[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32477 NR inzake wijziging van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling i.v.m. wijziging van de markt- en overheidbepalingen

Wijziging van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met wijziging van de markt- en overheidbepalingen

Nader rapport

Nummer: 2010D33653, datum: 2010-09-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z12466:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum  	3 september 2010 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Betreft 	  DOCPROPERTY 
iOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Nader rapport inzake het voorstel van wet
tot wijziging van de Wet verplichte deelneming in een
bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte
beroepspensioenregeling in verband met wijziging van de markt- en
overheidbepalingen 



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 3 juni 2010,
nr. 10.001548, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen
toekomen.

Dit advies, gedateerd 30 juni 2010, nr. W12.10.0204/III, bied ik U
hierbij aan.

De Raad van State heeft enkele opmerkingen, alsmede redactionele
kanttekeningen gemaakt.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State merkt het kabinet
het volgende op.

Voorgesteld artikel 5, derde lid, onder a, Wet Bpf 2000

De Raad merkt op dat het doel van het voorgestelde artikel 5, derde lid,
onder a, Wet Bpf 2000 – verbetering van de informatievoorziening aan
een individuele deelnemer – niet zonder meer wordt gediend. Voorts is
de Raad van oordeel dat de verruiming van het verbod in het zojuist
vermelde artikel het risico inhoudt dat met deze uitzondering het verbod
van het eerste lid wordt uitgehold en niet valt uit te sluiten dat dit
kan leiden tot oneerlijke concurrentie.

Hoewel – zoals de Raad terecht opmerkt – het gewijzigde artikel 5
niet volstaat om ‘op maat’ een aanvullende pensioenvoorziening te
kunnen aanbieden, draagt het voorgestelde artikel 5, derde lid, onder a,
Wet Bpf 2000 bij aan vergroting van het pensioenbewustzijn van
deelnemers. Het is een stap in de richting van het tot stand komen van
aanvullende pensioenvoorzieningen als deelnemers dat wensen. De reden
daarvoor ligt daarin dat vermelding van de fondsnaam in uitingen van
aanbieders van financiële producten, leidt tot meer herkenning bij
deelnemers dan zonder die vermelding. Herkenning van de fondsnaam zal
vermoedelijk leiden tot het aandachtiger lezen van uitingen van
aanbieders van financiële producten. Het verstrekken van een machtiging
door deelnemers is een volgende (tussen)stap op weg naar het
uiteindelijk aanbieden (en desgewenst afnemen) van een op de
fondsregeling aanvullende pensioenvoorziening.

Daarnaast wordt met dit voorstel bereikt dat de informatieverstrekking
aan de deelnemers van verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen op
het punt van het mogen verwijzen naar de fondsnaam bij het onder de
aandacht brengen van aanvullende financiële producten, niet meer
achterloopt op de informatieverstrekking aan deelnemers van andere
pensioenuitvoerders. Het is wenselijk dit verschil weg te nemen.

Overigens is het voorgestelde artikel 5, derde lid, onder a, Wet Bpf
2000 niet het enige of het meest ultieme instrument om de
informatieverstrekking aan deelnemers te verbeteren. Ook andere
instrumenten dragen daaraan bij, zoals het uniform pensioenoverzicht en
het Pensioenregister.

Het oordeel van de Raad dat het voorgestelde artikel 5, derde lid, onder
a, Wet Bpf 2000 het verbod van het eerste lid uitholt en mogelijk leidt
tot oneerlijke concurrentie, wordt niet gedeeld. Ten eerste staat de
mogelijkheid van naamsgebruik open voor alle aanbieders van financiële
producten (gelijk speelveld). Daarbij gelden voor allen dezelfde
voorwaarden. Zo mag een aanbieder van financiële producten alleen
algemeen toegankelijke informatie over de fondsregeling gebruiken bij
het onder de aandacht brengen van de eigen producten. Van hun kant
moeten verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen gelijke voorwaarden
hanteren voor alle aanbieders van reclame-uitingen in informatiedragers
van het bedrijfstakpensioenfonds.

Daarnaast draagt het voorstel op een aantal punten bij aan een
aanscherping van het gelijke speelveld. Zo zij verwezen naar het
voorgestelde artikel 6, derde lid, Wet Bpf 2000, op grond waarvan bij de
uitvoering van de fondsregeling alleen de naam van het fonds mag worden
gebruikt. Ten slotte wordt in de markt- en overheidbepalingen de
categorie werkgevers toegevoegd. In de markt- en overheidbepalingen
wordt onder consument eveneens de werkgever begrepen omdat ook zij
producten afnemen als verzekeringnemer en kunnen fungeren als
doorgeefluik aan hun werknemers, met werknemers als verzekeringnemers.

Het bovenstaande beperkt in de ogen van de regering het risico op
directe en indirecte associatie tussen een verplichtgesteld
bedrijfstakpensioenfonds en een daaraan gelieerde verzekeraar.

De redactionele opmerkingen van de Raad van State zijn verwerkt.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Sociale Zaken 

en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

 PAGE   2 

		  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \*
MERGEFORMAT  2    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2 

Aan de Koningin		  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE 
 \* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2 

Ministerie van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid

Postbus 90801

2509 LV  Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

T	070 333 44 44

F	070 333 40 33

www.szw.nl

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

AV/PB/2010/17331

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 

  DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  AV/PB/2010/13845