[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit Tijdelijk besluit van werk naar werk

Arbeidsmarktbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2010D26932, datum: 2010-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z08977:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal

2



	Vergaderjaar 2009-2010



	29544	Arbeidsmarktbeleid 









	Nr. 	VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld ā€¦ 2010





Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben
enkele fracties de behoefte om over de brief van de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid inzake het ontwerpbesluit Tijdelijk besluit van
werk naar werk (Kamerstuk 29544, nr. 2511), enkele vragen en opmerkingen
voor te leggen.

De vragen en opmerkingen zijn op 24 juni 2010 aan de minister
voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze vragen beantwoord.





De voorzitter van de commissie,

Van Gent 





Adjunct-griffier van de commissie,

Santucci 





I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties





Opmerkingen en vragen van de leden van de VVD-fractie

1.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit
houdende Regels voor bevorderen eigen verantwoordelijkheid sociale
partners voor toeleiding van werk naar werk (Tijdelijk besluit van werk
naar werk). Met dit besluit kunnen samenwerkende werkgevers beslissen
hoe en voor welke met ontslag bedreigde of tijdens de duur van het
project werkloos geworden werknemers worden begeleid naar werk. Hiertoe
worden tijdelijk middelen ter beschikking gesteld, onder de voorwaarde
dat werkgevers 50% van de kosten dragen. Betekent dit dat geen enkele
beperking wordt opgelegd aan wat verstaan mag worden onder een
re-integratie-instrument? 

2. 

Bij de totstandkoming van de projectplannen moeten
werknemersorganisaties of een vertegenwoordiging van werknemers zijn
betrokken. Wat wordt verstaan onder een vertegenwoordiging van
werknemers? Is er een minimum aantal personen vastgesteld?

3.

Slechts de aanvragen die naar de mening van het ministerie van SZW het
beste resultaat kunnen leveren voor het onderzoek naar deze andere wijze
van uitvoeren van de SUWI-wetten, kunnen voor financiƫle ondersteuning
in aanmerking komen. Hoe gaat het ministerie dit beoordelen; wordt een
onafhankelijke beoordelingscommissie in het leven geroepen?

4.

Welk extern bureau wordt ingeschakeld voor de monitoring en hoeveel
budget is hiervoor beschikbaar? 

Opmerkingen en vragen van de leden van de PvdA-fractie

5. 

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennis genomen van het
Ontwerpbesluit Tijdelijk besluit van werk naar werk. Het is te prijzen
dat op zulke korte termijn met de Kamer schriftelijk overlegd kan
worden. In de Memorie van Toelichting op het ontwerpbesluit staat dat er
sprake is van een maximum besteding van 2.500,- euro per deelnemer. Hoe
is de keuze voor dit bedrag tot stand gekomen? Zal dit plafond niet
verhinderen dat ook complexere bemiddelingstrajecten onder dit
tijdelijke besluit kunnen vallen, waardoor de ervaring die ermee wordt
opgedaan beperkt van aard is?

6. 

In de Memorie van Toelichting is opgenomen dat projecten, om in
aanmerking te komen voor toekenning van budget, ā€˜naar de mening van
SZWā€™ het beste resultaat moeten kunnen leveren voor het onderzoek
waartoe dit tijdelijke besluit wordt genomen. Hoe wordt die ā€˜meningā€™
vastgesteld? Zijn de voorwaarden hiervoor bij de deelnemers bekend? Is
er een toetsbare procedure voor het besluit om budgetten toe te kennen?

7. 

Waarom wordt er een extern bureau ingeschakeld voor de toetsing van
doeltreffendheid en doelmatigheid van de projecten die onder dit besluit
vallen? Wat zijn de kosten van de inschakeling van een extern bureau?

8. 

Op welke wijze zijn de administratieve lasten van 7.000,- euro per
project geraamd?

Opmerkingen en vragen van de leden van de CDA-fractie

9. 

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
het ontwerpbesluit Tijdelijk besluit van werk naar werk. Het
ontwerpbesluit sluit naadloos aan bij de gedachte van omslag van nazorg
naar voorzorg. De voorwaarde voor financiering van projecten, dat naast
de beschikbaar gestelde publieke middelen de helft van de middelen
afkomstig moet zijn van de samenwerkende werkgevers, stemt deze leden
positief. Voorts zijn de leden van de CDA-fractie van mening dat het een
goede ontwikkeling is om de innovatiebepaling in de Wet SUWI aan te
spreken om zo tot een doeltreffender beleid te komen binnen de
uitvoering van de WW en de WWB. Wat zal bij benadering de periode van 
tijd zijn die er tussen de aanvraag en de toekenning van een
projectfinanciering zit?

10.

Hoe tijdelijk is het Tijdelijk besluit van werk naar werk? Of is er
sprake van een permanente aanspraak op de innovatiebepaling in de Wet
SUWI?

11.

Kan er specifiek bij en tijdens de uitvoering van projecten gelet worden
op een zo laag mogelijke administratieve last? Uit de opzet van het
ontwerpbesluit is deze regelluwe inzet al af te leiden maar de ervaring
van de leden van de CDA-fractie is dat er helaas bij de uitvoering toch
nog veel bureaucratische ruis kan ontstaan. 

12.

Zal er na afloop van het Tijdelijk besluit een specifieke evaluatie
kunnen plaatsvinden op de slagingskans op werk van de projecten zodat er
in de toekomst lessen uit getrokken kunnen worden? In het ontwerpbesluit
wordt gesproken over een succes wanneer een ā€˜aanzienlijk deelā€™ van
de deelnemende werknemers een plek vindt bij een andere werkgever. Kan
er een indicatie gegeven worden over welk percentage het gaat, rekening
houdend met de afstand tot de arbeidsmarkt en de duurzaamheid van de
werkhervatting?

13.

Wordt er rekening gehouden met eventuele financiering aan reeds
bestaande werkgeversinitiatieven, analoog aan zogenaamde
ā€˜poortwachtercentraā€™? Het zou immers verspilling van publieke
middelen zijn wanneer private initiatieven de weg naar de subsidiekraan
weten te vinden die zij anders onaangeroerd zouden hebben gelaten.

Opmerkingen en vragen van de leden van de SP-fractie

14.

Welke initiatieven worden nu ontwikkeld worden door werkgevers? Wat is
de inhoud van deze initiatieven en in welke sectoren vinden die plaats? 
En wat zijn de schattingen van de kosten om deze initiatieven uit te
voeren? Waarom zijn werkgevers- en werknemersorganisaties niet in staat
om deze initiatieven zelf te financieren?

15.

Waarom zijn het UWV en de re-integratiebedrijven kennelijk niet in staat
om de arbeidsbemiddeling en re-integratie van werknemers die met
werkloosheid bedreigd worden succesvol ter hand te nemen?

16.

Bij de huidige sociale plannen worden vaak outplacementbureaus
ingeschakeld. Komen bij de projecten voor begeleiding van werk naar werk
de kosten voor outplacementbureau in aanmerking? Zo ja, waaruit bestaat
dan de meerwaarde van de werk naar werk projecten?

17.

Waarom worden de ontslagvergoedingen genoemd als bron voor financiering
van de projecten? 

18.

Dienen werkgevers onder alle omstandigheden 50% van de kosten van het
project te dragen? Als dat het geval is zullen bedrijven die in
faillissement verkeren niet deel kunnen nemen. Wil de regering in
overwegen om projecten waarbij werkgevers niet over middelen beschikken
toch toe te laten tot de regeling? Waarom dienen werkgevers
gesubsidieerd te worden als zij zelf over voldoende financiƫle middelen
en reserves beschikken? Een aantal multinationals is zo ongeveer in
permanente staat van reorganisatie met het doel de aandeelhouderswaarde
te verhogen. Acht de regering het gewenst en gerechtvaardigd dat deze
bedrijven daarbij geholpen worden met publieke middelen? 

19.

Waarom kunnen werknemers tijdens de looptijd van het project,
bijvoorbeeld in het geval van het uitblijven van activiteiten die in het
vooruitzicht waren gesteld, niet alsnog overstappen naar bemiddeling
door het UWV? Is het niet gewenst om deze mogelijkheid alsnog open te
stellen?

20.

Wat zijn de rechten van individuele werknemers in de projecten? Hebben
zij medezeggenschap over de inzet van middelen door de werkgever? Kan
een werknemer uit het project stappen als de werkgever de middelen inzet
gericht op zelfstandig ondernemerschap maar de werknemer dat
uitdrukkelijk niet wenst? 

21.

Wat is de beleidsvrijheid van het UWV als er met uitvoerders van het
project afspraken worden gemaakt over controle van de plichten volgens
de WW? Kan het UWV bijvoorbeeld de sollicitatieplicht opheffen gedurende
de looptijd van het project? 

22.

Waarom is het noodzakelijk een extern bureau voor de monitoring van de
regeling in te schakelen? Beschikt het ministerie niet over de
capaciteit om dit te doen?

23.

Kunnen de middelen door de uitvoerders van het project niet aan
commerciƫle re-integratiebedrijven worden besteed, omdat bij de Memorie
van Toelichting bij artikel 2 gesproken wordt over andere besteding dan
op grond van de Wet SUWI?  







II 	Reactie van de bewindslieden









 PAGE    

 PAGE   4