[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32392, bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede NvW d.d. 22 november 2010)

Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn afvalstoffen)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2010D29692, datum: 2010-11-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z08712:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 10 (2e NvW d.d. 22 november 2010)



32 392	Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet belastingen op
milieugrondslag en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de
implementatie van richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende
afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312)
(Implementatiewet EG-kaderrichtlijn afvalstoffen)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, ter
implementatie van richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende
afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312),
de Wet milieubeheer, de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet op
de economische delicten te wijzigen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

	Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

	a. In de alfabetische rangschikking worden de volgende begrippen en de
daarbij behorende begripsomschrijvingen ingevoegd:

	afvalstoffenhandelaar: natuurlijke of rechtspersoon die als
verantwoordelijke optreedt bij het bedrijfsmatig aankopen en vervolgens
verkopen van afvalstoffen, met inbegrip van natuurlijke of
rechtspersonen die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;

	afvalstoffenhouder: afvalstoffenproducent dan wel de natuurlijke of
rechtspersoon die de afvalstoffen in zijn bezit heeft;

	afvalstoffenmakelaar: natuurlijke of rechtspersoon  die ten behoeve van
anderen bedrijfsmatig de verwijdering of de nuttige toepassing van
afvalstoffen organiseert, met inbegrip van de natuurlijke of
rechtspersonen die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;

	afvalstoffenproducent: natuurlijke of rechtspersoon wiens activiteiten
afvalstoffen voortbrengen of die voorbehandelingen, vermengingen of
andere bewerkingen verricht die leiden tot een wijziging in de aard of
de samenstelling van die afvalstoffen;

	gescheiden inzameling: inzameling waarbij een afvalstoffenstroom
gescheiden gehouden wordt naar soort en aard van de afvalstoffen om een
specifieke behandeling te vergemakkelijken;

	hergebruik: elke handeling waarbij producten of componenten die geen
afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat
waarvoor zij waren bedoeld;

	inzameling: verzameling van afvalstoffen, met inbegrip van de
voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze
daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;

	kaderrichtlijn afvalstoffen: richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008
betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen
(PbEU L 312);

	preventie: maatregelen die worden genomen voordat een stof, materiaal
of product afvalstof is geworden, ter vermindering van:

	a. de hoeveelheden afvalstoffen, al dan niet via het hergebruik van
producten of de verlenging van de levensduur van producten;

	b. de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het
milieu en de menselijke gezondheid, of

	c. het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten;

	recycling: nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden
bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke
doel of voor een ander doel, met inbegrip van het opnieuw bewerken van
organische afvalstoffen, en met uitsluiting van energieterugwinning en
het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden
gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal;

	verwerking: nuttige toepassing of verwijdering, met inbegrip van aan
toepassing of verwijdering voorafgaande voorbereidende handelingen;

	voorbereiding voor hergebruik: nuttige toepassing bestaande uit
controleren, schoonmaken of repareren, waarbij producten of componenten
van producten, die afvalstoffen zijn geworden, worden klaargemaakt zodat
ze zullen worden hergebruikt zonder dat verdere voorbehandeling nodig
is;.

	b. De begripsbepaling van “afvalbeheersplan” wordt vervangen door:

	afvalbeheerplan: afvalbeheerplan, bedoeld in artikel 10.3;.

	c. De begripsbepaling van “afvalstoffen” komt te luiden:

	afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder
zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;.

	d. De begripsbepaling van ”beheer van afvalstoffen” komt te luiden:

	beheer van afvalstoffen: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en
verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die
handelingen en de nazorg voor stortplaatsen na sluiting en met inbegrip
van de activiteiten van afvalstoffenhandelaars en
afvalstoffenmakelaars;.

	e. In de begripsbepaling van “doelmatig beheer van afvalstoffen”
wordt “afvalbeheersplan” vervangen door “afvalbeheerplan” en
wordt “artikel 10.5, eerste lid” vervangen door: artikel 10.5.

	f. De begripsbepaling van “gevaarlijke afvalstoffen” wordt
vervangen door:

	gevaarlijke afvalstof: afvalstof die een of meer van de in bijlage III
bij de kaderrichtlijn afvalstoffen genoemde gevaarlijke eigenschappen
bezit;.

	g. De begripsbepaling van “nuttige toepassing” komt te luiden:

	nuttige toepassing: elke handeling met als voornaamste resultaat dat
afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken
installatie, hetzij in de ruimere economie, andere materialen te
vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt,
of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt, tot welke
handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in
bijlage II bij de kaderrichtlijn afvalstoffen;.

	h. De begripsbepaling van “verwijdering” komt te luiden:

	verwijdering: elke handeling met afvalstoffen die geen nuttige
toepassing is zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt
dat stoffen of energie worden teruggewonnen, tot welke handelingen in
ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in bijlage I bij de
kaderrichtlijn afvalstoffen;.

	2. Aan het vijfde lid, onderdeel b, wordt, onder vervanging van de punt
aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een subonderdeel
toegevoegd, luidende:

	3Âș. Het voor verwerking afgeven van afvalstoffen aan een
afvalstoffenhandelaar.

	3. Het zesde lid komt te luiden:

	6. Indien afvalstoffen die een behandeling voor nuttige toepassing
hebben ondergaan, voldoen aan de ingevolge artikel 6, eerste en tweede
lid, van de kaderrichtlijn afvalstoffen vastgestelde criteria en tevens
behoren tot het soort afvalstoffen waarop die criteria van toepassing
zijn, worden zij niet langer als afvalstoffen aangemerkt. Onze Minister
kan inzake een afvalstof die een behandeling voor nuttige toepassing
heeft ondergaan, besluiten dat deze niet langer als afvalstof wordt
aangemerkt, voor zover voor deze afvalstof geen criteria van toepassing
zijn als bedoeld in de eerste volzin en ook overigens wordt voldaan aan
artikel 6, vierde lid, eerste volzin, van de kaderrichtlijn
afvalstoffen. Bij ministeriële regeling wordt aangegeven welke stoffen,
preparaten of voorwerpen in ieder geval, onverminderd het bepaalde in de
eerste en tweede volzin, worden aangemerkt als afvalstoffen, indien de
houder zich daarvan ontdoet, voornemens is zich daarvan te ontdoen of
zich daarvan moet ontdoen. Als afvalstoffen worden in elk geval niet
aangemerkt stoffen, preparaten of voorwerpen die bijproducten zijn in de
zin van artikel 5 van de kaderrichtlijn afvalstoffen, indien deze
bijproducten voldoen aan de in dat artikel gestelde voorwaarden en aan
de in een krachtens dat artikel vastgestelde uitvoeringsmaatregel
daartoe aangegeven criteria.

	4. In het zevende lid worden “stoffen, preparaten of producten” en
“stoffen, preparaten of produkten” vervangen door: stoffen,
preparaten of voorwerpen.

	5. Het tiende lid, onder a, komt te luiden: a. niet de eigenschappen
bezit op grond waarvan deze ingevolge bijlage III bij de kaderrichtlijn
afvalstoffen als gevaarlijke afvalstof dient te worden aangemerkt,
uitgezonderd de gevallen waarin dat het gevolg is van verdunning of
vermenging, bedoeld om de concentratie van gevaarlijke stoffen onder de
drempelwaarde voor gevaarlijke stoffen te brengen;.

	6. Het twaalfde lid komt te luiden:

	12. Een wijziging van de bijlagen onderscheidenlijk een wijziging van
een ingevolge artikel 5 of 6 van de kaderrichtlijn afvalstoffen
vastgestelde maatregel gaat voor de toepassing van de in het eerste lid
gegeven omschrijvingen van “nuttige toepassing” en
“verwijdering” en voor de toepassing van het tiende lid,
onderscheidenlijk het eerste en zesde lid, gelden met ingang van de dag
waarop aan de desbetreffende wijziging uitvoering moet zijn gegeven,
tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt
bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

	7. Het dertiende lid vervalt onder vernummering van het veertiende lid
tot dertiende lid.

B

	In artikel 4.13, tweede lid, wordt “afvalbeheersplan’ vervangen
door: afvalbeheerplan.

C

	Na artikel 10.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10.1a

	1. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de volgende stoffen,
preparaten en voorwerpen:

	a. gasvormige effluenten die in de atmosfeer worden uitgestoten,
alsmede kooldioxide dat wordt afgevangen en getransporteerd met het oog
op geologische opslag en dat geologisch is opgeslagen overeenkomstig het
bepaalde in richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende de geologische
opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de
Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en
2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement
en de Raad (PbEU L 140), dan wel op grond van artikel 2, tweede lid, van
die richtlijn buiten de werkingssfeer van die richtlijn valt;

	b. bodem met inbegrip van niet-uitgegraven verontreinigde grond en
duurzaam met de bodem verbonden gebouwen;

	c. niet-verontreinigde grond en ander van nature voorkomend materiaal,
afgegraven bij bouwactiviteiten, indien vaststaat dat het materiaal in
natuurlijke staat zal worden gebruikt voor bouwdoeleinden op de locatie
waar het werd afgegraven;

	d. radioactieve afvalstoffen;

	e. afgedankte explosieven;

	f. uitwerpselen, voor zover niet vallend onder onderdeel h, onder 1Âș,
stro en ander natuurlijk, niet-gevaarlijk materiaal rechtstreeks
afkomstig uit de land- of bosbouw dat wordt gebruikt in de landbouw, de
bosbouw of voor de productie van energie uit die biomassa door middel
van processen of methoden die onschadelijk zijn voor het milieu en die
de menselijke gezondheid niet in gevaar brengen;

	g. sediment dat binnen oppervlaktewater wordt verplaatst met het oog op
het beheer van water en waterwegen of om overstromingen te voorkomen of
de gevolgen van overstromingen en droogte te verminderen, of met het oog
op landwinning, indien is aangetoond dat het sediment ongevaarlijk is;

	h.	1Âș. dierlijke bijproducten, met inbegrip van verwerkte producten,
in de zin van verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement
en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002, behalve die welke
bestemd zijn om te worden verbrand of gestort of voor gebruik in een
biogas- of composteerinstallatie;

		2Âș. kadavers van niet door slachting gestorven dieren, met inbegrip
van dieren die worden gedood om een epizoötie uit te roeien en
overeenkomstig de onder 1Âș genoemde verordening worden verwijderd;

		voor zover daarover bij of krachtens communautaire regelgeving regels
zijn gesteld.

	2. Op de in het eerste lid bedoelde stoffen, preparaten en voorwerpen
is, voor zover het afvalstoffen betreft, het bepaalde  bij of krachtens
de artikelen 15.33, 15.35 en 15.36, alsmede de artikelen 2.4, 2.22,
derde lid, en 2.23, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht, evenmin van toepassing.

D

	In het opschrift van titel 10.2, alsmede in de artikelen 10.6 tot en
met 10.14, wordt “afvalbeheersplan” telkens vervangen door:
afvalbeheerplan.

E

	Artikel 10.3 wordt gewijzigd als volgt:

	1. De woorden “vier jaar” worden vervangen door “zes jaar” en
“afvalbeheersplan” wordt vervangen door: afvalbeheerplan.

	2. [vervallen]

F

	Artikel 10.4 komt te luiden:

Artikel 10.4

	1. Bij de vaststelling van het afvalbeheerplan en bij het nemen van
andere maatregelen voor de preventie en het beheer van afvalstoffen
hanteert Onze Minister als prioriteitsvolgorde de volgende
afvalhiërarchie:

	a. preventie;

	b. voorbereiding voor hergebruik;

	c. recycling;

	d. andere nuttige toepassing, waaronder energieterugwinning;

	e. veilige verwijdering.

	2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot
het nemen van maatregelen als bedoeld in dat lid door gedeputeerde
staten en burgemeester en wethouders.

G

	Artikel 10.5 komt te luiden:

Artikel 10.5

	Bij de vaststelling van het afvalbeheerplan en bij het nemen van andere
maatregelen voor de preventie en het beheer van afvalstoffen:

	a. kan zonodig voor bepaalde specifieke afvalstromen van de
afvalhiërarchie, bedoeld in artikel 10.4, worden afgeweken, indien dit,
de gehele levenscyclus in beschouwing nemende, met betrekking tot de
algemene effecten van het produceren en beheren van dergelijke
afvalstoffen gerechtvaardigd is;

	b. houdt Onze Minister er rekening mee dat het belang van een doelmatig
beheer van afvalstoffen vereist dat het beheer op effectieve en
efficiënte wijze geschiedt en effectief toezicht dan wel douanecontrole
op het beheer mogelijk is.

G1

	

	Aan artikel 10.7, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Het afvalbeheerplan voldoet aan het bij of krachtens de kaderrichtlijn
afvalstoffen daaromtrent bepaalde, met inbegrip van hetgeen bij of
krachtens die richtlijn is bepaald met betrekking tot
afvalpreventieprogramma’s.  

H

	In artikel 10.7 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde
lid, een lid ingevoegd, luidende:

	2. Het afvalbeheerplan bevat mede de afvalpreventieprogramma’s als
bedoeld in artikel 29 van de kaderrichtlijn afvalstoffen, met inbegrip
van de doelstellingen en maatregelen, gericht op het loskoppelen van
economische groei van de milieueffecten die samenhangen met de productie
van afvalstoffen. Voor de bewaking en evaluatie van de in de
afvalpreventieprogramma’s vastgestelde doelstellingen van de daarin
opgenomen afvalpreventiemaatregelen kan Onze Minister indicatoren
vaststellen.

I

	In artikel 10.7, derde lid (nieuw), wordt in de onderdelen a, c en d
“vier jaar” vervangen door: zes jaar.

J

	In artikel 10.8, tweede lid, wordt “artikel 10.7, tweede lid”
vervangen door: artikel 10.7, derde lid.

K

	In artikel 10.12, tweede lid, wordt “vier jaar” vervangen door: zes
jaar.

L

	Het opschrift van titel 10.3 komt te luiden:

TITEL 10.3 HERGEBRUIK, PREVENTIE EN RECYCLING EN ANDERE NUTTIGE
TOEPASSING

M

	Artikel 10.15 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter stimulering van
hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing of
anderszins in het belang van de bescherming van het milieu regels worden
gesteld ten aanzien van het ontwikkelen, vervaardigen, behandelen,
toepassen, verwerken, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking
stellen, in ontvangst nemen of invoeren van bij die maatregel aangewezen
categorieën van stoffen, preparaten of producten of afvalstoffen door
de producenten ervan.

	2. In het tweede lid wordt na “producten” telkens ingevoegd: of
afvalstoffen.

	3. In het derde lid wordt “bijzonder aangewezen” vervangen door:
passend.

N

	Artikel 10.17 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid wordt “in het belang van het bevorderen van
nuttige toepassing” vervangen door “ter stimulering van hergebruik,
preventie, recycling en andere nuttige toepassing van afvalstoffen” en
wordt “stoffen, preparaten of producten” vervangen door: stoffen,
preparaten of producten, of afvalstoffen.

	2. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

	a. Onderdeel a komt te luiden;

	a. die producten en de van die producten overgebleven afvalstoffen, na
gebruik, in te nemen en te beheren, alsmede de financiële
verantwoordelijkheid daarvoor of de verantwoordelijkheid voor het
regelen van het afvalbeheer te dragen;.

	b. Na onderdeel c wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van
dat  onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	d. openbaar beschikbare informatie te verstrekken over de mate waarin
de producten geschikt zijn voor hergebruik en recycleerbaar zijn.

O

	In artikel 10.18 wordt “in het belang van het bevorderen van nuttige
toepassing” vervangen door: ter stimulering van hergebruik, preventie,
recycling en andere nuttige toepassing van afvalstoffen.

P

	In artikel 10.19 wordt ”stoffen, preparaten of producten” vervangen
door: stoffen, preparaten of voorwerpen.

Q

	Artikel 10.21 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het tweede lid vervalt.

	2. In het derde lid, dat wordt vernummerd tot tweede lid, vervalt het
woord “andere”.

R

	Aan artikel 10.29, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Indien zulks uitvoerbaar is op technisch, milieu- en economisch gebied,
wordt bij de algemene maatregel van bestuur teneinde nuttige toepassing
van afvalstoffen te faciliteren of te verbeteren de verplichting
opgenomen daarbij aan te geven huishoudelijke afvalstoffen gescheiden en
niet gemengd met afvalstoffen of materialen die niet dezelfde
eigenschappen bezitten, in te zamelen.

S

	Aan artikel 10.37, tweede lid, wordt na onderdeel f, onder vervanging
van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een
onderdeel toegevoegd, luidende:

	g. die krachtens artikel 10.55 bevoegd is de betrokken afvalstoffen te
vervoeren of te verhandelen.

T

	Artikel 10.38, tweede lid, komt te luiden:

	2. De geregistreerde gegevens worden ten minste vijf jaar bewaard en
gedurende die periode door de afvalstoffenhouder ter beschikking
gehouden van degenen die zijn belast met het toezicht of de
douanecontrole op de naleving van de wet en van voorgaande
afvalstoffenhouders.

U

	In artikel 10.47 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde
lid, een lid ingevoegd, luidende:

	3. Indien zulks uitvoerbaar is op technisch, milieu- en economisch
gebied, wordt bij de algemene maatregel van bestuur teneinde nuttige
toepassing van afvalstoffen te faciliteren of te verbeteren de
verplichting opgenomen daarbij aangegeven bedrijfsafvalstoffen
gescheiden en niet gemengd met afvalstoffen of materialen die niet
dezelfde eigenschappen bezitten, in te zamelen.

V

	In artikel 10.50, eerste lid, wordt “stoffen, preparaten of
producten” vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.

W

	In artikel 10.54, tweede lid, wordt “de artikelen 10.47 of 10.48”
vervangen door: artikel 10.47, 10.48 of 10.54a, tweede lid.

X

	Na artikel 10.54 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10.54a

	1. Het is verboden gevaarlijke afvalstoffen te mengen, daaronder mede
begrepen verdunnen, met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen of
met andere afvalstoffen, stoffen of materialen.

	2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zover het
mengen van gevaarlijke afvalstoffen is toegestaan krachtens een
omgevingsvergunning.

	3. Onze Minister bepaalt bij ministeriële regeling in welke gevallen
gevaarlijke afvalstoffen die in strijd met het eerste lid zijn gemengd,
gescheiden dienen te worden.

Y

	In artikel 20.2, eerste lid, onderdeel c, wordt “afvalbeheersplan”
vervangen door: afvalbeheerplan.

ARTIKEL II

	De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

	e. stoffen: stoffen als bedoeld in de Wet milieubeheer;.

	2. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

	f. preparaten: preparaten als bedoeld in de Wet milieubeheer;.

	3. In het tweede lid wordt ”stoffen, preparaten en andere
producten” telkens vervangen door: stoffen, preparaten en voorwerpen.

B

	In artikel 26, onder b, wordt “deze stoffen” vervangen door: deze
afvalstoffen.

C

	In artikel 27, eerste lid, wordt “stoffen, preparaten of andere
producten” vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.

D

	In artikel 28, tweede lid, onder d, wordt “afvalstoffen die niet
verbrandbaar en niet herbruikbaar zijn” vervangen door: afvalstoffen
die niet verbrandbaar zijn en waarvan nuttige toepassing niet mogelijk
is.

E

	In artikel 31, tweede lid, wordt “stoffen, preparaten of andere
producten” vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.

ARTIKEL III

	In artikel 1a, onder 1Âș, van de Wet op de economische delicten wordt
in de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer na “10.54,
eerste lid,” ingevoegd: 10.54a, eerste en derde lid,.

ARTIKEL IV

	1. Het bij de inwerkingtreding van deze wet geldende afvalbeheersplan
blijft gelden tot een nieuw afvalbeheerplan als bedoeld in artikel 10.3
van de Wet milieubeheer is vastgesteld, doch uiterlijk tot de dag waarop
na de vaststelling van het geldende afvalbeheersplan een termijn van zes
jaar is verstreken.

	2. Voor zover bij de inwerkingtreding van deze wet reeds geldende
omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht als gevolg van deze wet met
betrekking tot het beheer van afvalstoffen wijziging behoeven, vindt
deze wijziging bij de eerstvolgende wijziging van de vergunning plaats,
doch uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL V

	Indien artikel I, onder D, van het bij koninklijke boodschap van 10
juli 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet
milieubeheer en diverse aanverwante wetten (Verdere invulling van
hoofdstuk 9) (31 501), nadat dat voorstel van wet tot wet is verheven,
in werking is getreden of in werking treedt voor het tijdstip waarop
artikel I, onderdelen M tot en met P, van deze wet in werking treedt,

	A. worden na onderdeel B van artikel I twee onderdelen ingevoegd,
luidende:

B1

	Artikel 9.5.2 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid wordt “in het belang van het bevorderen van
nuttige toepassing” vervangen door “ter stimulering van hergebruik,
preventie, recycling en andere nuttige toepassing” en wordt na
“stoffen, preparaten of producten” ingevoegd: of afvalstoffen.

	2. In het tweede lid wordt na ”stoffen, preparaten of producten”
telkens ingevoegd: of afvalstoffen.

	3. In het derde lid komt onderdeel b te luiden:

	b. die stoffen, preparaten of producten en de daarvan overgebleven
afvalstoffen, na gebruik, in te nemen en te beheren, alsmede de
financiële verantwoordelijkheid daarvoor of de verantwoordelijkheid
voor het regelen van het afvalbeheer geheel of gedeeltelijk te dragen;.

	4. In het derde lid wordt na onderdeel d, onder vervanging van de punt
aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel
toegevoegd, luidende:

	e. openbaar beschikbare informatie te verstrekken over de mate waarin
die stoffen, preparaten of producten geschikt zijn voor hergebruik en
recycleerbaar zijn.

B2

	In artikel 9.5.4 wordt “in het belang van het bevorderen van nuttige
toepassing” vervangen door: in het belang van de stimulering van
hergebruik, preventie, recycling of andere nuttige toepassing.

	B. vervallen de onderdelen M tot en met P van artikel I.

ARTIKEL VI

	1. Deze wet treedt in werking met ingang van 12 december 2010, met
uitzondering van artikel I, onderdelen H, J en Q. Indien het Staatsblad
waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 11 december 2010,
treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	2. Artikel I, onderdelen H en J, treedt in werking met ingang van 12
december 2013.

	3. Artikel I, onderdeel Q, treedt in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL VII

	Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet EG-kaderrichtlijn
afvalstoffen.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1