[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de brief over gemaakte fouten door Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant

Brief regering

Nummer: 2010D29131, datum: 2010-07-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z10760:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2010

In antwoord op uw brief van 31 maart 2010 waarin u om mijn reactie
vraagt op de brief van mw. M. te St. M. d.d. 9 maart 2010 bericht ik u
als volgt.

Het gaat in deze brief om een beschermingszaak over een vader, moeder en
twee kinderen. Vader en moeder zijn inmiddels gescheiden en de nieuwe
partner van de vader, mw. M., heeft de brief verzonden. 

In de brief wordt aangegeven dat de twee kinderen onder toezicht staan
van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. De kinderen zijn uit huis geplaatst
bij moeder en wonen bij vader met zijn nieuwe partner. In verband met de
persoonlijke problematiek van moeder heeft vader verzocht om het
eenhoofdig gezag over de twee kinderen. Een lijn waar Bureau Jeugdzorg
Noord-Brabant ook achter staat volgens de brief. De rechtszitting
hierover heeft plaatsgevonden op 8 maart 2010.

Mw. M. heeft haar beklag willen doen over Bureau Jeugdzorg
Noord-Brabant. De zittingsvertegenwoordiger van het Bureau Jeugdzorg
Noord-Brabant is volgens mw. M. niet voldoende geïnformeerd over de
specifieke omstandigheden van de zaak. Hierdoor is het standpunt van
Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant tijdens de zitting volgens mw. M. niet
goed duidelijk gemaakt aan de rechter. 

In mijn antwoord op het schrijven van mw. M. heb ik mijn waardering
uitgesproken voor het feit dat mevrouw opkomt voor het belang van haar
partner en het welzijn van zijn kinderen. Ik heb aangegeven me goed te
kunnen voorstellen dat dit een vervelende en moeilijke situatie is voor
iedereen. Tegelijkertijd heb ik aangegeven in de brief dat ik als
Minister niet behulpzaam kan zijn, omdat ik in beginsel niet treed in de
behandeling van een individuele zaak en andere organisaties of
instellingen een eigen verantwoordelijkheid hebben deze af te handelen.
Daarnaast heb ik aangegeven dat ik het wel van belang acht dat
dergelijke brieven mijn ministerie bereiken. Brieven kunnen algemeen
bestaande problematiek signaleren en betrokken worden bij beleidsvorming
op een bepaald terrein. 

Ik heb in mijn antwoord algemene informatie gegeven over de
mogelijkheden tot het indienen van een klacht bij een externe
onafhankelijke klachtencommissie voor de jeugdzorg en indien nodig in
een later stadium de Nationale Ombudsman. Ook heb ik informatie
verstrekt over het krijgen van advies en ondersteuning door te verwijzen
naar het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) of een
rechtsbijstandverlener als het Juridisch Loket of een advocaat. Meer dan
het geven van deze informatie kan ik gezien mijn verantwoordelijkheid
als Minister niet voor mw. M. doen. 

Ik heb haar, haar partner en kinderen veel sterkte toegewenst. 

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet