[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake Perceelsregistratie

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2010D28036, datum: 2010-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z10255:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2010Z10255	Perceelsregistratie 

Verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) heeft een aantal fracties vragen en opmerkingen aan de ministers
van LNV met betrekking tot Perceelsregistratie (zaaknummer 2010Z10255).

De voorzitter van de commissie

J.J. Atsma

De griffier voor dit verslag

M. Peen

Inhoudsopgave

Inbreng van de leden van de VVD-fractie			pp.1

Inbreng van de leden van de CDA-fractie			pp.1-2

Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie		pp.2-3

Inbreng van de leden van de SGP-fractie			pp.3

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de brief van de minister van LNV over perceelsregistratie. De leden van
de VVD-fractie hebben naar aanleiding van deze brief nog wel enkele
vragen en opmerkingen. 

De leden van de VVD-fractie zouden graag weten of de minister kan laten
weten wanneer de uiterste datum is waarop de Europese Commissie (EC)
eist dat het perceelsregister hersteld dient te zijn. Wanneer in deze
context het tijdspad wat de EC eist niet wordt gehaald, zoals het zich
nu aftekent, dat ondernemers geen blaam treft in de acties die zij
moesten ondernemen, kan de minister dan ook concreet aangeven dat er dan
ook geen juridische en financiële gevolgen op hen kunnen worden
afgewenteld? Mogen de leden van de VVD-fractie ervan uitgaan dat het
uitbetalingstraject wat betreft de toeslagrechten evenals in voorgaande
jaren voor het grootste deel voor 1 januari 2011 wordt uitgevoerd? Is er
nu al inzicht te geven in hoeverre het perceelsregister afwijkt van de
situatie in juli 2009? De leden van de VVD-fractie vragen zich ook af of
de minister uiteen kan zetten welke aanpassingsmarge de nu nog te
controleren 150.000 wijzigingen hebben? De leden van de VVD-fractie zijn
benieuwd in hoeverre in relatie met de gecontroleerde 82.000
perceelswijzigingen tot 1 juli 2010 de beteelbare oppervlakte nu
procentueel lager is?

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat het gewijzigde
perceelsregister vanaf 2010 beperkte gevolgen voor de
mestplaatsingsruimte heeft? Mogen de leden van de VVD-fractie hieruit
concluderen dat het gewijzigde perceelsregister dit jaar dan ook geen
gevolgen heeft voor de handhaving van de meststoffenwet? De leden van de
VVD-fractie zijn ook benieuwd hoe de communicatie rond dit dossier zal
worden aangepakt en hoe de ondernemers op de hoogte zullen worden
gesteld. Graag een reactie van de minister hierop.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de
minister op de door LTO gestelde vragen over perceelsregistratie. De
leden van de CDA-fractie onderschrijven dat de onvolkomenheden dienen te
worden hersteld om verdere ingrepen van de EU-commissies inclusief
eventuele terugvordering te voorkomen. Naar mening van de leden van de
CDA-fractie dienen de agrariërs niet onterecht de dupe te worden en te
maken te krijgen met juridische, financiële en of praktische problemen
ten gevolge van de wijziging van de perceelsregistratie.

De explosieve stijging tot 232.000 perceelsopmerkingen tijdens de
GDI-periode was zeer onverwacht en leidt tot consequenties voor de
planning van de uitvoering bij Dienst Regelingen (DR). De leden van de
CDA-fractie nemen hier kennis van. De verwerking van al deze
perceelsopmerkingen voor 1 juli 2010 wordt als onmogelijk aangemerkt.
Kan de minister laten weten welke datum wel realistisch is? Na deze slag
gaat de gewone controle van start en vervolgens die van de
probleemgebieden. Dat leverde vorig jaar bij een aantal ondernemers al
aardig wat vertraging op. Ook geeft de minister aan dat voor met name
het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer (SNL) geldt dat in een
aantal gevallen de natuurkalender (het broedseizoen) een controle voor
medio juli 2010 noodzakelijk en onontkoombaar maakt. In hoeverre wordt
ook extra capaciteit ingezet op de controles?

De leden van de CDA-fractie nemen kennis van het voornemen om in
september, conform voorgaande jaren, met een betaalschema voor deze
regelingen te komen. De leden van de CDA-fractie gaan er ondanks alle
meldingen van mogelijke vertragingen vanuit dat per 1 december 2010 DR
kan starten met uitbetaling van de toeslagrechten en vergoedingen voor
landschapbeheer (SNL) op basis van de nieuwe correcte perceelsopgave.
Kortom, de leden van de CDA-fractie accepteren het niet als ondernemers
de dupe worden van vertraging bij DR.

Het gewijzigde perceelsregister heeft vanaf 2010 beperkte gevolgen voor
de mestplaatsingsruimte. Kan de minister uiteenzetten aan welke beperkte
gevolgen de leden van de CDA-fractie dan moeten denken? En hoe
bijvoorbeeld om te gaan met al ingezaaide of bemeste percelen, zo vragen
de leden van de CDA-fractie zich af? Vanaf 2010 vormen de aangepaste
grenzen van de percelen de basis voor de controle op de naleving van de
mestwetgeving. Voor de derogatie-eis van 70% grasland hebben zich tot nu
toe nauwelijks problemen voorgedaan. Volgt deze constatering, dat er nog
nauwelijks problemen hebben voorgedaan, uit het door de agrarische
ondernemers aantal ingediende of het aantal gecontroleerde hectares, zo
vragen de leden van de CDA-fractie zich af? De leden van de CDA-fractie
zijn van mening dat pas als de controle is afgerond klachten zullen gaan
ontstaan. De leden vragen zich af hoeveel controles op afwijkingen van
de derogatie-eis, mestplaatsingsruimte en mestaanwending/gebruiksnormen
inmiddels al zijn uitgevoerd. De leden van de CDA-fractie vragen zich af
welke (EU-) deadlines gelden op het gebied van mest- en mineralenbeleid?
Is het mogelijk, gezien de onverwachte extra vertraging in de verwerking
van alle perceelscorrecties, dat afwijkingen in perceelsgrootte als
gevolg van de aanpassing dit jaar geen gevolgen hebben voor handhaving
van de Meststoffenwet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

Uit de analyse van het ministerie van LNV blijkt dat op basis van deze
analyse van de verwerkte percelen er sprake is van een aanpassing van de
oppervlakte van 1% (ca. 1500 hectare). Kan de minister inschatten of de
rest van de wijzigingen eenzelfde kleine aanpassingsmarge hebben, zo
vragen de leden van de CDA-fractie zich af? Hoeveel procent lager is het
areaal beteelbare oppervlakte in de eerste 82.000 perceelswijzigingen
(dus niet subsidiabel areaal incl. slotenmarge)?

Uit de analyse blijkt tevens dat 50% van de door de ondernemers
geplaatste stippen niet leidt tot een aanpassing van de subsidiabele
oppervlakte. Kan de minister uiteenzetten wat de reden is van het niet
aanpassen van de door de ondernemers geplaatste stippen? Vallen deze te
categoriseren? Kan het zo zijn dat gezien de hoger dan verwachtte aantal
correcties en geplaatste stippen er ook een herbezinning dient te komen
op het verwachte aantal veldinspecties? En leidt een hoger aantal
veldinspecties als verwacht wederom tot een vertraging, zo vragen de
leden van de CDA-fractie zich af en hoe speelt de minister daar op in? 
Kan de minister laten weten of de gelegenheid, indien nodig, die zij
ondernemers geeft om hun opgave naar beneden bij te stellen om
eventuele sancties te voorkomen is afgestemd met de EU Commissie?

Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben naar aanleiding van de brief
van de minister, in antwoord op vragen van LTO Nederland, nog een aantal
vragen aan de minister over de uitwerking en gevolgen van de wijzigingen
in de perceelsregistratie. Helderheid over de wijzigingen in
perceelsregistratie is van groot belang om ondernemers de duidelijkheid
te geven die zij nodig hebben voor een verantwoorde bedrijfsvoering. 

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn benieuwd naar de eisen
die de EC stelt ten aanzien van het corrigeren van de geconstateerde
wijzigingen. Per wanneer moet het perceelsregister hersteld zijn van de
EC? Heeft de minister laten weten dat het om een groot aantal
wijzigingen gaat, dusdanig dat een langere verwerkingstijd op zijn
plaats zou zijn? 

Overgaand op de Nederlandse uitwerking: kan de minister uiteenzetten
hoeveel procent het actuele perceelsregister nu afwijkt van het register
in juli 2009? Kan de minister een inschatting geven van de overige
150.000 wijzigingen? Hebben die eenzelfde kleine aanpassingsmarge?
Hoeveel procent lager is het areaal beteelbare oppervlakte (dus niet
subsidiabel areaal incl. slotenmarge) in de eerste 82.000
perceelswijzigingen? 

Ten slotte, gezien de snelheid waarmee de wijzigingen zijn doorgevoerd
en de onduidelijkheid in het proces voor ondernemers konden ondernemers
in de bedrijfsvoering geen rekening houden met wijzigingen. Teeltplan en
mestaanwending zullen dus grotendeels uitgevoerd zijn zonder rekening te
houden met voorgestelde wijzigingen. Is het daarom mogelijk om toe te
zeggen dat afwijkingen in perceelsgrootte als gevolg van de aanpassing
dit jaar geen gevolgen hebben voor handhaving van de Meststoffenwet dit
jaar?

Inbreng van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met verontrusting kennis genomen van
de stand van zaken omtrent de perceelsregistratie. 

De leden vrezen dat er na de doorgevoerde correcties door DR in een
aantal gevallen nog verschil van mening zal blijven over de juistheid
van wel of niet doorgevoerde correcties. De leden vrezen voor ongewenst
juridisch getouwtrek. Is de minister bereid ruimte te bieden voor
overleg tussen DR en de betreffende agrarische ondernemers alvorens
juridische procedures gestart worden? Naar aanleiding van deze
overleggen zouden in knelgevallen bijvoorbeeld nog metingen in het veld
verricht kunnen worden om de juistheid van correcties in de praktijk te
toetsen. Dat voorkomt onnodige juridische procedures, onnodige
frustraties en doet recht aan de werkelijkheid.