[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32475 NR inzake verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van internationale misdrijven

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek va Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven en enige aanverwante wetten (verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van internationale misdrijven)

Nader rapport

Nummer: 2010D33561, datum: 2010-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z12382:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

30 augustus 2010

Onderwerp

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek
van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale
misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven en enige
aanverwante wetten (verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging
internationale misdrijven)



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 2 juni 2010,
nr. 10.001498, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen
toekomen.

Dit advies, gedateerd 4 augustus 2010, nr. W03.10.0203/II, bied ik U
hierbij aan.

Het is verheugend dat de Raad van State de strekking van het voorstel
van wet onderschrijft. Het voorstel heeft de Raad van State aanleiding
gegeven tot het maken van een opmerking ten aanzien van de voorgestelde
mogelijkheid tot overname door Nederland van strafvervolging van een
verdachte van een internationaal gerecht. Graag ga ik daarop in het
navolgende in.

Bij de opmerking van de Raad dat er niet zonder meer van kan worden
uitgegaan dat van de mogelijkheid van overname door Nederland van
strafvervolging van een internationaal gerecht zeer weinig gebruik zal
worden gemaakt, heb ik de volgende kanttekening. De voorgestelde
wettelijke bepaling brengt geen verplichting met zich mee tot het
inwilligen van een verzoek van een internationaal gerecht tot overname
van strafvervolging. Het voorstel strekt er slechts toe dat Nederland de
mogelijkheid moet hebben om een eventueel verzoek te kùnnen inwilligen.
Bij de beslissing op een concreet verzoek tot overname van
strafvervolging van een internationaal gerecht zal de Minister van
Justitie het terzake geldende vervolgingsbeleid betrekken, waarbij
gekeken wordt naar de aard, omvang en complexiteit van de betreffende
strafvervolging, met inbegrip van de mogelijkheden voor bewijsvergaring.

Het creëren van een dergelijke mogelijkheid zal een sterk positief
signaal afgeven aan de internationale gemeenschap en zal de positie van
Nederland als gastland van verschillende internationale gerechten verder
versterken. 

Verder wijs ik in dit verband erop dat Nederland de afgelopen jaren in
zeer beperkte mate is benaderd door een internationaal gerecht voor een
overname van strafvervolging. De verwachting dat het aantal verzoeken in
de toekomst niet substantieel zal stijgen is gelegen in de omstandigheid
dat internationale gerechten, in het bijzonder de tijdelijke ad hoc
tribunalen, de beslissing hoeveel en welke personen zij willen en kunnen
vervolgen, bij het opstellen van de vervolgingsstrategie en gedurende
het proces continu weloverwogen zal worden gemaakt. Dit betekent dat een
internationaal gerecht in de regel niet zal overgaan tot aanhouding en
vervolging van een verdachte indien dit niet strookt met de
vervolgingsstrategie van ‘high level suspects’ dan wel de
verwachting is dat er onvoldoende tijd en of middelen beschikbaar zijn
voor een succesvolle vervolging van de betrokken persoon. 

De Raad merkt op dat er niet zonder meer van kan worden uitgegaan dat
van de mogelijkheid van overname door Nederland van strafvervolging van
een internationaal gerecht zeer weinig gebruik zal worden gemaakt, zoals
de toelichting stelt. Bovendien kan het daarbij gaan om zeer omvangrijke
en complexe zaken, welke een aanzienlijke belasting kunnen meebrengen
voor de met de vervolging en berechting belaste instanties.

Het advies van de Raad om in de memorie van toelichting aandacht te
besteden aan enkele juridische en praktische vraagpunten die door de in
het wetsvoorstel voorgestelde mogelijkheid van overname van
strafvervolging worden opgeroepen, is opgevolgd en het wetsvoorstel en
de memorie van toelichting zijn aangepast in de door het college
geadviseerde zin.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Justitie,

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal

Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

sector straf- & sanctierecht

Datum

30 augustus 2010

Ons kenmerk

5665862/10/6

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2  



Directoraat-Generaal

Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

sector straf- & sanctierecht

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Contactpersoon

R.J.L. van Bokhoven

Wetgevingsjurist

T	070 370 6863

Ons kenmerk

5665862/10/6

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  1 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  2  " " "     



Aan de Koningin