Voorstel voor een toekomstonderzoek "Digitale Agenda"
Brief lid / fractie
Nummer: 2010D38200, datum: 2010-10-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Peters, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z14091:
- Indiener: M. Peters, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- 2010-10-05 16:00: Procedurevergadering commissie Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
Preview document (🔗 origineel)
Aan: Commissie Justitie Van: Mariko Peters, GroenLinks Datum: 30 september 2010 Inzake: Voorstel voor een toekomstonderzoek “Digitale Agenda” Aanleiding Digitale ontwikkelingen plaatsen de politiek voor allerlei nieuwe vragen, vaak van een hoog technisch gehalte en met een burgerrechtelijke dimensie. Betrokken beleidsterreinen zijn verdeeld over departementen, portefeuilles en vakcommissies als Justitie, EZ, Defensie, BZK, Telecom, EU. Digitale kennis en informatie is dan ook versnipperd. Daardoor dreigt de politieke respons weinig consistent of daadkrachtig te worden, of zelfs achterop te raken. Het is wenselijk dat de Kamer digitale expertise opbouwt en internetuitdagingen in samenhang kan onderzoeken. Het ontstaan van Kroes’ nieuwe commissariaat Digitale Agenda bij de Europese Commissie kwam voort uit een zelfde behoefte. Vanuit dat commissariaat zijn veel voorstellen te verwachten, die een gedegen parlementaire behandeling vergen. Het Europese Parlement kent een parlementaire werkgroep voor internetonderwerpen (EIF). Ook Britse parlementariërs richtten een internet werkgroep op. Maatschappelijke en politieke relevantie en urgentie Bedrijven, opsporings- en andere overheidsinstanties maken steeds meer gebruik van digitale opslag van gegevens van burgers voor commerciële, administratieve en strafrechtelijke doeleinden. Dit roept steeds vaker vragen op van beveiliging van persoonsgegevens, effectiviteit, proportionaliteit, meningsvrijheid, consumenten- en kinderbescherming. Bij de toepassing van digitale technieken wordt voorts steeds vaker gebruik gemaakt van publiekprivate samenwerkingsverbanden tussen overheid en internetdienstverleners. Dit roept vragen op van democratische controle en toe te passen standaarden. Dit is maar een graai uit de veelheid van ontwikkelingen en uitdagingen op het digitale terrein. Veel ervan komen neer op dilemma’s van botsende vrijheden. Op korte termijn is daarom een onderzoek naar de wijze waarop digitale technieken kunnen worden ingezet voor opsporing, veiligheid, handel en dienstverlening terwijl de bescherming van consumenten, kinderen en grondrechten als privacy zorgvuldig wordt gegarandeerd daarom het meest actueel en urgent. De roep om betere informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens wordt breed gevoeld (en in de regeer- en gedoogakkoorden genoemd) maar het is de vraag hoe en in hoeverre daaraan tegemoet te komen. Privacy-by-design, horizonbepalingen, effectiviteitstoetsen, beter toezicht, opt-out regelingen zijn voorbeelden van maatregelen die genoemd worden maar concrete en werkbare voorstellen zijn er nog niet. Een parlementair toekomstonderzoek kan hierop anticiperen en mogelijk initiëren. Voorbeelden van onderzoeksvragen Welke wettelijke of technologische knelpunten ervaren Nederlanders bij de ontwikkeling van innovatieve diensten via het internet? Welke wettelijke of technologische knelpunten ervaren Nederlanders bij de ontwikkeling van en toegang tot kennis en communicatie over het internet? Welke wettelijke of technologische knelpunten ervaren Nederlanders bij de toegang tot en contact met overheidsdiensten over het internet? Wat zijn de gevolgen van het feit dat een deel van de infrastructuur waarmee het internet wordt geleverd, in private handen is, terwijl hierover publieke diensten worden geleverd? Op welke wijze kan en moet de digitale privacy van burgers worden beschermd door overheid en internetdienstverleners?