaals op deze dag bekeken. Van de 153 aanwezige dieren bleken er tien kreupel te lopen. Omdat een aantal dieren ook wat schraal was, heeft de AID-controleur aangegeven dat het voer aangevuld moest worden met mineralen. Bij de hercontrole na zes dagen was de situatie beduidend verbeterd. Er bleken nog vier schapen enigszins kreupel te lopen, maar verder was alles in orde. Naar aanleiding van de videobeelden heeft op 17 mei jl. in overleg met de politie en de eigenaar een tweede hercontrole plaatsgevonden. In aanwezigheid van de politie is door de AID samen met de lokale dierenarts een controle uitgevoerd waarbij de schapen op twee weilanden zijn geïnspecteerd. De opstallen op deze weilanden zijn ook aan een onderzoek onderworpen. De algemene indruk was redelijk tot goed. De schapen hadden de beschikking over voldoende voer en water en er waren geen aanwijzingen voor dierenmishandeling of verwaarlozing. Er is hierover door de dierenarts een schriftelijke verklaring opgesteld. In tegenstelling tot wat de schrijver van de mail impliceert, heeft de AID snel en adequaat gereageerd op de melding. Ook is door de AID kennis genomen van het betreffende videomateriaal. Hierbij is geconcludeerd dat de beelden niet bruikbaar zijn voor de waarheidsvinding omdat niet is vast te stellen waar en wanneer de beelden gemaakt zijn en welke schapen het betreft. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, G. Verburg