Preview document (🔗 origineel)

---

No.W08.10.0106/IV	's-Gravenhage, 2 juni 2010

Bij Kabinetsmissive van 2 april 2010, no.10.000910, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening
en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt
het voorstel van wet tot wijziging van hoofdstuk 17 van de Wet
milieubeheer, houdende aanpassing van de regeling voor het melden van
ongewone voorvallen, met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Raad van State geen aanleiding tot het
maken van inhoudelijke opmerkingen. 

Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies
behorende bijlage.

De Raad geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op
de Raad van State, is het college van oordeel dat openbaarmaking van dit
advies achterwege dient te blijven. 

De Vice-President van de Raad van State,Bijlage bij het advies van de
Raad van State betreffende no.W08.10.0106/IV met redactionele
kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

In artikel I, onderdeel A (artikel 17.2, tweede lid, aanhef), de
zinsnede "voor een ongewoon voorval, waarvan de nadelige gevolgen niet
significant zijn:" vervangen door: voor een ongewoon voorval, waarvan de
nadelige gevolgen voor het milieu niet significant zijn:.

In de toelichting op artikel I, onderdeel A, tot uitdrukking brengen dat
het voorgestelde artikel 17.2, derde lid, niet uitsluit dat een
vergunning met toepassing van de artikelen 8.22 en 8.23 van de Wet
milieubeheer kan worden gewijzigd naar aanleiding van een periodieke
melding of registratie overeenkomstig artikel 17.2, tweede lid. 

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........