Adv RvSt begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2011
Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2011
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2010D36965, datum: 2010-09-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2010Z12768:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2010-09-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-09-29 12:30: Procedurevergadering commissie NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-10-28 12:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2011 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-11-24 13:00: Procedurevergadering Koninkrijksrelaties (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2010-12-02 09:16: Begroting Koninkrijksrelaties (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-12-02 18:30: Begroting Koninkrijksrelaties (rest) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-12-16 14:02: Stemmingen (over de begrotingen voor 2011) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W04.10.0401/I 's-Gravenhage, 13 september 2010 Bij Kabinetsmissive van 6 september 2010, no.10.002398, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-Fonds voor het jaar 2011, met memorie van toelichting. De Afdeling advisering van de Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel een opmerking met betrekking tot de grondslag voor het vaststellen van de onderhavige begrotingsstaat. Zij is van oordeel dat in verband daarmee het voorstel nader dient te worden overwogen. Het BES-fonds is opgenomen in het voorstel voor de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba. In dat voorstel wordt voorzien in de instelling van het BES-fonds in artikel 88 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba. Het BES-fonds is ingevolge die bepaling een begrotingsfonds. Het voorstel voor de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba is thans aanhangig bij de Tweede Kamer. De thans voorgestelde begrotingswet loopt vooruit op de inwerkingtreding van bedoeld artikel 88 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba. Voor de begroting van het fonds bestaat thans geen wettelijke grondslag, omdat het fonds (nog) niet overeenkomstig artikel 9 van de Comptabiliteitswet 2001 bij wet is ingesteld. De gekozen handelwijze roept vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag voor de begroting spanning op met de artikelen 1 en 12 van de Comptabiliteitswet 2001. Gelet op het stadium in de parlementaire behandeling waarin het voorstel zich bevindt, is thans bovendien nog niet duidelijk of het voorstel tot instelling van het begrotingsfonds tot wet zal worden verheven. Hierdoor bestaat het risico dat middelen worden toegevoegd aan een begrotingsfonds, waarvoor geen wettelijke grondslag bestaat en waarvan onduidelijk is wie ervoor verantwoordelijk is. Een en ander kan worden voorkomen door de begrote middelen – voorshands – toe te voegen aan de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Afdeling adviseert aldus. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet niet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De waarnemend vice-president van de Raad van State, (get.) Hoekstra Kamerstukken II 2009/10, 32 428, nr. 2. PAGE 2 AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........