[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [๐Ÿ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van de CDA-fractie voor de Toekomst- en Onderzoeksagenda Tweede Kamer 2011: Integrale vennootschapsbelasting voor woningcorporaties

Brief lid / fractie

Nummer: 2010D38142, datum: 2010-10-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z14079:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (๐Ÿ”— origineel)


Voorstel CDA-fractie: Integrale vennootschapsbelasting voor
woningcorporaties

Per 2008 zijn woningcorporaties onderhevig aan de integrale
vennootschapsbelasting. Voor de uitwerking hebben Belastingdienst en een
delegatie van de sector afspraken gemaakt in de
Vaststellingsovereenkomst II (VSO II). Binnen de sector zijn er echter
sterke geluiden dat juist deze VSO II de investeringsruimte van
woningcorporaties vermindert en vooral de kleinere en middelgrote
woningcorporaties benadeelt ten opzichte van marktgerichte verhuurders. 

Waar de opzet was om een gelijk speelveld te creรซren tussen de diverse
spelers (verhuurders die marktgericht zijn en verhuurders die een
sociale taak uitvoeren), schijnt de uitwerking van de integrale
vennootschapsbelasting er toe te hebben geleid dat de woningcorporaties
op een achterstandspositie worden gezet. Berekeningen laten zelfs zien
dat door de VSO II extra investeren onaantrekkelijker is, terwijl breed
de wens leeft dat juist woningcorporaties op dit moment anticyclisch
gaan investeren in de volkshuisvesting en in de leefbaarheid. Deze
investeringen zouden namelijk leiden tot het betalen van meer belasting
op onrendabele investeringen, die marktgerichte partijen door middel van
een investeringsvehikel niet betalen. Dit heeft er toe geleid dat
sommige woningcorporaties zelfs uit het bestel wilden treden, omdat ze
meer investeringen ten behoeve de sociale doelstelling zouden kunnen
doen als ze een marktpartij zijn (Woningstichting De Veste en
Woningstichting Den Helder).

Een uitvoeringsonderzoek ex post moet zicht geven op de vraag of de
grieven terecht dan wel onterecht zijn en op welke wijze de regeling kan
worden verbeterd zodat voor alle partijen er een gelijk speelveld is:
zowel voor marktgerichte en sociaal gerichte ondernemingen als voor
grote en kleine spelers.