Voorstel van de ChristenUnie-fractie voor de behandeling van het MIRT-Projectenboek 2011
Brief lid / fractie
Nummer: 2010D37129, datum: 2010-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z13718:
- Indiener: A. Slob, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2010-09-29 10:15: Procedurevergadering VW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2012-04-24 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Voorstel ChristenUnie-fractie voor de behandeling MIRT najaar 2010 Inleiding Het Nota-overleg MIRT in de laatste kamerweken van elk kalenderjaar resulteert altijd in een marathonzitting. Ook het voorjaars AO MIRT wordt steeds groter en bevat een compleet rondje Nederland. De brief met resultaten van bestuurlijke overleggen wordt steeds langer en roept desondanks steeds meer vragen op omdat punten die daarin staan vaak erg vaag geformuleerd zijn en achtergrondinformatie ontbreekt. Gevolg: in het debat ontstaat weer een waslijst van vragen. Tijdens het debat blijkt steeds weer te weinig tijd om alle vragen te beantwoorden. Of antwoorden zijn voor Kamerleden kort en onbevredigend maar er is te weinig tijd om dit uit te debatteren. Afgelopen december is bijna de helft van het Nota overleg MIRT schriftelijk afgedaan doordat er tijdnood ontstond. Het resultaat was dat na de eerste dag meer dan 60 paginaās aan schriftelijke antwoorden nodig waren. Als deze vragen in een schriftelijke ronde voor het debat aan bod waren geweest was er meer ruimte geweest voor een politiek debat over de belangrijkste punten. Doelstelling De ChristenUnie-fractie doet in deze memo een aantal voorstellen om de voorbereiding van het nota-overleg MIRT en de informatievoorziening te verbeteren. Ons doel is het versterken van het inhoudelijke debat waarbij de Kamer beter in staat is om prioriteiten aan te geven. En wel tweeledig: meer focus op consequenties keuzes nieuwe projecten. Dus niet alleen: welke projecten willen we nog meer, maar ook: welke projecten zouden in ruil daarvoor uit- of afgesteld kunnen worden. Meer focus op debat over verschillende varianten bij grotere projecten in een vroegtijdig stadium (conform Elverding) Met onze voorstellen beogen wij te komen tot een betere stroomlijning van het debat die de politieke keuzes ten goede komen. Dit stuk moet dus niet gelezen worden als een technisch ambtelijk voorstel. Voorstellen Voorstel 1: Verzoek aan minister om afspraken in bijlage brief bestuurlijke afspraken door te nummeren t.b.v. efficiĆ«nte 2e feitelijke vragenronde Voorstel 2: Verzoek aan minister om bij brief bestuurlijke afspraken een financiĆ«le oplegger te leveren waarin wordt aangegeven ten laste van welke begrotingsposten de verschillende toezeggingen gaan en inzicht wordt gegeven in de gevolgen voor de langjarige ruimte op de begroting. Verzoek aan minister om hierbij tevens aan te geven ten laste van welke begrotingsposten nieuwe projecten zullen worden gebracht die in de onderzoeksfase zitten/komen. Voorstel 3: Minister verzoeken om de (regionale) plannen en onderzoeken waaraan wordt gerefereerd in de brief bestuurlijke afspraken centraal digitaal te ontsluiten. Voorstel 4: Een extra schriftelijke ronde instellen zodat er ook vragen kunnen worden gesteld voor het nota-overleg over de resultaten van de bestuurlijke afspraken. In schema zou dit er als volgt uit kunnen zien: 2009 Voorstel 2010 Feitelijke vragen Half oktober Eerste week oktober Antwoorden vragen Half november Eind oktober Brief bestuurlijke afspraken Eind november Medio november Feitelijke vragen 2e ronde (of schriftelijk overleg) 3e week november Nagekomen bestuurlijke afspraken* Eind november Antwoorden 2e ronde vragen Uiterlijk donderdag voor nota-overleg Nota-overleg deel 1 Eerste week december Eerste week december Schriftelijke antwoorden Eerste dag na 1e termijn Eerste dag na 1e termijn Nota-overleg deel 2 Tweede week december Tweede week december * bij voorkeur uiteraard niet maar de ervaringen van afgelopen jaren leren dat dit niet helemaal uit te sluiten is. Voorstel 5: Bij het voorjaars MIRT standaard een schriftelijke vragenronde instellen over de brief met bestuurlijke afspraken. In verband hiermee met het kabinet uiterste deadline afspreken dat Kamer bestuurlijke afspraken ontvangt en feitelijke vragen kan stellen. Voorstel 6: Nadenken over het opdelen van het najaarsdebat in blokken. Er zou bijvoorbeeld eerst een algemeen debat van maximaal 3 uur over zaken als MIRT-spelregelkader, integraliteit, gebiedsagendaās, etc. gehouden kunnen worden met normale spreektijden zoals tijdens een AO. En daarna een debat (over 2 dagen) met het rondje Nederland. Voorstel 7: Griffie vragen om te onderzoeken: Hoe de informatievoorziening zo kan worden verbeterd dat de Kamer beter kan debatteren over prioriteitstelling binnen het MIRT. Hiervoor zou o.a. een analyse kunnen worden gemaakt van de besluitvormingsprocedures in andere landen en op andere overheidsniveaus (met name provincies) Hoe binnen het MIRT-spelregelkader meer aandacht zou kunnen komen voor deze prioriteitstelling en analyse van synergievoordelen. Toelichting voorstel 7: De ChristenUnie-fractie vraagt zich af hoe we kunnen bereiken dat er door de Kamer op programma niveau beter prioriteiten kunnen worden gesteld. De gebiedsagendaās hebben er toe bijgedragen dat er op gebiedsniveau beter wordt afgestemd. Desondanks wordt er nu in zowel de brief met bestuurlijke afspraken als het Kamerdebat vooral gesproken over losse projecten. Het debat gaat nu namelijk vooral over het toevoegen van projecten en het monitoren of projecten voldoende op gang zijn en niet vertragen. Dit wordt ook ingegeven door het feit dat er sprake is van een pijplijn waar projecten jaren in kunnen zitten. Om te komen tot een zo efficiĆ«nt en effectief mogelijke besteding van de middelen zou het interessant kunnen zijn het met elkaar te hebben of project X of project Y belangrijker is en daarbij ook meer aandacht te hebben voor synergie-voordelen die kunnen ontstaan door projecten naar voren te halen of juist uit te stellen. Mogelijke instrumenten voor onderbouwing van prioriteitstelling zijn MKBAās en de NMCA. Het is geen besliscriterium maar kan wel het debat ondersteunen. Het is opvallend dat MKBA scores nauwelijks een rol spelen in het debat. Wellicht zou het MIRT-spelregelkader op dit punt kunnen worden verbeterd. Open vraagt blijft dan nog hoe synergievoordelen beter inzichtelijk kunnen worden want dit komt niet tot uiting in MKBAās en waarschijnlijk ook niet in de NMCA.